Inleiding
In deze round-up vergelijken we vier betaalbare televisies met een beelddiagonaal van 49 inch. We bekijken televisies van Panasonic, Philips, Samsung en Sony, waarbij het model van Samsung nipt de winnaar is vanwege de goede beeld- en geluidskwaliteit. Bovendien is deze tv zeer geschikt voor gamers dankzij een zeer lage inputlag.
Prijs bij publicatie: € 668,-
De televisies die we op Tweakers reviewen, zijn doorgaans de nieuwste high-end modellen die buiten het budget van verreweg de meeste televisiekopers vallen. Dit doen we omdat dit soort televisies de laatste stand van de techniek representeren en ons zo een blik in de toekomst gunnen, want uiteindelijk komen de belangrijkste eigenschappen van de topmodellen ook naar de betaalbare modellen. Als je op zoek bent naar een betaalbare nieuwe tv die je geen rib uit je lijf kost, dan is deze round-up voor jou. Hierin vergelijken we vier populaire, recente modellen van rond de zeshonderd euro, van Panasonic, Philips, Samsung en Sony.
Door de dalende prijzen van televisies krijg je elk jaar meer waar voor je geld, met als neveneffect dat de gemiddelde beeldmaat steeds groter wordt. De diagonaal die we hebben gekozen, 49 inch, is flink, maar behoort tegenwoordig tot de middencategorie. We hebben in deze round-up tv's van Samsung en Sony meegenomen die op het moment van schrijven wat duurder waren dan ons streefbedrag en bijna zevenhonderd euro kostte. Dit komt doordat deze nieuwe modellen nog maar net te koop waren; de ervaring leert ons dat de prijzen van televisies in de maanden na de introductie flink dalen, waardoor we verwachten dat deze modellen spoedig voor rond de zeshonderd euro in de Pricewatch te vinden zullen zijn.
Hoewel de beelddiagonaal van 49 inch, oftewel 124cm, uitermate geschikt is om je op een gemiddelde afstand te laten genieten van hd-beelden, vinden we deze maat niet groot genoeg om een meerwaarde te geven aan uhd-beelden. Bovendien valt het aanbod van uhd-beeldmateriaal nog altijd tegen en zullen reguliere televisie-uitzendingen in dit formaat nog vele jaren op zich laten wachten. We hebben dus gekozen voor 'gewone' hd-modellen met zo min mogelijk onnodige poespas. Zo kunnen de geteste modellen bijvoorbeeld geen 3d weergeven.
De Panasonic DS500 wordt via de officiële kanalen in Nederland helaas niet in de door ons geteste 49"-maat geleverd, maar omdat we geen afwijkende maat in deze round-up wilden hebben en de andere modellen van dit merk duurder uitvielen, hebben we besloten om er een uit België te laten komen. Op het moment van schrijven stond hij voor iets meer dan 570 euro inclusief bezorging in de Pricewatch. De Philips PFS5501 was slechts een paar euro duurder, maar wel overal verkrijgbaar. De K5600 uit de recentste 5-serie van Samsung en de Sony WD750 waren dus de duurste, met een prijs van 670 euro.
Uiterlijk en aansluitingen: Panasonic en Philips
De DS500 van Panasonic heeft de minst luxueuze uitstraling van allemaal. Dat zit hem vooral in het gebruik van zwart glimmend plastic voor de bezels aan de boven- en zijkanten van het scherm. De rand onder het scherm is ook van plastic, maar ziet eruit alsof hij van geborsteld metaal is. Hij vormt een fraai detail aan het ontwerp, dat verder strak oogt, doordat de bezels slechts 12mm breed zijn. De rand onder het scherm is wat breder, maar doordat de strip met 'metaallook' ook 12mm breed is, valt dat niet zo op.
Omdat er gebruik is gemaakt van een direct led-backlight is de kast wat dikker dan bij de meeste televisies. De behuizing is ongeveer 7cm dik, maar onderaan, waar de luidsprekers zitten, komt daar nog een centimeter bij. De voet is gemaakt van metaal, waardoor de tv stevig staat. Om de voet af te werken is gebruikgemaakt van zwart glimmend plastic, dat er wat goedkoop uitziet. Gelukkig is de bovenkant van het plastic voorzien van een verchroomd randje, wat een wat luxere uitstraling oplevert.
Het netsnoer van zo'n 1,6m is afneembaar, wat bij muurmontage handig kan zijn. Helaas zijn de meeste aansluitingen recht naar achteren gemonteerd en dat is ronduit onhandig als je de tv wil ophangen. Alleen de CI+-aansluiting, de usb-aansluiting en de 3,5mm-koptelefoonaansluiting zijn onder een hoek gemonteerd. Alle andere aansluitingen steken recht naar achteren: Toslink, 2x hdmi, scart, rj-45-netwerk, de antenne- en de componentaansluiting, die ook voor composietsignaal te gebruiken is. Het aantal van slechts één usb-aansluiting en twee hdmi-aansluitingen vinden we wel erg karig voor een moderne televisie.
Philips
De PFS5501 van Philips is evenmin voorzien van een edge-lit backlight en heeft dus ook een wat dikkere behuizing, die net als bij de tv van Panasonic 7cm diep is, met onderaan een dik stuk van 8cm. De voorkant is vervaardigd uit zilverkleurig plastic. De bezels zijn mooi smal: 11mm aan de boven- en zijjkanten en 14mm aan de onderkant, waar ook een verdikking met het het Philips-logo te vinden is. De twee voetjes die links en rechts zijn gemonteerd, zijn ook zilverkleurig afgewerkt, maar geheel uit metaal vervaardigd, waardoor ook deze tv stevig staat.
Er is goed nagedacht over muurmontage, want alleen de scart- en composietaansluiting, die ook voor component te gebruiken is, zijn recht naar achteren gemonteerd. Ook is het anderhalve meter lange netsnoer afneembaar, zodat je het eenvoudig door een langer exemplaar kunt vervangen. Onderaan vinden we aansluitingen voor netwerk, antenne, satelliet, usb en twee keer hdmi. Aan de zijkant zitten nog eens twee hdmi-aansluitingen, een usb-2- en een usb-3-aansluiting, een 3,5mm-koptelefoonaansluiting en een CI+-aansluiting. De PFS5501 is van alle geteste modellen het best uitgerust wat aansluitingen betreft, met vier hdmi-ingangen, en kan als enige gebruikt worden voor satelliet zonder dat daarvoor een losse settopbox nodig is.
Uiterlijk en aansluitingen: Samsung en Sony
Bij de Samsung K5600 zijn de bezels zilververkleurig, net als bij de Philips. Ze hebben een afgeronde vorm en zijn met 15mm aan de boven- en zijkanten het breedst in onze test. Onderaan is de bezel nog een paar millimeter breder. Als enige heeft het model van Samsung een uitsteeksel aan de onderkant, met daarin de infraroodontvanger en een statusled. De achterkant is bol uitgevoerd en gemaakt van zwart glimmend plastic. Op het dikste punt is de behuizing slechts 5cm dik.
De voet is gemaakt uit twee delen die samen een kruis vormen en hoewel dit in principe een zeer stevige vorm is, valt de stabiliteit een beetje tegen. Intern zit er een metalen frame in, maar aan de buitenkant is de voet afgewerkt met plastic en dat voelt nogal gammel aan. Het geheel heeft ruim voldoende draagvermogen om het gewicht van de tv jaren lang te dragen, maar van alle geteste modellen staat deze tv het minst stevig.
Het meegeleverde, anderhalve meter lange netsnoer is afneembaar en uitgevoerd met handige, haakse stekkers aan beide kanten. Ook zijn alle aansluitingen onder een hoek gemonteerd, zodat ze bij muurmontage geen problemen opleveren. Een zeer nette oplossing, die wat ons betreft de norm zou mogen zijn. Achterop zit de CI+-aansluiting en aan de zijkant zitten van boven naar beneden twee keer usb, driemaal hdmi, netwerk, component en composiet via break-outkabeltjes, Toslink en de antenneaansluiting.
Sony
In deze round-up weet de Sony WD750 ons het meest te imponeren wat uiterlijk betreft. Als enige heeft deze tv metalen bezels, die ook nog eens zeer smal zijn, met een breedte van slechts 7mm aan de boven- en zijkanten. Onder het scherm is de rand breder: zo'n 17mm. De rand van de behuizing is voorzien van een smalle, verchroomde bies, die een klein stukje dieper ligt. Ook is deze tv het platst van allemaal; het grootste deel van de behuizing is slechts 12mm dik, al is de kast onderaan een stuk dikker: ongeveer 5,5cm.
Om dit strakke design mogelijk te maken heeft Sony de voeding uit de tv gehaald en ondergebracht in een losse, 14cm lange 'powerbrick', die je ergens achter moet zien te verstoppen. Er zit een anderhalve meter lang snoer aan naar de tv. Het netsnoertje is nog geen halve meter lang, maar afneembaar en dus gemakkelijk te vervangen door een langer. De metalen voet is afgewerkt met plastic in 'metaal-look'. De beide pootjes aan de achterkant zijn voorzien van kabelgeleiders, zodat de kabels mooi zijn weg te werken.
Sony heeft een van de twee hdmi-aansluitingen samen met de scart-, Toslink- en netwerkaansluiting recht naar achteren geplaatst. De hdmi-aansluitingen zitten ook nog eens midden tussen de vesa-bevestigingsgaten, waardoor ze zeer lastig te bereiken zijn bij muurmontage. De antenneaansluiting zit daar ook, maar die is gelukkig onder een hoek gemonteerd. Bovenaan zit de CI+aansluiting en aan de zijkant zitten, eveneens onder een hoek van negentig graden, twee usb aansluitingen, de tweede hdmi-aansluiting en de 3,5mm-koptelefoonaansluiting. Net als bij Panasonic krijg je van Sony slechts twee hdmi-ingangen en dat vinden we wel erg karig.
Afstandsbedieningen
Bij elk van de geteste televisies krijg je een gewone infraroodafstandsbediening meegeleverd. Panasonic heeft de grootste, met een lengte van 21,5cm. De zappers van Philips en Sony zijn met een lengte van respectievelijk 20,5 en 20 centimeter niet veel kleiner. Die van Samsung is met 17,5cm het kleinst en doordat er ongeveer net zoveel knoppen op zitten, is de lay-out nogal onoverzichtelijk. Doordat veel toetsen ook nog eens van veel kleine lettertjes en/of verschillende symbolen zijn voorzien, is deze afstandsbediening ongeschikt voor ouderen of mensen met een visuele beperking.
/i/2001194761.jpeg?f=imagenormal)
De afstandsbediening van Samsung is met een gewicht van 96g inclusief twee AAA-batterijen ook de lichtste. Het lage gewicht maakt dat dit model wat goedkoop aanvoelt. Dit gevoel wordt versterkt door de afwerking van het plastic. De ontwerpers hebben het zwarte plastic een soort geborsteldmetaallook mee willen geven aan de bovenkant en wat ons betreft hadden ze dat beter niet kunnen doen, want het ziet er niet mooi uit.
/i/2001194763.jpeg?f=imagenormal)
Het model van Philips vinden we het mooist om te zien, met een strak en ingetogen design. Het is slechts 9g zwaarder dan dat van Samsung, maar door de veel betere afwerking is er een grotere indruk van luxe. Ook de Sony voelt met een gewicht van 111g niet veel zwaarder aan, maar door de wat vierkante vorm met afgeronde hoeken houdt hij lekker vast. Doordat Panasonic als enige gebruikmaakt van de wat grotere AA-batterijen, is deze remote het zwaarst, met een gewicht van 141g. Een slimme zet, want het kwaliteitsgevoel neemt hierdoor toe en bovendien gaan de batterijen waarschijnlijk langer mee, maar dat hebben we niet kunnen testen.
/i/2001194765.jpeg?f=imagenormal)
Wat knopgevoel betreft ontlopen de verschillende afstandsbedieningen elkaar niet veel; de meeste knoppen geven een goede feedback bij het bedienen. Alleen de kleine knopjes onder aan het model van Samsung voelen wat sponzig aan. Positieve uitschieter is de d-pad van de Philips-remote, want die heeft een zeer duidelijk voel- en hoorbare klik. Alle zappers, behalve die van Samsung, zijn voorzien van een opvallende Netflix-knop. Dat is handig is je een abonnement op Neflix hebt, maar als je dat niet hebt, is het een wel erg opvallende knop die je nooit gebruikt.
/i/2001194767.jpeg?f=imagenormal)
Doordat Samsung en Philips voor een ronde achterkant hebben gekozen, liggen de afstandsbedieningen goed in de hand, maar laten ze zich slecht bedienen als ze op tafel liggen. Gelukkig zit de belangrijke mute-knop bij alle modellen in het midden, zodat je die in ieder geval kunt gebruiken zonder dat de remote wegrolt. De achterkant is bij Panasonic is het slimst; door het gebruik van inkepingen heb je veel grip en is de afstandsbediening geschikt voor zowel grote als kleine handen. Al met al zijn de afstandsbedieningen van Panasonic, Philips en Sony aan elkaar gewaagd wat bedieningsgemak betreft en laat die van Samsung zich duidelijk minder prettig bedienen.
Interface en mediaspeler: Panasonic en Philips
Panasonic maakt op de duurdere modellen gebruik van Firefox OS, maar de goedkopere modellen, zoals de DS500, moeten het met het oude 'My Home Screen' doen. Dit besturingssysteem werkt op zich prima en ziet er keurig uit, maar het aantal beschikbare apps is aan de lage kant. Een groot probleem is dat niet, want de belangrijkste videodiensten zijn gewoon beschikbaar. Je kunt het homescreen naar eigen inzicht aanpassen met verschillende indelingen en achtergronden.
Het hoofdmenu en de elektronische programmagids zien er exact hetzelfde uit als bij Firefox OS. In het geval van het menu is dat positief, want het is mooi ingetogen en overzichtelijk. De epg vinden we er wat kleurgebruik betreft gedateerd uitzien, maar de werking ervan is prima en bovendien is het handig dat het huidige kanaal linksboven in de hoek wordt vertoond. Het smart-tv-gedeelte van de DS500 mag dan niet het modernste zijn, het werkt prima en aan de werking ontbreekt niets.
De ingebouwde mediaspeler kan foto's, muziek en video's afspelen vanaf een aangesloten usb-apparaat of vanaf je netwerk door middel van dlna. Er worden veel verschillende bestandsformaten en codecs ondersteund, maar doordat Panasonic op licentiegelden heeft bespaard, werkt dts-geluid niet. Dit is een groot gemis, want hierdoor moeten veel films het zonder geluid doen. Ondertitels werken goed, al zien ze er wat rafelig uit, en de grootte en positie zijn in te stellen.
Philips
De Philips PFS5501 draait op Android TV, Googles besturingssysteem voor televisies en mediaspelers, dat is gebaseerd op Android 5.1 Lollipop. De gebruikte soc is een MediaTek MT5861, die is voorzien van twee Cortex A17-cpu-cores en een Mali-450-gpu. Er is 1,6GB flashopslag aanwezig. De soc is redelijk zwak en speciaal voor televisies ontwikkeld. Om te compenseren voor de beperkte rekenkracht draait de interface niet op de volledige full-hd-resolutie, maar op slechts op 1280x720 pixels. Hierdoor draait de interface best soepel en ook redelijk veel games doen het goed, maar de zwaardere 3d-games draaien schokkerig. Ook ziet de interface er hierdoor wat korrelig en onscherp uit, maar met deze concessie valt in de praktijk te leven.
Het aanbod van apps is groot, maar doordat er geen touchscreen aanwezig is, moeten ze wel alternatieve bedieningswijzen ondersteunen en dat betekent dat het aantal beschikbare apps bij lange na niet zo groot is als op tablets en telefoons die draaien op Android. Handig is de ingebouwde ondersteuning van het Cast-protocol, dat we kennen van Googles Chromecast, waarmee je eenvoudig vanaf een mobiel apparaat video's kunt afspelen op je tv. Aan het uiterlijk van Android TV mogen de tv-fabrikanten niet al te veel veranderen, maar TP Vision, de maker van Philips-tv's, heeft het ontwerp van de menu's op een nette manier aangepast. Ook de epg ziet er keurig verzorgd uit.
De ingebouwde mediaspeler ondersteunt veel bestandsformaten en codecs bij het afspelen van foto's, video's en muziek. Toch heb je er niet veel aan, want de meeste testvideo's worden niet soepel afgespeeld. Ondertitels zien er mooi uit, maar zijn niet aan te passen wat grootte en positie betreft. Het is mogelijk om je eigen mediaspeler uit de Play Store te installeren, waarvan we er enkele hebben geprobeerd. Helaas lukte het ons niet om onze testvideo's vlekkeloos afgespeeld te krijgen.
Interface en mediaspeler: Samsung en Sony
De K5600 draait op het Tizen-besturingssysteem en daarvoor is inmiddels een flink aantal apps beschikbaar. Als je op de homeknop drukt, verschijnt er een balk met iconen onder in beeld. Links staan iconen voor instellingen, ingangen en zoeken, die een vaste plek hebben. De rest van de iconen kun je naar eigen inzicht verplaatsen of verwijderen. Sommige apps, zoals die van Netflix of YouTube, leveren een tweede balk met aanbevelingen op. Als je live-tv selecteert, krijg je daar onlangs bekeken kanalen te zien met daarnaast de epg, de kanalenlijst en een lijst met tv-opnamen.
De vormgeving van de interface oogt modern en werkt prettig. Door het slimme ontwerp heb je geen uitleg nodig en zullen nieuwe gebruikers snel hun weg weten te vinden. De epg ziet er overzichtelijk uit en toont het huidige programma in de linkerbovenhoek. Ook het instellingenmenu is strak vormgegeven en is logisch ingedeeld. Samsung heeft nu ook de spelmodus op de juiste plek onder de beeldinstellingen neergezet. Eerder was deze op een onlogische plek onder Algemeen te vinden.
De mediaspeler werkt goed. De lijst met ondersteunde bestandsformaten en codecs is lang, waardoor onze testbestanden bijna allemaal keurig worden afgespeeld. Zelfs onze 1080p-testbestanden, gecodeerd met hevc, vormen geen probleem. Ook is de ondersteuning voor ondertitels goed en bovendien is het formaat ervan aan te passen. Helaas zijn ze niet zo klein te krijgen en zijn ze niet in hoogte verstelbaar, waardoor je ze niet in de onderste zwarte balk van een film in CinemaScope-formaat kunt plaatsen.
Sony
De duurdere modellen van Sony draaien allemaal op Android TV van Google, maar de WD750 is voorzien van een doorontwikkelde en versoberde versie van het besturingssysteem, zoals dat door het Japanse merk werd gebruikt voor de komst van Android TV. Het aantal beschikbare apps is hierdoor flink lager, maar de belangrijkste videodiensten, zoals Netflix en YouTube, zijn gewoon beschikbaar en in de Opera TV Store zijn er nog meer te vinden. Het homescreen is gereduceerd tot een simpel menu dat links in beeld verschijnt en dat werkt best goed.
De interface reageert vlot, waardoor deze tv zich prettig laat bedienen. Wel kan het starten van apps soms wat lang duren. Het hoofdmenu ziet er simpel uit en heeft een ingetogen design met lichte letters op een donkere achtergrond. Ook de elektronische programmagids heeft een simpel en overzichtelijk ontwerp. Helaas wordt het actieve kanaal niet in een hoek getoond, maar zo is er wel meer ruimte voor programma-informatie beschikbaar.
De ingebouwde mediaspeler is eveneens simpel uitgevoerd, maar werkt goed. Je kiest eerst of je foto's, muziek of video's wil afspelen, waarna je kunt kiezen vanaf welk apparaat dat moet gebeuren. Dat kan een usb-stick of harde schijf zijn, maar ook kan er via dlna op het netwerk naar bronnen worden gezocht. De ondersteuning van bestandsformaten en codecs is goed; de meeste testbestanden werden feilloos afgespeeld. Ook worden ondertitels keurig weergegeven, al kun je daar verder niets aan instellen. Wel duurt het starten van een video wat lang en is het gek genoeg niet mogelijk om in videos verder- en terug te spoelen.
Beeldeigenschappen
De geteste televisies van Panasonic, Philips en Sony zijn voorzien van een ips-beeldpaneel en dat moet betere kijkhoeken opleveren. Samsung heeft gebruikgemaakt van een va-paneel en hoewel de kijkhoeken daarvan minder goed zijn, leveren dergelijke panelen een duidelijk beter contrast op. Om te laten zien hoe het beeld verandert als je niet recht van voren kijkt, hebben we van elke tv steeds twee foto's gemaakt met identieke belichting. De ene recht van voren en de andere onder een hoek van vijfenveertig graden.
We zien dat de kleurweergave van de Panasonic, Philips en Sony inderdaad goed blijft als je onder een hoek kijkt. Wel valt op dat de helderheid afneemt, waarbij het beeld van de Panasonic er onder een hoek het donkerst uitziet. Bij de tv van Samsung zien we dat de kleuren onder een hoek duidelijk minder verzadigd zijn. Ook zien we dat het contrast flink terugloopt, doordat 'zwart' helderder wordt.
Uniformitieit backlight
Beeldschermen met een lcd-paneel zijn altijd voorzien van een backlight en het is voor fabrikanten een hele uitdaging om het licht dat wordt opgewekt door leds netjes over het scherm te verdelen. Om de uniformiteit van de backlight in beeld te brengen hebben we foto's gemaakt van een wit scherm, waarbij we voor middengrijs hebben belicht, zodat de helderheidsverschillen duidelijker zichtbaar worden.
Bij alle schermen zijn lichtere en donkere plekken te zien, maar de tv van Sony verdeelt het licht het best over het hele scherm. De geleidelijke overgangen van licht naar donker, zoals we die bij Panasonic en Philips zien, vallen bij normaal kijken meestal niet zo op, maar bij het scherm van Samsung zitten er aan de linkerkant in de hoeken een paar donkere plekken die wat opvallender zijn. Onder een hoek zien we dat alle schermen donkerder worden, maar aan de uniformiteit verandert niet veel.
Backlight-bleeding
Een bekend probleem van lcd's is de relatief slechte weergave van zwart, doordat met deze techniek het licht van de backlight nooit helemaal tegengehouden kan worden. Hierdoor is het contrast van lcd's flink lager dan van andere schermtechnieken, zoals crt's, plasma's en oleds. Het door Samsung gebruikte va-paneel zou een betere zwartweergave moeten opleveren dan de ips-panelen van de andere merken.
Recht van voren gezien is de zwartweergave bij de Samsung-tv inderdaad beter dan bij de andere merken. Helaas zijn er, vooral aan de linkerkant, wat lichtere plekken te zien, die vooral bij het kijken naar een film in CinemaScope-formaat opvallen. De andere schermen geven zwart weer als donkerblauw en dat valt nog veel meer op bij het kijken naar een film met zwarte letterbox-balken. Bij het kijken onder een hoek krijg je bij de ips-panelen flinke helderheidsverschillen te zien, maar het va-paneel van Samsung ziet er het slechtst uit; het beeld wordt grijs en aan de randen zijn diverse lichtlekken te zien.
Inputlag, energiegebruik en geluid
Gameconsolebezitters doen er goed aan om bij de aanschaf van een nieuwe tv te letten op de inputlag. De inputlag is de tijd die een televisie nodig heeft om de gamebeelden die via hdmi worden aangeboden, daadwerkelijk weer te geven. Bij een hoge inputlag worden actiegames moeilijker om te spelen en voelt de bediening 'stroperig' aan. Gelukkig zijn de meeste moderne televisies uitgerust met een gamemodus, waarbij alle onnodige beeldverwerking wordt uitgeschakeld om zo de inputlag te verlagen.
Helaas is de Panasonic DS500 niet met een speciale gamemodus uitgerust. Je kunt de gebruikte hdmi-ingang wel hernoemen naar 'spel', maar daardoor neemt de inputlag niet af. Ook het inschakelen van '1080p Pixel Direct' leverde geen snellere respons op en dus heeft deze tv met 40ms de hoogste inputlag van deze test. Daarmee is de Panasonic minder geschikt voor kritische gamers. Samsung doet het met 19ms het best, maar de televisies van Philips en Sony zijn niet veel langzamer, waardoor de verschillen tijdens het spelen voor verreweg de meeste mensen niet merkbaar zullen zijn.
Energiegebruik
Alle televisies uit deze test hebben hetzelfde A+-energielabel meegekregen en omdat ze allemaal dezelfde beeldmaat hebben, zijn de verschillen in verbruik klein. Bij lcd-televisies is de backlight van het scherm de grootste energieverslinder en het verbruik is dan ook sterk afhankelijk van de afstelling daarvan. Om een eerlijke vergelijking mogelijk te maken hebben we alle televisies afgesteld op een helderheid van 120cd/m². Dit is fel genoeg voor een mooi beeld in een kamer met gematigd licht, zoals dat 's avonds in veel huiskamers aanwezig is.
Sony heeft de efficiëntste backlight in deze round-up ontworpen, met een verbruik van 36W. Het model van Panasonic verbruikt slechts 1W meer en de Samsung 3W. Met een verbruik van 42W doet de tv van Philips het het slechtst, met een verschil van zo'n zeventien procent ten opzichte van het zuinigste model. Ondanks de verschillen in verbruik zijn deze televisies allemaal zuinig met energie en is de impact op de energierekening van het gemiddelde huishouden gering. De modellen van Panasonic en Samsung zijn voorzien van een omgevingslichtsensor, waarmee de helderheid automatisch aangepast kan worden. Zo heb je onder alle omstandigheden een mooi beeld en verbruikt de tv niet onnodig veel.
Geluid
Het geluid van televisies vormt vaak een zwak punt. Doordat er meestal maar kleine, goedkope luidsprekers worden gebruikt, die ook nog eens op een ongunstige plaats worden gemonteerd, klinken de meeste televisies verre van indrukwekkend. Alle televisies uit de test zijn voorzien van naar beneden gerichte luidsprekers aan de onderkant van de behuizing. Hierdoor hebben ze allemaal een matig stereobeeld en valt er veel te winnen met een extern audiosysteem waarvan de luidsprekers wel op je oren gericht zijn.
Van de geteste modellen klinkt de Philips het slechtst; het geluid is blikkerig en gaat bovendien niet hard. De laagweergave van de Panasonic is niet veel beter, maar de middentonen worden mooier weergegeven, waardoor de verstaanbaarheid van stemmen beter is. Ook kan deze tv een stuk harder zonder dat het geluid gaat vervormen, al is bij hogere volumes wel veel compressie hoorbaar. De Sony klinkt zeer vergelijkbaar, maar kan het hardst van allemaal. Op maximaal volume klinkt het geluid overigens schel en daarmee doet het onprettig aan. Samsung heeft het beste luidsprekersysteem ingezet; er is duidelijk meer laag hoorbaar en het geluid klinkt op wat hogere volumes ook nog best goed.
Metingen
Als je in een kamer met veel omgevingslicht televisie kijkt, zul je daarvoor moeten compenseren door de helderheid van de backlight op te schroeven, anders ziet het beeld er maar flets uit. We hebben van alle televisies gemeten hoe fel het scherm is op de maximale stand.
De Philips PFS5501 produceert het minste licht in de maximale stand, maar nog altijd genoeg voor de meeste huiskamers. Wel moet direct invallend zonlicht worden vermeden voor een mooi beeld. De Samsung K5600 en de Sony WD750 leveren een wat lichter beeld, maar het scheelt niet veel. De DS500 van Panasonic heeft met afstand het felste beeld en is daarmee de beste keuze voor mensen die geen goede zonwering hebben.
Van alle metingen is de contrastmeting de belangrijkste graadmeter van de beeldkwaliteit. Wij voeren hem uit volgens de ansi-methode, waarbij we acht witte en acht zwarte vlakken meten en daarvan het gemiddelde nemen om zo tot een contrastverhouding te komen.
Samsung is wat contrast betreft duidelijk de winnaar, maar zoals we twee pagina's eerder hebben gezien, bereik je dit goede contrast alleen als je redelijk recht voor het scherm zit. De ips-panelen van Panasonic, Philips en Sony hebben een stuk minder contrast, maar dit blijft wel beter gehandhaafd als je onder een hoek kijkt.
De grijstintenmeting is de beste graadmeter voor de kleurweergave. Voordat we zijn gaan meten, hebben we bij elke tv de beste voorinstelling uitgekozen. Bij Panasonic was dit 'true cinema', bij Philips en Samsung presteerde de stand 'film' het beste en bij Sony is dat 'gebruiker'.
De televisie van Samsung is in de fabriek netjes gekalibreerd en heeft van alle geteste modellen de kleinste afwijkingen, met een gemiddelde ΔΕ2000 van slechts 1,3. De andere televisies zijn wat minder netjes afgesteld, maar nog altijd zijn deze afwijkingen met het blote oog nauwelijks zichtbaar. Bij de Panasonic was het overigens nodig om de gamma eerst op de gewenste waarde van 2,2 te zetten, want standaard staat deze op 2,4; een waarde die geschikter is voor een donkere kamer.
De filmstand van de Philips levert op zich goede kleuren op, maar het viel ons op dat het beeld er wat onscherp uitzag. Dit kwam doordat de 'scherpte' standaard op 0 staat en in deze stand wordt het beeld actief vervaagd. We verkrijgen het beste resultaat met de scherpte op 2, maar helaas zijn er in deze stand al lichte halo's rond contrastovergangen te zien. Heel ernstig is dit niet, maar het is dus niet mogelijk om een stand te vinden waarbij het beeld niet wordt aangetast.
Als laatste kijken we naar de primaire en secundaire kleuren. Deze meting vertelt het minste over de ervaren beeldkwaliteit, omdat er alleen naar zeer verzadigde kleuren wordt gekeken.
We zien dat Samsung opnieuw het beste scoort, met een gemiddelde ΔΕ2000 van slechts 1,3. De afwijkingen van de andere televisies zijn wat groter, maar met het blote oog eigenlijk niet zichtbaar. Alleen de tv van Philips laat afwijkingen zien die je met je eigen ogen kunt waarnemen, maar alsnog zijn de verschillen zo klein dat ze niet echt opvallen.
Fotogalerij
Conclusie
Welke van de vier geteste televisies is nu de beste? Dat hangt natuurlijk af van wat je van een tv verwacht. Wil je bijvoorbeeld via de satelliet tv kunnen kijken zonder dat daar een losse decoder voor nodig is, dan kom je vanzelf uit bij de PFS5501 van Philips. Ook als je veel hdmi-aansluitingen nodig hebt, is deze tv de beste keuze, want als enige tv in deze round-up heeft hij er vier. Ook heeft deze tv dankzij Android TV veruit het grootste app-aanbod. Wat beeld en geluid betreft is het niet de beste keuze, want de scherpteregeling maakt het beeld óf te onscherp óf juist te scherp, en ook het geluid laat te wensen over en klinkt blikkerig.
De Panasonic DS500 is een prima tv, maar een uitblinker is het niet. Alleen op het gebied van helderheid verslaat hij de concurrentie, waardoor het de beste keuze is voor mensen die kijken in een ruimte zonder goede zonwering. Met het uiterlijk van dit model is weinig mis, maar het gebruik van zwart glimmend plastic voor de bezels ziet er wat goedkoop uit. Voor gamers is het verreweg de slechtste keuze, want een speciale spelmodus ontbreekt, waardoor de inputlag op een relatief hoge 40ms uitkomt.
Wie veel waarde hecht aan het design van een tv, moet bij Sony zijn, want de WD750 ziet er, uiteraard naar onze mening, het mooist uit van alle geteste modellen. De behuizing is erg plat en de bezels zijn van mooi afgewerkt metaal gemaakt. De voet is helaas met plastic afgewerkt, maar is wel voorzien van kabelgeleiders, zodat de kabels uit het zicht te houden zijn. Het smartgedeelte van dit toestel is niet uitgebreid, maar voor veel mensen is dit eerder een voordeel dan een nadeel.
De K5600 van Samsung heeft voor- en nadelen. Hij is keurig vormgegeven, maar door het veelvuldig gebruik van plastic ziet het er allemaal wat goedkoop uit. Bij de kruisvormige voet voelt het gebruikte plastic behoorlijk gammel aan, al is de voet uiteraard sterk genoeg om het gewicht van de tv zonder problemen te dragen. Ook de afstandsbediening voelt en oogt goedkoop aan, en heeft een nogal drukke lay-out. Toch is deze televisie nipt de winnaar van deze test, dankzij de prima beeldkwaliteit met nauwkeurige kleurweergave en het hoogste contrast. Daarbij heeft dit model het beste geluid en de laagste inputlag. Helaas is deze televisie op dit moment nog wat duurder dan de andere modellen, maar gezien de goede beeld- en geluidskwaliteit is dit verschil zeker gerechtvaardigd.