Door Daniel Kegel

Intel platform op de weegschaal

09-08-2000 • 21:50

18

Multipage-opmaak

Beknopte geschiedenis

4 moederborden review - aankondigingBegin 1998 introduceerde Intel de 440BX chipset als opvolger van de 440LX, ter ondersteuning van de nieuwe Pentium II processoren met een 100 MHz front side bus (FSB) en kloksnelheden van 350 MHz en hoger. Sindsdien heeft deze chipset zich bewezen als een trouwe metgezel voor een groot deel van de computergebruikers: niet alleen bood de chipset een vrijwel unieke stabiliteit en snelheid, ook bleek hij zeer goed bestand tegen de tand des tijds: Intel zelf had er waarschijnlijk nooit rekening mee gehouden dat de BX het tot in het jaar 2000 uit zou houden.

Ook voor de tweaker bleek de BX een zeer goede chipset: tot nu toe is er nog geen chipset geweest die zo veel accepteerde: een FSB die tot meer dan 50% boven de specificaties ligt, een AGP-clock van meer dan 90 MHz, de BX pikt het allemaal zonder morren. Ik durf zelfs te stellen dat de BX samen met de Celeron (vooral de 300 en 300A) verantwoordelijk is geweest voor het ontstaan van een hele subcultuur van overklokkers.

4 moederborden review - BX chipset Maar helaas, zo langzamerhand beginnen de jaren te tellen. Officieel is de BX niet geschikt voor een 133 MHz FSB, en hoewel bewezen is dat de BX deze snelheid prima aankan is toch niet iedereen bereid zijn systeem over te klokken. Daar komt nog bij dat de BX geen lagere AGP-divider dan 2/3 kent: dat houdt in dat de AGP-clock op minimaal 66% van de FSB-snelheid draait. Bij een FSB van 133 MHz levert dat een AGP-clock van 89 Mhz op, ruim boven de officiële 66 MHz. Ook hier geldt weer: er zijn duizenden mensen die het zonder problemen gebruiken, maar niet iedere videokaart kan deze snelheid aan en de grote fabrikanten (zoals Compaq, IBM, Dell) peinzen er niet over een standaard al overgeklokt systeem te verkopen. Bovendien kent de BX geen ondersteuning van UDMA/66 en AGP4x (hoewel de snelheidswinst van die twee betwist wordt en het eerste nog opgevangen kan worden door een aparte controller op het moederbord te plaatsen).

Camino en Solano

Tijd voor een alternatief dus, en dat moest komen van de i820 (Camino) chipset: deze zou alle tekortkomingen van de BX opvangen, en bovendien de overgang betekenen van het (volgens Intel) te beperkte SDRam naar RDRam (ook wel Rambus genoemd).

Het gaat te ver om op alle oorzaken diep in te gaan, en daarom alleen de conclusie: het komt er op neer dat de i820 alleen tot zijn recht komt (lees: iets sneller is dan de BX) als de chipset gekoppeld wordt aan peperduur geheugen. Tot voor kort lagen de prijzen van RDRam 4 tot 6 maal zo hoog als van gewoon SDRam, maar inmiddels liggen ze door een prijsstijging van SDRam en een daling van RDRam heel wat dichter bij elkaar (op dit moment kost een 128 Mb PC-800 RIMM rond de 800 gulden, nog altijd bijna het dubbele van een goede 128 Mb PC-133 SDRam).

Om toch SDRam te kunnen gebruiken heeft Intel een soort tussenoplossing in elkaar geknutseld, met vrij dramatische gevolgen voor de prestaties.

4 moederborden review - i820 chipset

Kort en goed: de i820 is om uiteenlopende redenen geen goed alternatief bebleken voor de BX. De collega’s van The Register hebben zelfs een apart woord bedacht voor het “fiasco” van de i820: Caminogate.

De voor consumenten bedoelde i810 (Whitney) chipset was om uiteenlopende redenen al helemaal niet geschikt als opvolger, en dus zat Intel in feite zonder goede chipset voor haar nieuwste processoren. Tijd voor plan B: ziedaar de i815 (Solano) chipset.

Deze chipset moet de komende tijd het platform worden voor low- en mid-range consumentensystemen (Celeron en Pentium III). Voor de hogere markt mikt Intel toch nog op de verbeterde i820E i.c.m. RDRam en de nieuwe i850 (Tehama) chipset voor de Pentium 4 (Willamette). Voor de ultra-low markt komt Intel binnenkort met de Timna: een super-geïntegreerde processor die ook een belangrijk deel van de chipset aan boord heeft.

4 moederborden review - i815 chipset

De i815 kent officiële ondersteuning van een 133 MHz FSB, UDMA/66 en AGP 4x en moet daarmee klaar zijn voor de toekomst. Bovendien is de i815 in tegenstelling tot de i820 volledig geschikt voor SDRam, hoewel maximaal “slechts” 512 Mb ondersteund wordt.

Concurrentie van VIA

Intussen probeerde VIA met een volwaardig alternatief te komen voor Intel’s eigen chips. Met de Apollo 133 Pro chipset was men Intel voor met het op de markt brengen van een voor de gemiddelde consument te betalen platform voor de nieuwe 133 MHz FSB-processors. Echter, voor VIA bleek het in eerste instantie te moeilijk om de prestaties van de BX en i820 chipset te evenaren. Vooral op het gebied van de geheugen prestaties verloor de Apollo flink terrein op Intel, waardoor de positie van de BX onaantastbaar bleef. De tweede revisie van de Apollo (met de 694-northbridge in plaats van de oude 693 ) presteert al een heel stuk beter, zodat VIA het nu niet meer alleen van een lage prijs hoeft te hebben.

4 moederborden review - Via 694 chipset

De test

Tijd om eens te bekijken hoe de 3 verschillende chipsets zich tegenover elkaar houden. De oude BX-garde wordt vertegenwoordigd door de nieuwe 6BX7+ van GigaByte, de i815-groep bestaat uit de Chaintech 6OJV en de Abit SE6. Als VIA bord kregen wij de Aopen AX64 Pro toegestuurd. Voor deze test is gebruik gemaakt van de volgende componenten:

*Intel Pentium III 700E processor (100 MHz FSB, FC-PGA)
*MSI 6905 FC-PGA -> Slot 1 converter (voor Aopen AX64 Pro)
*128 MM PC-133 SDRam (CAS3)
*Hercules 3D Prophet II GTS 32 Mb
*Soundblaster 128 PCI
*Seagate Barraccuda 13 Gb 7200rpm ATA66
*3Com 905B-TX 10/100 NIC
*Aopen HQ08 bigtower
*CTX PR711F monitor

De bovenstaande componenten werden onder meer ter beschikking gesteld door Norrod Computers, Klein Computerparts, Bolderhardware en Guillemot.

Als OS is Windows 98 SE UK gebruikt, en de prestaties werden gemeten met Sysmark 2000, 3Dmark 2000 en SiSoft Sandra. De details van de testmethode kun je in de algemene testverantwoording vinden.

Nader bekeken: GigaByte 6BX7+

Op het eerste gezicht heeft het GigaByte bord alles wat je maar zou kunnen wensen voor een kick-ass power-user plank: 6 PCI sloten, 1 ISA slot (weliswaar gedeeld met het 6e PCI slot), 4 DIMM banken (max. 1 Gb), 4 IDE-aansluitingen (2 UDMA/33, 2 UDMA/66, dus ruimte voor 8 apparaten) en Dual Bios. Verder is het bord uitgevoerd in een fancy diepblauwe kleur, die mooi aansluit bij de eveneens blauwe PCB van de Hercules Prophet II.

4 moederborden review - Gigabyte 6BX7+ overview

Toch zijn er niet alleen maar pluspunten. Hoewel GigaByte nooit een echt overklokkersmerk is geweest zijn de tweak-mogelijkheden minimaal: via dipswitches is er een keuze uit 66, 100, 112, 124, 133, 142 en 152 MHz. Een tweede blok dipswitches zorgt voor het instellen van de multiplier. Vrij zinloos, omdat alle Intel processoren sinds 1998 zijn voorzien van een multiplier-lock. De processor trekt zich niets aan van de instellingen op het moederbord en draait gewoon op zijn eigen instellingen.

4 moederborden review - GF2 op Gigabyte 200 pixels De voltage-tweaks zijn nauwelijks echt bruikbaar: er kan met jumpers alleen een bepaald percentage aan het standaard voltage toegevoegd worden, variërend van +10% tot +50%. In feite is alleen de +10% instelling te doen: in dat geval wordt er 0,165 volt aan het standaard core-voltage (1,65 Volt) van een Coppermine Pentium III toegevoegd. Het totaal wordt dan ruim 1,8 Volt, en dat is voor de processor nog makkelijk te behappen.

Bij een instelling van +20% wordt het core-voltage al 1,98 Volt, en hoger zou ik al helemaal niet graag proberen. Je processor blootstellen aan een voltage van 2,15 Volt (+ 30%) is af te raden, tenzij je graag getoast silicium eet natuurlijk.

4 moederborden review - dualbios op gigabyte 6BX7+Het Dual-Bios systeem zorgt ervoor dat bij het falen van de primaire chip (verkeerd flashen, gewoon gemold) het systeem nog kan opstarten op de tweede chip. Die-hard tweakersoperaties zoals een hotflash (het vervangen van de BIOS chip terwijl het systeem aanstaat) zijn dan niet nodig. Hoewel de economische levensduur van een moederbord meestal veel korter is dan de technische levensduur geeft het toch een stukje extra veiligheid, zeker voor de wat avontuurlijker ingestelde gebruiker.

De layout is over het algemeen goed doordacht, alleen twee van de drie fan connectoren zitten een beetje op een rotte plek: pal boven het FC-PGA socket dus ingeklemd tussen processor/heatsink en voeding. Als je een fan wilt aansluiten zonder het bord uit de kast te halen is het een behoorlijk gefriemel om het stekkertje goed op z’n plaats te krijgen. Een plaats tussen het socket en het AGP slot, zoals bij de SE6 zou wat beter bereikbaar zijn.

Op CD worden wat drivers, wat hardware-monitoring programma’s en een light versie van Norton Utilities 2000 en Norton AntiVirus 2000 meegeleverd. De handleiding is goed, een net boekje met duidelijke tekeningen en uitleg. Een handig aspect van de 6BX7+ is dat je het BIOS direct vanaf Internet kunt flashen. Je hoeft alleen maar opnieuw op te starten om het nieuwe BIOS te activeren: zelfs een jumper omzetten om het CMOS te clearen is niet nodig.

Nader bekeken: Chaintech 6OJV

De Chaintech is wat kaler uitgevoerd dan de GigaByte: hoewel er ook 6 PCI sloten aanwezig zijn ontbreekt een ISA slot en zijn er slechts 3 DIMM banken en 2 IDE aansluitingen aan boord. Daarentegen heeft het bord wel een AMR slot (zoals gebruikelijk naast het 6e PCI slot geplaatst in plaats van tussen AGP en 1e PCI slot, zodat je geen ruimte hebt voor een fatsoenlijke fan op je videokaart), hoewel er tot nu toe vrijwel geen AMR-kaartjes te krijgen zijn in Nederland. Bovendien, als je al 6 PCI sloten hebt, en ook nog eens onboard video en audio, waar heb je dan in hemelsnaam nog een AMR slot voor nodig? Veel goedkoper dan een “echt” modem zijn AMR-kaartjes niet, en de 6 PCI sloten bieden normaliter meer dan voldoende uitbreidingsruimte. Ik zou liever zien dat het AMR slot geloosd werd voor een ISA-slot.

4 moederborden review - Chaintech 6OJV overview

Qua layout is er wel het één en ander op het bord aan te merken. De floppy connector zit op een hele andere plek dan gebruikelijk: ongeveer in het verlengde van het AGP slot. Als je een beetje forse videokaart hebt (zoals de GeForce 2) moet je de floppykabel om de videokaart heen vouwen om de connector te kunnen bereiken. Aan de andere kant, een plek tussen de IDE-connectoren is ook niet echt ideaal. Dat je met dezelfde grote videokaart eveneens nauwelijks ruimte hebt om een DIMM te plaatsen is een veel voorkomend probleem: het ATX formaat laat op de bovenste helft van het bord eigenlijk te weinig ruimte voor de lange DIMM-banken als er veel PCI sloten op het bord zitten. Derde punt op de layout is de plaatsing van de ATX-power connector: op de uiterste rechterbovenhoek van het bord. Aan de ene kant is dit wel gunstig, omdat deze plek normaliter het dichtst bij de voeding ligt en je dus geen dikke airflow-blokkerende kabels kris-kras door je kast hebt hangen. Echter, met een beetje pech blijft er nauwelijks ruimte over tussen de bovenste 3 œ” HD-bay en de ATX-connector. In de AOpen HQ-08 (toch geen echt kleine kast) was het een behoorlijk geklooi om alles goed op zijn plaats te krijgen.

De jumpers zijn handig voorzien van een extra stukje plastic als hand- c.q. vingervat, waardoor je ze heel gemakkelijk kunt plaatsen en verwijderen. Bij gewone jumpers is het altijd veel gepiel met een pincet, vooral als de jumper op een nauwelijks te bereiken plek zit. Slim bedacht en pluspunt voor Chaintech dus. Het is me eigenlijk een raadsel waarom niet elke jumper op elk moederbord zo uitgevoerd is. Het scheelt een hele hoop irritatie en gegrabbel naar gevallen jumpers

Als optie is de 6OJV uit te rusten met een tweede BIOS-chip wat een vergelijkbaar systeem oplevert als het DualBios van GigaByte. Op het testboard was deze tweede chip niet aanwezig.

4 moederborden reviw - dualbios op Chaintech Het instellen van de processor gaat zoals gebruikelijk via het BIOS. Hier geen banken met dipswitches dus. Het aantal in te stellen snelheden is helaas niet al te groot: totaal 8 (100, 105, 110, 113, 117, 121, 127 en 133 MHz). Volgens de handleiding gaat het bord tot 150 MHz, maar die instellingen zijn in het BIOS niet beschikbaar. Mogelijk dat deze vanzelf beschikbaar komen na het plaatsen van een processor met standaard al een 133 MHz FSB. Het aanpassen van het voltage moet volgens de handleiding wel kunnen, maar ook deze optie is niet terug te vinden in het BIOS. Sowieso komt de handleiding niet altijd overeen met de werkelijke situatie en is de functie van jumpers en pinnen nauwelijks op het moederbord zelf aangegeven. Niet handig.

De meegeleverde software is ongeveer gelijk aan die van de GigaByte, wat specifieke programma’s voor het moederbord + de gebruikelijke “bonus”-software.

Nader bekeken: Abit SE6

De specs van de SE6 zijn vrijwel gelijk aan die van het Chaintech bord: 6 x PCI, 3 x DIMM, 1 x AMR en geen ISA. Het grootste verschil met het Chaintech bord is dat op de Abit gebruik gemaakt wordt van de i815E chipset. Het verschil met de oorspronkelijke i815 chipset zoals die op de 6OJV gebruikt wordt is de aanwezigheid van de nieuwe ICH2 (Southbridge of I/O Controller Hub 2). Deze biedt ondersteuning voor ATA/100, 4 USB poorten en een 6-kanaals AC97 codec (alleen interessant voor AMR-geluidskaarten). Bovendien beschikt de ICH2 over een geïntegreerde netwerkkaart. Daarvoor is dan wel het plaatsen van een extra (“PHY”) chip op het moederbord noodzakelijk.

Dit alles maakt de i815E bij uitstek geschikt voor eenvoudige kantoormachines: er zijn geen losse insteekkaarten meer nodig omdat alles al is opgenomen op het moederbord. Alleen geheugen, een harde schijf en een processor toevoegen, monitor eraan hangen en je kan draaien. Op de SE6 is de PHY chip niet aanwezig dus moeten we het doen met een losse netwerkkaart.

4 moederborden review - Abit SE6

Voor overklokken is het SoftMenu II aanwezig. Nee, dus geen SoftMenu III met tot op de MHz nauwkeurig overklokken: enigszins tegenvallend. Het is me onduidelijk waarom Abit niet de nieuwste versie van het SoftMenu met bijna traploos regelbare FSB van 66 tot 200 MHz op dit bord heeft geïmplementeerd. Toch is in vergelijking met de andere borden nog een redelijke indrukwekkende reeks van 22 verschillende FSB’s te kiezen (66, 68, 70, 72, 75, 77, 83 ,90, 100, 103, 112, 115, 120, 125, 128, 130, 133, 137, 140, 145, 150 en 153 MHz) terwijl het core-voltage in stapjes van 0,05 Volt aan te passen is.

Abit heeft de beschikbare instellingen wel slim verdeeld: een belangrijk deel van de SE6 borden zal gebruikt worden voor Celeron-processors, dus is een grote keuze tussen 66 en 100 MHz belangrijker. Voor het overige is er weinig spectaculairs te zeggen over de SE6: de gebruikelijke hardware monitoring opties en fanconnectors zijn aanwezig, en er zit niets op een echt onhandige of vreemde plaats.

Met het bord wordt geen extra kabel meegeleverd voor de 2 extra USB-poorten, maar de (Duitstalige) handleiding is zoals we van Abit gewend zijn duidelijk en stevig uitgevoerd. Verder is Abit de enige die duidelijk aangeeft waar je de stekkertjes voor HD en power-leds en de interne luispreker moet aansluiten. Bij de andere borden moet je het doen met een paar wazige aanwijzingen op het bord en in de handleiding.

Nader bekeken: AOpen AX64 Pro

De AOpen is een beetje een buitenbeentje in deze test: het is het enige bord met een niet-Intel chipset en het enige Slot-1 bord. Om toch een FC-PGA processor te kunnen gebruiken is een converter nodig, zoals de MSI 6905 die in deze test gebruikt is. Zo’n kaartje hoeft niet meer dan 30 gulden te kosten en heeft geen enkele invloed op het presteren van het moederbord, dus een ramp is dat niet.

4 moederborden review - AOpen AX64 Pro

In tegenstelling tot de 3 andere borden die ieder 6 PCI sloten hebben heeft de AX64 Pro er slechts 4, aangevuld met een ISA en AMR slot. Voor geheugen zijn 3 banken beschikbaar, goed voor maar liefst anderhalve Gb aan geheugen. Verder zijn net als bij de 6BX7+ twee BIOS-chips aanwezig; AOpen noemt dat “Die-hard” BIOS en de functie is ongeveer gelijk aan het DualBios systeem van GigaByte.

4 moederborden review - gouden heatsink detailOm te patsen bij je vrienden kun je zeggen dat jouw bord voorzien is van een 24 karaats gold plated heatsink die de chipset beter zou koelen. Boven het Slot-1 is een indrukwekkende rij van 7 2200uF condensatoren te vinden, en naast de ATX-connector staan er nog eens 3. Deze moeten zorgen voor een zo stabiel mogelijke stroomvoorziening, belangrijk bij hoge kloksnelheden.

Qua layout is het bord een mengeling van slimme vondsten en onbegrijpelijke fouten. Het AMR slot is op de goede plek geplaatst: tussen AGP en PCI slots, zodat je ruimte hebt voor een flinke koeler op je videokaart. Omdat er maar 4 PCI sloten aanwezig zijn is er bovendien lekker veel ruimte op de bovenste helft van het bord, en zijn de DIMM banken goed te bereiken. Des te idioter is het dat de IDE aansluitingen recht achter het AGP slot gesitueerd zijn: er is meer dan genoeg ruimte onder de DIMM banken, maar daar zit nu de CMOS batterij. Een beetje lange videokaart (GeForce 2, Voodoo 5 5500 en zeker 6000) valt keurig over de IDE aansluitingen heen, en maakt daarmee in ieder geval de 2e aansluiting onbruikbaar. De 1e aansluiting is nog net te gebruiken, maar het zorgt er wel voor dat je altijd de videokaart moet verwijderen als je kabel wilt loshalen. Zie de onderstaande foto (en voordat je denkt: wat is die IDE connector hoog…dat is dus de meegeleverde kabel die je wel nodig hebt om uberhaupt over de 1e connector heen te komen)

4 moederborden review - slecht passende GF2 op AOpen

Voor de overklokker is een beperkte range van 13 FSB’s beschikbaar (66, 75, 83, 100, 105, 110, 112, 115, 120, 124, 133, 140 en 150 MHz), voldoende voor de niet te veeleisende tweaker. Voltage tweaking is mogelijk tussen 1,3 en 2.0 Volt in stapjes van 0,05 Volt en tussen 2,0 en 3,3 Volt in stapjes van 0,1 Volt. Verder is de AX64 Pro voorzien van onboard sound en (slechts) twee fan-connectors, in plaats van de gebruikelijke drie. Heel netjes wordt in tegenstelling tot Abit wel een kabel bijgeleverd voor de twee extra USB poorten.

De handleiding is de beste van de vier deelnemers (veel uitleg, ook over de functie van bepaalde onderdelen op het moederbord), en de belangrijkste zaken zijn bijeengebracht op een “easy installation guide” op posterformaat. Oftewel: op het meegeleverde pakket valt weinig aan te merken.

Stabiliteit en Tweaking

Geen van de moederborden leverde tijdens de test problemen op. Na het installeren van de vereiste patches (zoals Via’s 4-1 patch bij de AX64 Pro) werkten alle rock-solid. Met de GigaByte 6BX7+ en de Abit SE6 waren er heel af en toe wat problemen met het wakker worden uit de slaapstand (systeem bezet-melding). Wat daar de oorzaak van was is mij een raadsel, maar omdat het bij twee totaal verschillende moederborden voorkwam denk ik niet dat het aan de borden ligt maar aan een ander onderdeel van het testsysteem.

*Overklokken

Helaas had ik tijdens de test nog niet de beschikking over een 133 MHz processor. De feitelijke tweakbaarheid weegt dan ook niet mee in het eindoordeel. Dat zou niet eerlijk zijn omdat de bottleneck nu eenmaal bij de processor ligt en niet bij het moederbord. Mijn Pentium III 700E houdt het doorgaans bij een FSB hoger dan 117 MHz voor gezien, en dat terwijl alle geteste borden zonder problemen 133 MHz aan moeten kunnen.

Uit de genoemde rijtjes FSB-snelheden is al wel duidelijk geworden dat dit, op de Abit na, geen overklokkersborden zijn. Op sommige BX-moederborden (bijvoorbeeld van Abit) is de FSB-snelheid bijna traploos instelbaar, en ook de CUSL2 van Asus (i815E) biedt die mogelijkheid. Daarentegen laat vooral de GigaByte enorme gaten vallen: zelfs mijn bijna twee jaar oude Abit BH6 biedt meer dan twee instellingen tussen 100 en 133 MHz. 784 MHz (7 x 112) bleek het maximaal haalbare voor mijn processor; op de eerstvolgende instelling van 868 MHz (7 x 124) bleef het systeem dood (niet verbazingwekkend overigens, gezien mijn eerdere ervaringen).

De Chaintech biedt iets meer ruimte, maar ook hier was het boven de 791 MHz (7x113) gedaan met de stabiele werking. Op 819 MHz (7x117) kwam Windows niet verder dan een algemene beschermingsfout tijdens het opstarten, en op 847 MHz (7 x 121) bevroor het systeem na het posten. Zowel de Abit als de AOpen bieden een 115 MHz FSB instelling, en daarmee was goed te werken op 805 MHz. 840 MHz (120 MHz FSB) bleek te hoog gegrepen voor de processor.

Benchmarks: SYSmark 2000

Zoals al gezegd gaf geen van de borden een krimp bij het doorlopen van de standaard testprocedure, en dat maakte het benchmarken tot een relatief vlotte procedure. Iedereen die denkt dat benchmarken leuk is…vergeet het maar. Als je net een nieuw systeem hebt is het wel gaaf om een zo hoog mogelijke score te halen maar als je meer dan 50 keer 3Dmark 2000 hebt gedraaid heb je het wel gezien. Gelukkig bestaat er ook nog zoiets als een batch run waarbij je het systeem lekker aan de gang kan zetten om dan zelf een biertje te gaan pakken o.i.d.

Bij alle benchmarks werd (voor zover mogelijk) AGP 4x gebruikt en de default-BIOS instellingen. De geheugenklok werd op 100 MHz gelaten omdat het niet bij alle borden mogelijk was deze op 133 MHz te zetten en tegelijk de FSB op 100 MHz te houden.

*SYSmark 2000

De eerste (en meteen belangrijkste) benchmark is SYSmark 2000. Deze benchmark voert een groot aantal bewerkingen uit met een 12-tal veelgebruikte applicaties, om een goed beeld te geven van de real-world performance van een moederbord. Meer informatie over SYSmark kun je vinden in de algemene testverantwoording.

4 moederborden review - SYSmark 2000 rating

Het veld ligt redelijk dicht bij elkaar, met de Abit SE6 als winnaar. Op het onderdeel Internet Content Creation komt de 6BX7+ van GigaByte tot dezelfde score maar op Office Productivity is het verschil weer 4 SYSmark punten. Het AOpen bord met VIA-chipset moet de Intel-concurrentie voor laten gaan hoewel de score zeker niet slecht is, zeker als je in aanmerking neemt hoe beroerd de voorganger presteerde. Een MSI 6199 bord met de oude 693-northbridge komt in deze benchmark niet verder dan een schamele 120 punten, vooral door de bedroevende geheugenperformance. De achterstand van de AX64 Pro bedraagt maximaal zo’n 5%, en dat verschil zul je in de praktijk vrijwel niet merken.

In de onderstaande grafiek is te zien welke applicaties voor het verschil zorgen:

4 moederborden review - SYSmark 2000 details

De bovenste 6 programma’s behoren tot het onderdeel Office Productivity, de onderste 6 tot het onderdeel Internet Content Creation. Er zijn weinig schokkende dingen te zien. De AOpen AX64 Pro draagt de rode lantaarn in elke applicatie met uitzondering van Paradox 9.0 en CorelDraw 9 en de Chaintech 6OJV vormt de solide middenmoot: geen echte topscores en ook geen echt slechte scores. De Abit SE6 neemt vooral in Excel 2000 grote afstand van de concurrentie, terwijl de BX-chipset van de GigaByte 6BX7+ heer en meester is in Photoshop 5.5.

Benchmarks: 3DMark 2000

De standaard 3D benchmark 3DMark 2000 werd via een batch run losgelaten op de 4 borden. Hardware Transform & Lighting werd uitgeschakeld om processor en moederbord zo zwaar mogelijk te belasten. Wel werd gebruik gemaakt van de SSE-optimalisaties van de Pentium III. Om een wazige reden wil 3DMark met de GeForce 2 geen score afleveren op een resolutie van 1600x1200 en een kleurdiepte van 32 bits dus die waarde ontbreekt helaas.

4 moederborden review - 3DMark 2000

Deze test wordt in de lagere resoluties gewonnen door de 6BX7+, terwijl de AX64 Pro zoals inmiddels te verwachten viel achterblijft. Het achterstand van de VIA chipset is hier wel groter dan bij de SYSmark test: tot bijna 10%. In de hogere resoluties wordt de videokaart de bottleneck en blijkt de AGP 4x functie van de i815(E) en VIA chipsets toch wel voor wat verschil te zorgen. De Chaintech 6OJV haalt het GigaByte bord in en de Abit SE6 blijft maar nipt achter.

Ik kon het toch niet laten even een benchmark te draaien met de in de i815 chipset geïntegreerde videokaart. De resultaten zijn niet verassend: alleen gebruiken als je niet veel geeft om games en geen monitor groter dan 17" hebt. Niet alleen is de 3D gewoon traag, in hogere resoluties (> 1024x768) is het 2D beeld ook nog eens onscherp. Een 3DMark score van 1010 op de default benchmark (1024x768x16 bit) zal in ieder geval bij weinig mensen tot de verbeelding spreken.

Benchmarks: SiSoft Sandra 2000

Belangrijk bij moederborden is vooral de hoeveelheid data die tussen processor, chipset en geheugen heen en weer gepompt kan worden. Op dit punt is de EV6-architectuur van de Athlon en Duron koning, vanwege de 200 MHz systeembus. Bij de VIA chipsets is de memory performance juist een zwak punt gebleken. De al genoemde MSI 6199 kwam in combinatie met de in deze test ook gebruikte Pentium III 700 niet hoger dan een kleine 130 Mb/sec, en moest daarmee een bescheiden AMD K6-2 450 voor laten gaan. Pas na het overklokken van de PIII naar 819 MHz in combinatie met de +33% instelling voor het geheugen (memory clock opgejaagd naar 156 MHz) wist de VIA chipset op het niveau van de K6-2 te komen. Met een aantal tweaks was de score wel veel hoger te krijgen (tegen de 250 Mb/sec) maar dat zorgde meteen voor een onbruikbaar instabiel systeem. Het was dus de vraag of de nieuwere 694 northbridge voor een flinke verbetering van deze beroerde situatie zou kunnen zorgen.

4 moederborden review - Sandra membench

Verassend genoeg is het de Chaintech die met de eer gaat strijken. Wederom zijn de verschillen tussen de drie besten klein: zelfs in het ergste geval niet meer dan een procent op 7. De VIA chipset laat meer terrein liggen dan verwacht: meer dan 35% op de slechtste concurrent, en dat soort verschillen wordt in het dagelijks gebruik ook daadwerkelijk merkbaar: programma’s starten net iets minder vlot, Windows opstarten duurt wat langer etc. De geheugenperformance blijft duidelijk de achilleshiel van de VIA chipsets

De slotoverwegingen

Nu komt het erop aan een winnaar van de test aan te wijzen, en dat is nog niet zo makkelijk. In de onderstaande tabel worden alle borden nogmaals kort behandeld, met de belangrijkste voor- en nadelen:

* GigaByte 6BX7+

Pro
Contra
6 x PCI, 4 x DIMM, 1 x ISAGeen officiële 133MHz support
Bewezen BX-kwaliteitenZeker geen overklokkersbord
Solide prestatiesNiet goedkoop
Coole kleur 
Extra ATA66 controller 

* Chaintech 6OJV

Pro
Contra
Goede prestatiesSoms wat merkwaardige layout
Voordelig i815 bordOverklok-mogelijkheden beperkt
Geen echt zwakke punten 

* Abit SE6

Pro
Contra
Beste prestaties uit de testDuurste bord uit de test
Meest geschikt voor overklokken 
Modernste chipset 

AOpen AX64 Pro

Pro
Contra
Spotgoedkoop2e IDE aansluiting onbruikbaar bij grote videokaart
AMR op slimme plekTraagste bord uit de test

Uit de voorgaande pagina's is al gebleken dat er geen echt slecht bord bij zit. Het prestatieverschil tussen het snelste (Abit SE6) en het langzaamste (AOpen AX64 Pro) bord is hooguit 8%, uitgezonderd dan de geheugenprestaties. Qua stabiliteit is op geen van de borden iets aan te merken.

Je zult dus zelf je keuze moeten bepalen aan de hand van wat je te besteden hebt en wat je zoekt. Heb je een redelijk krap budget, dan is de AOpen AX64 Pro een aanrader. De uitbreidingsmogelijkheden zijn wat minder door slechts 4 PCI sloten en als je een grote videokaart hebt of wilt aanschaffen is het ook geen goede keuze, maar met een prijs van F 255,- (laagste prijs uit de pricewatch) is het zomaar 25% goedkoper dan de goedkoopste concurrent.

De Chaintech 6OJV is voor een i815-bord vrij voordelig: de verkoopprijs ligt rond de 340 gulden. Verder biedt het meer dan genoeg uitbreidingsruimte door 6 PCI sloten en is de stabiliteit goed voor elkaar. Eigenlijk is dit bord de gouden middenweg: geen echte voor- of nadelen, en een relatief vriendelijke prijs.

De GigaByte 6BX7+ is het meest uitgebreide bord uit de test: 4 DIMM banken, 6 PCI sloten + 1 ISA en de mogelijkheid op 8 harde schijven aan te sluiten maken het een prima keuze voor de veeleisende gebruiker. Grootste nadelen zijn het ontbreken van officiële ondersteuning voor 133 MHz FSB en de (voor een BX-bord) vrij hoge prijs van circa 375 gulden. Ook als je wilt gaan overklokken kun je beter naar een ander bord uitkijken.

Tenslotte het enige bord uit deze test dat fatsoenlijk overklokken mogelijk maakt: de Abit SE6. Het is het snelste bord uit de test, maar heeft ook de hoogste prijs (F 410,-)
De vraag is of de feature-set van de SE6 die hoge prijs rechtvaardigd. Wat mij betreft niet. Als je een overklokkersbord zoekt is de Asus CUSL2 waarschijnlijk de betere keuze, als je juist niet zoveel waarde hecht aan tweaken biedt de Chaintech 6OJV bijna gelijke prestaties en features voor een fors lagere prijs.

De uitslag

En de winnaar van deze test is, toch wel enigszins verassend...

de Chaintech 6OJV

Zoals al eerder opgemerkt is er niets echt uizonderlijk goed aan dit bord, maar er is ook niets echt slecht. Dat gecombineerd met de goede snelheid en stabiliteit en de vrij lage prijs zorgt voor een welverdiende Tweakers.net 85%-award.

Toch ook een aanrader is de AOpen AX64 Pro. Op een aantal punten (prestaties, uitbreidingsmogelijkheden) blijft het moederbord achter bij de concurrentie, maar de zeer lage prijs en goede uitrusting (goede handleiding, extra kabels) maken veel goed.

4 moederborden review - Chaintech Tweakers.net award
4 moederborden review: Tnet award AOpen AX64 Pro

Tot slot dank aan AOpen, Amor/Abit Nederland, Chaintech en ICP voor het ter beschikking stellen van de testborden.

Reacties (18)

18
16
11
1
0
0
Wijzig sortering
Wat ik me afvraag is wat de motivatie is geweest voor de keuze van de mamma-planken.

Is dat gebaseerd op prijs, of wat zijn de selectie-criteria ?

Zo zijn bijvoorbeeld voor de prijs van het Gigabyte bord veel betere plankjes te krijgen.

(MSI BX-Master, Asus CUBX)

Ik ben benieuwd.
Ik mis zeker iets, de site heet tweakers.net, wat doen we dan in een review: we kijken of we kunnen overklokken maar tweaken doen we niet.????? (WPCREDIT??? Had de A-Open plank flink laten stijgen in de ranglijst),

Ook snap ik niet dat de A-Open plank een aanrader genoemd wordt, we hebben het hier over slechte geheugen scores, brakke layout, 4xPCI. Zo'n bord gebruiken ze op m'n werk niet eens, en dat noem je een aanrader??

Sorry maar dit slaat de boot helemaal mis. Ik ben een Tweakers.net fan (kan geen dag zonder) en de review is zeker zéér goed geschreven, maar de conclusie is voor mij zeer twijfel achtig.(zou bijna m'n brakke Biostar bord willen vergelijken met m'n Abit BF6..}&gt ;)
Ooit van prijs/kwaliteit gehoord? Waarom er niet overgeklokt werd staat in het artikel, waar kan ik ff niet vinden, maar dat doe je zelf maar, blijkbaar heb je niet echt goed gelezen.
er werd niet geoverclocked omdat de P3 700E er bij 117 MHz FSB mee ophield en dan kan je de stabiliteit niet goed testen omdat de chipsets (afgezien van de BX) 133 MHz FSB approved zijn
Ik weet niet of je WPCREDIT wel eens gebruikt hebt maar dat is toch geen prog dat de gemiddelde gebruiker (zelfs de gemiddelde tweaker) zomaar even gebruikt. Verder wilde ik de borden zo standaard mogelijk testen: eventuele kunstgrepen zoals het softwarematig opkrikken van de prestaties zijn buiten beschouwing gelaten.

Tja, je kan van die AOpen zeggen wat je wil, maar overall zijn de prestaties vrij goed. In SYSmark, de belangrijkste praktijktest blijft ie hooguit 8% achter en ook in 3DMark is het net 10%. En die achterstand komt volledig door de mindere geheugenscores.
De layout is alleen een probleem als je een echt grote videokaart hebt, en er zijn tot nu toe nog maar weinig mensen met een GeForce 2 of Voodoo 5.

4 PCI sloten is krap, maar zeg nu zelf, hoeveel gebruik jij er?

The good: een prima afgewerkt bord (gouden heatsink :P), een compleet pakket (extra kabels, perfecte handleiding + poster), stabiel en met, in vergelijking met de rest althans, redelijke tweakmogelijkheden. En het belangrijkste...de prijs is zomaar bijna 100 piek lager dan de goedkoopste concurrent. Dat weegt mijns inziens wel op tegen de nadelen. Ik heb bewust de AOpen niet de winnaar van de test laten worden, maar het is zeker een hele goed budget-keuze

Trouwens, wie zegt dat ik op zoek ben gegaan naar de ultieme tweakplank? Dan ga je toch geen GigaByte met maar 8 FSB-instellingen testen? Dan zorg je voor een Abit BE6-2 en een Asus CUSL2, en een PIII 550E die een FSB van 170 MHz aankan :)
In de hogere resoluties wordt de videokaart de bottleneck en blijkt de AGP 4x functie van de i815(E) en VIA chipsets toch wel voor wat verschil te zorgen
Hier ben ik het niet helemaal mee eens. Volgens mij komt het veld op de hogere resoluties dichter bij elkaar omdat sommige tests waar op de lage resoluties de CPU(+mobo) de bottleneck, op de hogere resoluties de vidkaart de limit wordt, en die presteert op elk mobo gelijk. Dus waar je op lage resoluties nog een verschil kon waarnemen tussen de snelheden van de mobo's wordt dat op de hogere resoluties weggevaagd omdat je tegen de fillrate limit van de videokaart aanzit.
Het verschil dat nog overblijft wordt gevormd door de cpu tests (chopper/adventure in klein framepje, en de veel polys+lights test)
Het zou kunnen dat agp 4x helpt bij agp texturing, en dat dat helpt voor de VIA chipset, maar ik vraag me af hoeveel (if any) er wordt AGP-ge-textured in 3dmark als je een 32mb kaart hebt...(behalve de grote-textures-test)

Gillish
OK, maar dan zouden de resultaten voor elk bord ongeveer gelijk moeten zijn. En dat is dus niet het geval: de Chaintech gaat de GigaByte zelfs voorbij. Het enige verschil in de testsetup is dat de GigaByte als enige geen AGP2x ondersteund, en dus moet daar wel het verschil liggen. Zoals je kunt zien is het verschil niet groot, maar het is er wel degelijk
Ik zou liever zien dat het AMR slot geloosd werd voor een ISA-slot.
Ja, bij native ondersteunig van de i815(e) voor ISA was dat mooi geweest ja, maar omdat die er niet is zie ik toch liever een of geen AMR slot dan extra (dure) bridge chips die een isa slot mogelijk maken. Waardoor de mobo prijs nog hoger de lucht in schiet.
Goede review, alleen zou ik persoonlijk liever een beste keus (dus het bord met de beste prestaties ongeacht prijs) en een voordelige keus zien (dus goede prijs kwaliteit verhouding)

Je geeft nu namelijk 2 borden een award op basis van prijs/kwaliteit verhouding. Persoonlijk lijkt me het nuttiger (ook aangezien prijzen kunnen veranderen) bovenstaande awards te presenteren. Dit is ook vaak de manier waarop je tests ziet in bladen zoals consumentengids. Verder is het een perfecte en nuttige review. ;)
Ik wil niet vervelend zijn, maar wil toch even 2 dingen rechtzetten:

1. De Abit SE6 heeft geen AMR, maar een CNR slot. De Chaintech misschien ook, maar dat weet ik niet (en ben momenteel te lui om dat na te trekken ;)). Op een CNR-slot kan ook een CNR-netwerkkaartje geprikt worden, op een AMR niet.

2.
Bovendien kent de BX geen ondersteuning van UDMA/66 en AGP4x (hoewel de snelheidswinst van die twee betwist wordt en het eerste nog opgevangen kan worden door een aparte controller op het moederbord te plaatsen).
UDMA/66 is tegenwoordig, met snelle schijven zoals de IBM DTLA-3070xx serie wel degelijk sneller dan UDMA/33. De continue transferrate van deze schijven ligt rond de 36 MB/s...
Maar goed, zoals gezegd, is het mogelijk een aparte controller te plaatsen.
GaMeOvEr -> Ja! indeed,

Waar zijn de andere merken ?
Geen test is compleet als er op zijn minst geen ASUS, MSI en Epox inzit.
Met name ASUS mis ik hier echt. (hun hebben van iedere chipset zelfs verschillende mainborden)
hhhmmmm ja het leukste mis ik

>133 FSB overklok dat is nu juist het gene wat ik wil weten :(

Mischien een latere update met een andere CPU? en dan lekker alles uit de kast
Mooie review !

Enneh....nog leuk om de uitslag te lezen ook, aangezien ik een trots Chaintech bezitter en fan ben ! :)
Goede review! Bis.. Bis!!

Enneh... ja, het is inderdaad verrassend, dat de Chaintech wint. Eigenlijk waren de prestaties van de Abit hoger. Niet dat ik er een hekel aan heb... ik ben een chaintech fan, maar toch.

En er hadden inderdaad nog meer concurerende borden getest kunnen worden, maar eigenlijk BLIJF je dan bezig. 4 borden is mooi genoeg. :)

Op dit item kan niet meer gereageerd worden.