Inleiding
Het tijdperk van de Wintel-computers lijkt ten einde te lopen. Mobiele apparaten werken vaak op basis van andere hard- en software, en in de gevirtualiseerde wereld van cloud computing doet het er feitelijk niet meer toe welke processors het werk uiteindelijk doen.
Nu eindgebruikers steeds minder zien van de onderliggende infrastructuur, worden de aanbieders van cloud-diensten steeds belangrijker voor Intel. Zo werkt het bedrijf als technisch adviseur binnen de Open Data Center Alliance samen met anderen aan het ontwikkelen van gebruiksmodellen en referentie-implementaties.
Generieke cloud computing lijkt met name aangeboden te worden door twee groepen bedrijven. De eerste groep bestaat uit wereldwijde dienstverleners als Amazon, Google en Microsoft, en richt zich met name via het internet op onder meer particulieren, start-ups en zakelijke projecten. Deze bedrijven beschikken al over een uitgebreide infrastructuur, die voor schaalgrootte en lage kosten is geoptimaliseerd. Google heeft daarvoor niet alleen het beheersysteem maar ook de datacenters, de form factor van de computers en de opslagsystemen zelf ontworpen. De clouddiensten van Amazon zijn voortgekomen uit de reservecapaciteit van de eigen infrastructuur. Microsoft ten slotte heeft zijn clouddiensten gebaseerd op zijn eigen besturingssystemen en online diensten.
De tweede groep bestaat uit hardwareleveranciers als IBM en HP, en hosting/colocatie-aanbieders als Terremark en Rackspace. Deze bedrijven bedienen vooral hun bestaande zakelijke klanten; de cloud is voor hen een voor de hand liggende uitbreiding op hun bestaande business. Het liefst verkopen zij immers managed hosting en andere dienstverlening met een relatief hoge winstmarge.
Eerder dit jaar bracht Intel deze twee werelden bij elkaar tijdens een persevenement in België, waar Tweakers.net ook bij aanwezig was.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
Gratis of bijna gratis
"Consumenten en bedrijven verstaan elk heel verschillende dingen onder de cloud", zegt Intels marketing-directeur Alan Priestley. "Voor consumenten gaat het om gratis of bijna gratis online diensten, maar bedrijven willen helemaal niet al hun applicaties naar Amazon of Google overzetten. Voor hen is de cloud een manier om in korte tijd nieuwe functionaliteit online te brengen. Nu moeten zij eerst een server bestellen, software kopen, en functionaliteit ontwikkelen en testen. Dan ben je zo zes maanden verder. Het is niet langer een kostenpost, maar een manier om snel kansen te benutten."
Dylon Larson, Intels marketing-directeur voor Xeon-hardware, noemt de huidige clouddiensten echter onvolwassen. Volgens hem voorzien de huidige service level agreements onvoldoende in compliance, beveiliging en controle. "Je krijgt wat je koopt", vult Priestley aan. "Als je tien cent per server per uur betaalt, dan kun je ook niet klagen als die omvalt. Maar er zijn ook leveranciers die bijvoorbeeld vijftig cent vragen. Hun onderscheidende waarde is niet de prijs, maar de beschikbaarheid van diensten.
De rol van de it-afdeling verandert daardoor. Het gaat niet meer om het kopen en beheren van servers, maar om het beheren van leveranciers en SLA's. Hetzelfde geldt voor de leverancier. Deze verkoopt niet langer de servers, maar de diensten." Larson verwacht dat het aanbod van de volgende generatie cloudaanbieders beter bij de behoefte zal aansluiten. "Daar liggen met name kansen voor telecombedrijven. Zij zijn gewend om met grote infrastructuren en bijbehorende SLA's om te gaan."
Einde Wintel-tijdperk
Intel lijkt in deze beweging een beetje buiten de boot te vallen. De client is inmiddels niet meer vanzelfsprekend een Wintel-pc, en de server wordt steeds minder zichtbaar. De eindgebruiker koopt immers zelf geen hardware meer, alleen nog virtuele machines en kant-en-klare applicatie-omgevingen: de infrastructuur en het platform worden als services afgenomen. Daarmee moet Intel zijn klanten meer en meer zoeken onder oem's en cloud-aanbieders.
/i/1322738567.jpeg?f=imagenormal)
Deze rol op de achtergrond zien we terug in Intels deelname aan de Open Data Center Alliance. Daarin werken meer dan 250 grote dienstverleners en gebruikers van datacenters en cloudtechnologie samen aan best practices en gebruiksscenario's. Onder de leden zien we bedrijven als BMW, Capgemini, Deutsche Bank, Terremark, Atos Origin, ING, Motorola, Tata, Dell, EMC, Red Hat, C1000, eBay, HDS, Pfizer en Renault. Samen zijn ze goed voor een jaarlijks it-budget van meer dan 100 miljard dollar. Intel fungeert voor deze organisatie als technisch adviseur.
Gebruiksmodellen
Xeon-processors
Het mag geen verbazing wekken dat Intel erg de nadruk legt op de Xeon-processors die in de onderliggende systemen zitten, ook al hebben die weinig of niets met de daarop draaiende oplossingen te maken. Bij clouddiensten gaat het immers vooral om managementsoftware.
Wel ontwikkelt Intel de lowlevel softwarelibrary's die nodig zijn om de hardware te benutten en te beheren. Daarbij kan worden gedacht aan de informatie om de verbruikte resources in rekening te brengen. Om dat nauwkeurig te doen, moet per virtuele machine worden bijgehouden hoeveel verwerkingscycli zijn gebruikt. Dat betekent dat deze informatie zonder al te veel overhead toegankelijk moet zijn en dat de resultaten van verschillende servers gemakkelijk opgeteld kunnen worden.
Een ander voorbeeld is de Trusted Execution Technology, oftewel 'TXT'. Deze is ingebakken in Intels processors, chipsets en bios'en, en zorgt voor de onderlinge afscherming van software-onderdelen. Op die manier kunnen zowel de hypervisor als de daarop draaiende virtuele machines worden beveiligd. TXT is echter niet geheel onomstreden: dezelfde technologie kan ook worden gebruikt om drm op hardwareniveau af te dwingen.
Intel Underneath
Hoewel de cloud Intel als merk meer naar de achtergrond drukt, wil dat niet zeggen dat het bedrijf minder gaat verkopen. "De belangrijkste reden voor de ontwikkeling van de cloud is de enorme groei in internetgebruik, apparaten en verkeer", aldus Larson. "Dat is een belangrijke drijfveer voor de servermarkt." Het server-verhaal doet nogal denken aan de vroegere strategie van Sun: met als belangrijkste adagium 'The Network is the Computer' probeerde dat bedrijf zoveel mogelijk functionaliteit van de client naar de server te verplaatsen. Sun zette zich, onder andere met thin clients, altijd scherp af tegen Microsoft, met als achterliggend doel om daarbij zo veel mogelijk van hun servers te verkopen.
De 'Intel Inside'-campagne, die dit jaar zijn twintigste verjaardag vierde, is de belangrijkste peiler onder de naamsbekendheid van Intel. Vorig jaar noemde Interbrand de chipmaker het op zes na best bekende merk ter wereld. Daarmee staat Intel onder Coca Cola, IBM, Microsoft, Google, General Electric en McDonalds, maar boven bedrijven als Disney, HP, Toyota, Mercedes, Cisco, BMW, Apple en Marlboro.
De tijd dat het er echt toe deed welke processor je in je systeem had, laten we met virtualisatie en de cloud steeds verder achter ons. Wie kan zich bedrijven als Cyrix, C&T en NexGen nog herinneren? Twintig jaar geleden waren er grote verschillen in prestaties van processors van verschillende leveranciers. Bovendien waren er regelmatig compatibiliteitsproblemen in de instructieset, waardoor verschillende softwareversies niet altijd op alle processors draaiden. "Het ging altijd om de continuïteit van de x86-instructieset", aldus Larson, "maar inmiddels zitten er een heleboel softwarelagen tussen de hardware en de applicaties." Wellicht dat Intel ons via zijn cloud-partners binnenkort verrast met een nieuw "Intel Underneath"-logo en bijbehorend riedeltje.