Intro
Tot een jaar of twee geleden waren moederborden met plaats voor meer dan 1 processor alleen in gebruik voor servers en superzware grafische werkstations. Deze systemen hadden meestal Pentium Pro of Pentium II processoren aan boord, wat in combinatie met veel geheugen en SCSI controllers een prijs opleverde die voor de gewone consument onmogelijk te betalen was. Door het ontbreken van een goed allround besturingssysteem voor dual processor systemen (onder NT4 kun je nauwelijks een spelletje spelen, Linux bleek voor veel mensen te ingewikkeld) bleef het thuisgebruik van SMP (Symmetric Multi Processing)-systemen erg beperkt.
In 1999 veranderde dat: Abit kwam met de BP6, een moederbord gebaseerd op Intel's mainstream BX-chipset en voorzien van 2 PPGA sockets, speciaal voor de goedkope Celeron processor. Bovendien verschenen op dat moment de eerste goed bruikbare versie's van Windows 2000 waarmee je stabiel systeem kon bouwen dat geschikt was voor allerlei verschillende toepassingen.
De combinatie van een Abit BP6 + 2 Celeron 366 processoren kreeg vanwege de bijna gegarandeerde overklokbaarheid tot 550 MHz en de extreem lage prijs (zo'n 800 gulden voor de combinatie) een bijna legendarische status onder enthousiaste gebruikers. Ruim anderhalf jaar na dato kan deze combinatie onder Windows 2000 nog makkelijk meekomen met het huidige GHz+ geweld van AMD en Intel, terwijl even dure combinatie's uit dezelfde periode allang te traag zijn bevonden.
After the BP6...
Na de BP6 viel een gat: de BX chipset werd opgevolgd door de verguisde i820 en i815, waarvan de laatste ongeschikt is voor configuraties met meerdere CPU's. De problemen van de i820 zijn bekend, en de i840 is dan wel een stuk beter maar ook erg duur. Bovendien is de Celeron II niet langer bruikbaar in dual-CPU configuraties zodat je veroordeeld bent tot de duurdere Pentium III.
Concurrent AMD heeft nog altijd geen dual configuratie op de markt kunnen brengen. Hoewel er erg veel verwacht wordt van de 760MP chipset zal het nog tot het tweede kwartaal van 2001 duren voordat deze verkrijgbaar is.
Het is nog steeds mogelijk een dual-moederbord met de oude vertrouwde BX chipset aan te schaffen maar daar heb je niets aan als je een processor wilt gebruiken met een 133 MHz FSB. Uit huize Intel is er op dit moment simpelweg geen goede en voordelige chipset voor SMP-configuraties. Het is wel mogelijk de FC-PGA Pentium III's te gebruiken op de BP6 maar dan heb je 2 speciale converters nodig en er zijn grote stabiliteitsproblemen.
Gelukkig zijn er ook nog andere chipsetfabrikanten zoals Serverworks en VIA. De Serverworks III chipset is een perfecte opvolger van de BX maar helaas ook flink duurder. Deze chipset zul je dan ook vooral tegenkomen in servers (De Tweakers.net database-server heeft een Supermicro 370DLE moerderbord, gebaseerd op deze Serverworks chipset) en duurdere workstations. Nog altijd geen goede en voordelige oplossing voor thuis. Dan maar eens bij VIA winkelen: en zowaar, VIA heeft de Apollo Pro 133A, geschikt voor een 133 MHz FSB en bruikbaar in SMP configuraties. Bovendien is de Apollo spotgoedkoop in vergelijking met de chipsets van Intel en Serverworks.
Inmiddels is er een aardig aantal dual-CPU moederborden op de markt, gebaseerd op de VIA chipset. Drie daarvan worden hier met elkaar vergeleken: Computerland stuurde de al langer bekende 694D Pro van MSI (ook bekend als MS-6321) en Narwal leverde de SDVIA van Rioworks. De langverwachte opvolger van de BP6, de VP6 werd door Abit geleverd (met dank aan Joost van Amor). In deze test wordt gekeken of wat de beste opvolger van de BP6 is: een compleet, voordelig en snel dual-platform voor thuisgebruik.
Nader bekeken: MSI 694D Pro
Het MSI bord is voorzien van 4 DIMM banken (maximaal 2 GB), 5 PCI sloten, een gewone AGP poort en een CNR slot. Als extra is dit type bord voorzien van een Promise ATA100 controller zodat je in totaal 8 IDE-apparaten aan kunt sluiten en twee IEEE 1394 "Firewire" poorten. Hiervoor wordt een losse kabel bijgeleverd die aangesloten dient te worden op 2 connectoren boven de PCI sloten. Als je kast boven het AGP slot nog een vrije positie heeft is er niets aan de hand maar als dat niet het geval is kost installatie van de kabel je een PCI slot, en dat is jammer.
De 694D is het enige bord uit deze test met onboard sound. Hoewel het standaard in de VT82C686A southbridge zit, kiezen Rioworks en Abit ervoor geen connectoren aan te brengen op het moederbord. De layout is verder goed voor elkaar: niets zit op een echt vervelende of onhandige plek. Er zijn drie fan-headers aanwezig, waarvan 2 al in beslag worden genomen door de CPU fans. Op de overgebleven connector kun je een casefan aansluiten. Zoals gebruikelijk levert MSI een aardig wat extra's mee. In de doos vinden we naast de al genoemde Firewire kabel een "Premium CD Package" bestaande uit Ulead VideoStudio 4.0 Basic SE en een CD met sample filmpjes die je kunt gebruiken in VideoStudio. Voor de doe-het-zelver zit er een bouwpakket van een MSI kalender (je moet er maar op komen) in de doos. De standaard driver-CD is ook goed gevuld met allerhande applicaties en tools.
Voor overklokken zijn 23 verschillende FSB's beschikbaar (66, 75, 79, 83, 90, 95, 100, 110, 115, 120, 129, 133, 147, 152, 154, 157, 159, 162, 166, 171, 180, 190 en 200 MHz) Deze indeling is niet handig: het meeste overklokken vindt plaats met FSB's tussen 100 en 150 MHz en daar heb je maar 6 keuzes. Om één of andere vage reden heb je tussen 150 en 200 MHz, snelheden die je waarschijnlijk never nooit zult halen meer keuze: 10 verschillende FSB's. Wel gunstig is dat het core voltage per processor apart ingesteld kan worden.
De 694D komt het meest over als een "consumentenbord", en dan met name gericht op videobewerking: standaard Firewire en erg compleet qua software.
Nader bekeken: Abit VP6
De opvolger van de legendarische BP6 lijkt behoorlijk op het MSI bord: er zijn evenveel DIMM banken en PCI sloten en ook de plaatsing van de FC-PGA sockets is ongeveer gelijk. Daarentegen is er geen CNR slot en ontbreekt de onboard sound. Als extra is er een Highpoint 370 IDE-RAID controller aanwezig. De controller ondersteund ATA 100 en biedt de mogelijkheid een RAID 0, 1 of 0+1 array te bouwen. Voor twee extra USB poorten wordt eveneens een kabel meegeleverd.
Op de VP6 zijn eveneens 3 fan headers aanwezig en dat is toch wel weinig voor een moederbord van een fabrikant die bekend staat om haar goede tweakmogelijkheden. Gelukkig krijgt de koper van de VP6 wel de beschikking over het gerenommeerde Softmenu III waarmee alle FSB's tussen 66 en 200 ingesteld kunnen worden. Aanpassing van het core voltage is mogelijk in stapjes van 0,05 volt, maar dit kan niet per processor apart. Daarnaast kan het I/O voltage aangepast worden in stapjes van 0.1 volt.
Voor extra software hoef je bij Abit niet te zijn: de standaard spullen staan op de CD maar meer ook niet. Dit is duidelijk een no-nonsense bord: de belangrijkste zaken zitten erop.
Nader bekeken: Rioworks SDVIA
De SDVIA is nogal afwijkend van de andere twee borden uit de test: het is het enige bord met 6 PCI sloten, het enige bord met meer dan 3 fan-headers (5) en het enige bord met een AGP-Pro slot. Bovendien is er een onboard 10/100 MBit netwerkkaart in de vorm van een Intel 82559-chip. Tenslotte is de SDVIA voorzien van een AMI Hyperdisk 100 IDE-RAID controller. Deze controller wordt minder vaak gebruikt dan de Highpoint controller die op de VP6 te vinden is hoewel de mogelijkheden exact gelijk zijn.
Ook de layout van de SDVIA is anders: in plaats van onder een hoek van 90 graden zoals bij de VP6 en de 694D staan de FC-PGA sockets parallel aan elkaar. Dit moet ook wel omdat er anders geen plaats zou zijn voor het 6e PCI slot en persoonlijk vind ik deze opzet wat handiger: door de grotere afstand tussen socket en DIMM-banken hoef je je geheugen niet te verwijderen als je aan de fans gaat rommelen.
Voor het tweakwerk kan gekozen worden uit slechts 13 verschillende FSB's (66, 75, 83, 95, 100, 103, 112, 124, 129, 133, 138, 140 en 150 MHz), terwijl het aanpassen van voltages niet mogelijk is.
Toch maakt de SDVIA een goed doordachte en complete indruk: Er zijn twee aparte handleidingen (voor het moederbord zelf en een aparte voor RAID en onboard LAN, met veel extra uitleg) een zakje extra jumpers en een aparte backplate speciaal voor dit bord worden meegeleverd.
Nog iets anders…
Na al flink wat moederborden gebruikt en getest te hebben moet me toch nog iets van het hart: naar mijn mening is het absoluut idioot dat geen enkele moederbordfabrikant in staat is een fatsoenlijke en duidelijke indeling te bedenken voor de aansluitingen van power en HDD-leds, de power- en resetknop en de speaker. Het is elke keer weer zoeken en gokken naar de goede instellingen, de piepkleine en nauwelijks zichtbare aanduidingen op het moederbord helpen geen zier en de uitleg in de handleiding is doorgaans niet veel duidelijker. Zelfs moederborden van dezelfde fabrikant hebben vaak compleet verschillende indelingen. Is het nu werkelijk zo moeilijk om hiervoor een soort kleurcode te ontwerpen zoals bij de aansluitingen van toetsenbord en muis? Abit doet het in deze test nog het best met 2 rijen netjes per stekkertje gegroepeerde pinnen. Op de SDVIA is het helemaal brak: het is gewoon een blokje van 20 pinnen en je moet aan de hand van een vaag schema maar zien uit te vinden welke stekker waarop moet. Maar goed, tot zo ver deze persoonlijke ergernis…
Benchmark setup
Tijd om aan de slag te gaan met de snelheidsmetingen. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de volgende hardware:
- 2 x Intel Pentium III 700E processor (SL45Y, cB0 stepping)
- 2 x 128 Mb PC133 CAS2 geheugen van MTec
- Hercules 3D Prophet II GTS 32 Mb
- Western Digital 20 GB 7200 rpm HDD
- Samsung 52x CD-Rom speler
- Soundblaster 128 PCI
- IIyama Vision Master Pro 510
- 3Com 905-TX 10/100 Mbit NIC (bij MSI en Abit)
Met dank aan Guillemot, Narwal en Norrod voor het ter beschikking stellen van de componenten.
Als OS werd Microsoft Windows 2000 Professional NL met Service Pack 1 gebruikt. De videokaart gebruikte de Detonator versie 6.31 en voor de VIA chipset werd 4-in-1 patch 4.25 geïnstalleerd. Alle tests werden uitgevoerd met de standaard BIOS instellingen. Het geheugen werd ingesteld op 133 MHz met een CAS-latency van 2. Voor elke test werd de harde schijf gedefragmenteerd en elk bord kreeg een schone Windows 2000 installatie.
Alle drie de borden waren behoorlijk stabiel: alle benchmarks (met uitzondering van Quake 3, maar daarover later meer) werden probleemloos doorlopen. De eerste dual moederborden gebaseerd op de VIA chipset hadden nogal wat stabiliteitsproblemen maar het lijkt erop dat die kwestie nu afdoende opgelost is.
Benchmarkresultaten: SiSoft Sandra 2000
SiSoft Sandra is een volledig statische benchmark: dat houdt in dat alleen de pure prestaties berekend worden. Dit in tegenstelling tot de andere benchmarks die ieder een real-life werkomgeving simuleren.
Zoals te verwachten zijn de verschillen erg klein. In de CPU benchmarks is de SDVIA steeds het snelste, gevolgd door de VP6 en met het MSI bord als langzaamste. Het verschil tussen de SDVIA en de 694D is echter in alle gevallen kleiner dan 0,5% en dat valt nog ruimschoots binnen de foutenmarge van de benchmark. Met andere woorden: het snelheidsverschil is zo klein dat het ene bord niet aanwijsbaar sneller is dan het andere.
Bij de geheugenbenchmark zijn de verschillen iets groter. De VP6 is duidelijk sneller dan de twee concurrenten. Waarschijnlijk zijn de standaard BIOS instellingen van de VP6 wat beter geoptimaliseerd dan die van de Rioworks en de MSI. Het verschil tussen het snelste en het traagste bord is echter nog steeds niet groter dan zo'n 7%. De vraag is nu of we dezelfde verschillen ook terugzien in de real-life benchmarks…
Benchmarkresultaten: SYSmark 2000
Bij SYSmark 2000 komt de Abit VP6 met de hoogste score uit de bus, gevolgd door de MSI en de SDVIA van Rioworks. Dat heeft het bord vooral te danken aan de goede prestaties onder kantoorapplicaties, op het onderdeel Internet Content Creation behaalt het MSI bord een even hoge score. Op dit punt blijft de SDVIA juist achter, terwijl dit bord bij Office Productivity precies tussen de andere twee in zit.
In totaal liggen de scores dus behoorlijk dicht bij elkaar, maar uitgesplitst naar applicatie zien we dat er af en toe flinke verschillen zijn.
De VP6 is dan wel het snelste bord in 8 van de 12 applicaties maar bij Adobe Premiere wordt is de MSI veruit de beste. De overige 3 benchmarks worden, hetzij krap, gewonnen door de SDVIA maar dat kan niet verhinderen dat dit bord als langzaamste uit de test komt.
Ter vergelijking heb ik aan deze grafiek de gegevens toegevoegd van een moederbord met dezelfde chipset, maar dan met plek voor slechts 1 processor: de AOpen AX64 Pro. Vrijwel alle applicaties zijn sneller met 2 processors maar er zijn er maar een paar waar een duidelijke winst te zien is. Windows Media Encoder is zo'n 80% sneller, Photoshop en Netscape doen het zo'n 40% beter. De overige applicaties zijn, met uitzondering van Paradox, wel sneller maar de marge schommelt rond de 10-15%.
Benchmarkresultaten: Winstone 99
De Winstone 99 Dual Processor Inspection tests leveren hetzelfde beeld op als SYSmark: de VP6 komt als snelste uit de bus, de MSI is net een tikje langzamer met daar vlak weer achter de SDVIA. Eigenlijk is alleen bij de Visual C++ 5.0 test een verschil te zien dat groter is dan een paar procent: het snelste en het langzaamste bord schelen een vol punt.
Benchmarkresultaten: SPECviewperf 6.1.2
SPECviewperf is een OpenGL benchmark die het uiterste haalt uit processor, moederbord, geheugen en vooral grafische kaart. Hoewel de GeForce 2 nu niet echt bekend staat als een professionele rendering kaart (daarvoor zul je hem moeten omsolderen tot een Quadro) geeft deze benchmark een goed beeld van de prestaties van de moederborden in een grafisch werkstation.
En, wat een verassing: de VP6 is in 5 van de 6 onderdelen de snelste, terwijl SDVIA en 694D weer heel dicht bij elkaar liggen.
Ik had ook nog willen testen met Quake III, één van de weinige spellen die dual processor ondersteuning hebben. Dit leverde echter onoverkomelijke problemen op: op geen van de borden was het mogelijk een volledige testrun goed af te ronden. Compleet willekeurig weigerden bepaalde kleur- en resolutieinstellingen te werken waarna heel Quake III opnieuw geïnstalleerd diende te worden. Na een aantal vruchteloze pogingen met verschillende patches heb ik maar besloten de boel de boel te laten omdat het anders veel te veel tijd in beslag zou nemen. Bovendien zouden de resultaten onbetrouwbaar zijn: op het ene bord wilde een resolutie van 1024x768 en High Quality instellingen wel werken, op een ander bord weer niet etc.
Conclusie benchmarks
Uit de tests blijkt dat de Abit VP6 over het algemeen als snelste uit de bus komt. Op enkele uitzonderingen na behaalt dit bord in elke benchmark de hoogste score. Op enige afstand geven de MSI 694D en de Rioworks SDVIA elkaar weinig toe. Het MSI moederbord is in een enkele test duidelijk sneller dan de overige twee maar moet in andere benchmarks weer zoveel toegeven dat dat voordeel in het totaalbeeld wegvalt. De SDVIA wint enkele tests, verliest er ook flink wat maar nooit met een echt grote achterstand. Sowieso zijn de verschillen tussen de borden nooit veel groter dan een procent of 5. Redelijk veel als het systeem verder exact gelijk is maar in de praktijk nauwelijks waarneembaar. In het uiteindelijke testoordeel zullen de benchmarkresultaten dan ook niet van doorslaggevend belang zijn: de uiteindelijke keuze is meer gebaseerd op de features en de prijs dan op pure snelheid.
Slotoverwegingen
Ter afsluiting ga ik kort in op de voor- en nadelen van elk bord en tracht ik tot een fatsoenlijke conclusie te komen…
Allereerst de VP6 van Abit. Dit bord staat voor de zware taak de BP6 te doen vergeten en qua snelheid zit dat wel goed. Het is duidelijk het snelste bord uit de test en biedt ook de meeste mogelijkheden voor overklokken door middel van het SoftMenu III. Ik was in staat de twee Pentium III 700's op te jagen tot een niet onaardige 966 MHz (138 MHz FSB) bij 1.80 volt met slechts de standaard koeling. Nu is dat meer een verdienste van de processoren dan van het bord maar het SoftMenu biedt de mogelijkheid de exacte limiet van je systeem te vinden en dat is voor de ware tweaker een groot voordeel. De onboard Highpoint controller biedt voldoende mogelijkheden voor een flinke voorraad harde schijven en ook om andere uitbreidingsmogelijkheden hoef je niet verlegen te zitten met 5 PCI sloten en 4 DIMM banken. Daarentegen is er slechts 1 extra fan header beschikbaar en de overall uitvoering is nogal kaal: je krijgt een bord, een CD + wat kabels en dat is het eigenlijk wel. Voor de VP6 zul je rond de 500 gulden moeten overdragen aan je computerboer.
De MSI biedt voor ongeveer hetzelfde geld iets minder snelheid, heel wat minder tweakmogelijkheden en geen RAID controller maar heeft wel weer FireWire, onboard sound, een stapel extra software en een doe-het-zelf kalender. Als je veel met videobewerking doet is FireWire ontzettend handig, maar dat is RAID ook, en dat heeft dit bord nu weer niet. Bovendien kost installatie van de FireWire kabel je sowieso een PCI slot. Voor de overklokker is de MSI niet echt geschikt: net zoals bij de VP6 is er slechts 1 extra fan header aanwezig, daarnaast zijn de extra FSB instellingen beperkt en onhandig ingedeeld.
Het buitenbeentje uit de test is de Rioworks SDVIA. Het is met afstand het compleetste bord maar kost dan ook een lieve duit: maar liefst 749 gulden vraagt de Nederlandse distributeur Narwal. Daarvoor krijg je dan wel een onboard Intel netwerkkaart (kost los zo'n 150 gulden) maar dan nog is de SDVIA 100 gulden duurder dan beide concurrenten. Tel daarbij op dat het als langzaamste uit de benchmarks komt en dat de tweakmogelijkheden nihil zijn en het is duidelijk dat de SDVIA het moeilijk krijgt. Maar voordelen zijn er ook: er zijn maar liefst 5 fan headers aanwezig, je hebt 6 PCI sloten in plaats van 5 bij de Abit en de MSI en het geheel komt kwalitatief erg goed en verzorgd over.
Final verdict
Als je een redelijk fors budget hebt of op zoek bent naar een eenvoudig serverbord is de Rioworks SDVIA een prima keuze. Zoals gezegd, hij is de helft duurder dan de andere twee borden uit deze test maar daarvoor krijg je wel onboard LAN (groot voordeel) en een zeer compleet en goed verzorgd bord. Oftewel..het kost wat, maar dan heb je ook wat
.
Als je gewoon een no-nonsense dual processor moederbord zoekt zonder poespas is de keuze duidelijk: Abit VP6. Het is snel, biedt bijna perfecte tweakmogelijkheden en heeft alle belangrijke zaken aan boord. Als je geen RAID hoeft en je niet flink gaat overklokken kom je vanzelf uit bij de MSI 694D Pro. Qua hardware kun je er iets minder mee dan met de VP6 maar qua software zit je weer een stuk beter. Overigens is de 694D ook zonder FireWire te krijgen, dan is de prijs een paar tientjes lager.
Toch wordt de VP6 winnaar van deze test. De voordelen van de MSI wegen niet op tegen de nadelen ten opzichte van de VP6 en omdat de prijs ook niet veel lager is, is de keuze wat mij betreft duidelijk. De SDVIA van Rioworks is voor een grafisch werkstation of een simpele server zeker een aanrader maar voor thuis te duur. En dat is waar het uiteindelijk om ging: de beste opvolger van de BP6 selecteren. Vandaar dat Abit aan de haal gaat met een 85% Tweakers.net award voor de VP6.

Pricewatch links