Inleiding
De monitor is eigenlijk altijd een beetje een ondergewaardeerd onderdeel van de computer geweest. Het is geen snelle, spectaculaire wereld waarin de ontwikkelingen elkaar snel opvolgen zoals bij processors of videokaarten, en daardoor is er ook niet zoveel aandacht voor.
Hoewel de prijzen de laatste jaren behoorlijk zijn gedaald en de gemiddelde monitor ook steeds groter wordt is een goed scherm gewoon duur. Maar het heeft ook wel zin om flink wat geld uit te trekken voor een goed exemplaar. De monitor is net zoiets als de speakers bij een stereo-installatie. Een vermogen uitgeven aan top-componenten van Bang & Olufsen om daar vervolgens goedkope Supertech-speakers op aan te sluiten is net zo zinloos als een Pentium III 800 met GeForce DDR aanschaffen om er vervolgens om geld te sparen een goedkope 15 inch monitor bij te nemen.
Een jaar of 3 geleden werd elke PC geleverd met een 14" of 15" monitor. Grafische professionals gebruikten al langer monitoren van 21" of groter, maar met prijzen van meer dan F 5000,- lagen deze niet binnen het bereik van de gemiddelde consument Door het steeds krachtiger worden van de PC's en ontwikkelingen zoals DVD kwam er een grotere behoefte aan grote monitoren voor consumentenprijzen. De 17" monitor is sinds een jaar of 5 voor fatsoenlijke prijzen te krijgen, en sinds 1997 ligt ook de 19" monitor binnen bereik. Tegenwoordig levert elke zichzelf respecterende fabrikant standaard een 17" monitor bij een PC, en geven steeds meer mensen wat extra uit voor een 19" scherm.
De test zelf
Specificaties (1)
Allereerst wat meer info over de testmonitoren. Deze gegevens zijn fabrieksopgaven voor zover beschikbaar, aangevuld met eigen metingen. Meer info kunt je uiteraard vinden op de webpagina's van de fabrikanten zelf.
CTX PR960F | | Beeldbuis grootte | 19 inch | Zichtbaar gebied | 18 inch | Dotpitch | 0.24 (centrum) | Beeldbuis type | FD Trinitron® | Maximale resolutie | 1600x1200 | Max. verticale refreshrate bij 1600x1200 | 87 Hz | 1280x1024/1024x768 | 102 / 136 Hz | 800x600/640x480 | 160 / 160 Hz | Netto gewicht | 26,0 kg | Maten (BxHxD) incl. voet en stekkers | 45,5x47,7x55,0 cm | Bijzonderheden | BNCx5 aansluiting, 4+1 USB Hub | Verbruikt vermogen (max.) | 125 Watt | Adviesprijs incl. BTW | F 1395,- |
|
ADI Microscan E66 | | Beeldbuis grootte | 19 inch | Zichtbaar gebied | 18 inch | Dotpitch | 0.26 (centrum) | Beeldbuis type | CRT FST | Maximale resolutie | 1600x1200 | Max. verticale refreshrate bij 1600x1200 | 75 Hz | 1280x1024/1024x768 | 85 / 100 Hz | 800x600/640x480 | 120 / 120 Hz | Netto gewicht | 21,5 kg | Maten (BxHxD) incl. voet en stekkers | 47,0x48,8x46,5 cm | Bijzonderheden | Speakers optioneel | Verbruikt vermogen (max.) | 115 Watt | Adviesprijs incl. BTW | F 1249,- |
|
Specificaties (2)
ADI Microscan G710 | | Beeldbuis grootte | 17 inch | Zichtbaar gebied | 16 inch | Dotpitch | 0.26 (centrum) | Beeldbuis type | FD Trinitron® | Maximale resolutie | 1600x1200 | Max. verticale refreshrate bij 1600x1200 | 75 Hz | 1280x1024/1024x768 | 85 / 100 Hz | 800x600/640x480 | 120 / 120 Hz | Netto gewicht | 21,0 kg | Maten (BxHxD) incl. voet en stekkers | 43,4x44,5x47,5 cm | Bijzonderheden | Speakers en USB-hub optioneell, microfoon | Verbruikt vermogen (max.) | 130 Watt | Adviesprijs incl. BTW | F 999,- |
|
Sony CPD-200EST | | Beeldbuis grootte | 17 inch | Zichtbaar gebied | 16 inch | Dotpitch | 0.25 (centrum) | Beeldbuis type | Trinitron® | Maximale resolutie | 1280x1024 | Max. verticale refreshrate bij 1280x1024 | 75 Hz | 1024x768 | 85 Hz | 800x600/640x480 | 100 / 120 Hz | Netto gewicht | 18,5 kg | Maten (BxHxD) incl. voet en stekkers | 40,5x43,2x42,0 cm | Bijzonderheden | Geen | Verbruikt vermogen (max.) | 130 Watt | Adviesprijs incl. BTW | F 899,- |
|
Eerste indrukken (1)
Het eerste wat opvalt bij het uitpakken is dat drie van de vier schermen nou niet dat je zegt "compact" zijn.
Natuurlijk kun je een flink formaat verwachten bij 19" monitoren, maar vooral de CTX is zeer groot en zeer zwaar. Kijk eerst of je wel genoeg ruimte op je bureau hebt en of het ding stevig genoeg is, want de PR960F brengt een goede 26 kilo op de weegschaal. Verder valt op dat er een enorme toeter achterop zit. Het "short-neck" principe wordt duidelijk niet gehanteerd want de diepte inclusief stekkers is maar liefst 55 cm! Het is in ieder geval geen monitor die je "even" oppakt en mee weg kan lopen…
De ADI E66 is iets lichter dan de PR960F, maar in de hoogte en breedte iets groter. Dat komt vooral door de forse plastic rand om het beeld, iets wat we ook terugzien bij de kleinere neef, de G710. De diepte van de E66 is een vrij normale 46,5 cm. ADI heeft ervoor gekozen de aansluitingen voor de netvoeding en de videokabel niet achterop de "toeter" te plaatsen maar eronder. Dit scheelt behoorlijk aantal centimeters en is dus gunstig voor mensen met minder bureauruimte.
De andere ADI-monitor, de G710 is in de hoogte en breedte zoals te verwachten is flink kleiner dan de 19" modellen; 2 inch is toch ruim 5 cm. Helaas heeft ADI bij de G710 de aansluitingen weer gewoon achterop gemonteerd, waardoor de monitor 1 cm dieper is dan grote neef de E66.
Bovendien is de G710 relatief zwaar: met een gewicht van 21 kilo slechts een halve kilo lichter dan grote neef de E66. Het blijkt dat de FD-Trinitron techniek behoorlijk zwaarder is dan de klassieke uitvoering. De 19" FD-Trinitron van CTX brengt immers maar liefst 26 kilo op de weegschaal.
De Sony 200EST is vergeleken met de andere monitoren behoorlijk compact, en met een gewicht van "slechts" 18,5 kilo ook de lichtste. Ook Sony heeft de aansluitingen zodanig geplaatst dat ze geen extra ruimte innemen, waardoor je aan 42 cm. genoeg hebt om dit scherm kwijt te kunnen.
Eerste indrukken (2)
Drie van de vier monitoren maken gebruik van een Sony-beeldbuis: uiteraard de Sony-monitor zelf (Trinitron), de CTX en de 17" ADI (beiden FD-Trinitron) Het verschil tussen Trinitron en FD-Trinitron is dat een Trinitron beeldbuis alleen verticaal vlak is. In horizontale richting is nog een lichte kromming zichtbaar. Een FD-Trinitron-beeldbuis is zowel horizontaal als verticaal volledig vlak. De ADI E66 is als enige niet voorzien van een vlakke beeldbuis maar van een "klassiek" scherm. Vooral als je een tijdje met een volledig vlak scherm gewerkt hebt lijkt deze monitor extra bol, maar als je daar weer aan gewend bent is het beeld weer normaal.
Kenmerk van de Sony-beeldbuizen is dat er steundraden gebruikt worden. Deze "damper wires" zijn nodig om de zogenaamde "aperture grill" overeind te houden. Bij een conventionele monitor zit er tussen het elektronenkanon en het eigenlijke scherm een metalen plaat met gaatjes: de "shadow mask". De elektronen gaan door de gaatjes en komen tegen het scherm. Hierop zit aan de binnenkant een laag fosfor, waardoor het scherm oplicht. Dit is nodig om te zorgen dat de elektronen altijd op ongeveer dezelfde plek op het scherm terechtkomen, en je dus een rustig beeld hebt. Bij Trinitron en FD-Trinitron schermen wordt de shadow mask vervangen door een apaerture grill, een scherm opgebouwd uit honderden dunne draden. Dit dradenscherm zorgt ervoor dat het eigenlijke scherm vlak kan zijn, maar is ook kwetsbaarder. Er is een kans dat de draden tijdens vervoer gaan trillen en elkaar raken. Dit geeft natuurlijk vervormingen in het beeld, en daarom worden 1 (bij 15") of 2 (17" en groter) steundraden aangebracht. Mitsubishi heeft een iets ander systeem ontwikkeld, waarbij de draden overbodig zijn.
Bij gebruik van een lichte achtergrond zie je dus inderdaad 2 zeer dunne lijntjes over het scherm lopen. Sommige mensen vinden dat irritant maar ik ben van mening dat ze pas opvallen als je er op gaat letten. Bij normaal gebruik vallen ze absoluut niet op, bovendien heb je bij een intensieve Unreal Tournament-deathmatch absoluut geen tijd te gaan letten op die twee miniscule draadjes die over je scherm lopen. Mensen die persé een vlak scherm zonder steundraden willen zullen een monitor met Mitsubishi beeldbuis moeten nemen (zoals sommige van de Diamondtron-schermen van IIyama). Een andere optie zijn de Flatron monitoren van LG Electronics. Op dit moment zijn alleen 17" modellen verkrijgbaar (bijv. de FT795), een 19" versie (FT995) volgt waarschijnlijk zeer binnenkort. Deze beeldbuizen zijn 100% vlak en hebben geen steundraden.
Het Nokia testprogramma
Uitleg van de gebruikte termen
Convergentie: Een witte lijn op het beeldscherm bestaat uit drie gekleurde lijnen: rood, groen en blauw. Bij een perfecte convergentie vallen deze lijnen precies over elkaar, en heb je een strakke witte lijn. Dit stelt echter nogal wat eisen aan het hoogspanningscircuit van de monitor: vooral in hoge resoluties is het moeilijk precies de goede pixels op het beeldscherm op te laten lichten. Misconvergentie komt daarom vooral voor aan de randen van het scherm. Veel misconvergentie maakt het beeld onscherp en onrustig, vandaar het hoge aantal punten dat hiermee verdiend kan worden.
Moiré: Moiré komt op alle kleuren-CRT-monitoren voor en is vooral zichtbaar bij fijne rasterpatronen. Het treedt vooral op wanneer de gebruikte resolutie veel groter is dan de resolutie van het "shadow mask" (normaal) of de "aperture grill" (Trinitron) in de monitor Deze onderdelen zitten tussen elektronenkanon en scherm en zorgen ervoor dat de elektronen steeds op (ongeveer) dezelfde plek op het scherm terechtkomen.
Veel moiré zorgt voor een onrustig beeld en het onscherp weergeven van kleuren en lijnen. Bij ernstige moiré trekken golven over het beeld, vooral in de hoeken. Bij geringe moiré zijn op sommige plaatsen licht gekromde lijnen te zien en is het beeld wat onrustig. Moiré kan altijd weggewerkt worden door de resolutie te verlagen.
Zware moiré duidt op het gebruik van minder hoogwaardige techniek op een te hoge resolutie: dit is bijvoorbeeld het geval bij 19" monitoren die aangepaste 17" techniek gebruiken.
Focus: bij een monitor met slechte focus is een grijze waas te zien tussen wit en zwart. Dit heeft gevolgen voor de scherpte van het beeld. Een slechte score op dit punt geeft aan dat de monitor niet goed is afgeregeld of dat het hoogspanningscircuit niet goed genoeg is.
Scherpte: Hiermee wordt getest of letters strak weergegeven worden en of wit en zwart duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn. Slechte score op dit punt hangt nauw samen met slechte convergentie en focus
Kleurechtheid: Op een goed uitgebalanceerde monitor moeten alle kleuren even helder overkomen. Tekortkomingen op dit punt duiden op beïnvloeding door externe magnetische velden en een slechte afscherming. Het demagnetiseren van de monitor ("degaussen") helpt meestal afdoende. Omdat iedereen kleuren anders ziet (ze bestaan tenslotte alleen in je hersenen) is dit een vrij subjectief punt.
Stabiliteit: Bij sommige monitoren krimpt het beeld bij grote zwarte vlakken, en zet het uit bij grote witte vlakken. Dit is doorgaans te wijten aan een slecht hoogspanningscircuit, iets wat vaak optreedt bij goedkope monitoren, omdat een goed hoogspanningsciruit vrij duur is. Bij echt slechte stabiliteit "zoomt" het beeld in als je de helderheid aanpast.
Resolutie: Een goede monitor moet in staat zijn strakke lijnen weer te geven. Als de lijen onderbroken worden duidt dat op een slechte monitorkabel of een slechte videokaart. Dit heeft dus minder te maken met de kwaliteit van de monitor zelf.
Tevens wordt getest of de monitor op de maximale resolutie nog wel in staat is een goed beeld weer te geven.
De testresultaten: CTX PR960F en ADI E66
De testresultaten: ADI G710 en Sony CPD-200EST
Gebruiksgemak en uitrusting (1)
Alle monitoren zijn voorzien van een vorm van OSD (On Screen Display), waarbij dat van de Sony-monitor het meest beperkt is. Hierbij zijn alleen zaken als helderheid, contrast en de simpelste geometrie-apecten te regelen. Te beperkt naar mijn mening, omdat een aantal tekortkomingen van de monitor niet weggeregeld kan worden. De bediening is (logischerwijze) simpel en eenvoudig.
Geen eindeloos geblader door verschillende menu's heeft ook wel eens voordelen. Verder is de Sony een no-nonsense monitor, zonder extra functies zoals een microfoon. Het pakket bevat een beknopte (Engelse) handleiding, een floppy met drivers en een netvoedingskabel. Wederom, alles wat je nodig hebt maar ook niets extra. Opvallend bij deze monitor is dat zowel op de doos als op de voorkant van de monitor de type-aanduiding 200ES aangegeven staat. Achterop de monitor echter staat de type-aanduiding 200EST, en ook onder Windows wordt het ding als 200EST herkend. Van dit laatste ben ik dus maar uitgegaan, bovendien heb ik geen idee wat het verschil zou moeten zijn.
De ADI-monitoren hebben allebei een uitgebreid OSD, het enige wat ontbreekt is een functie om de convergentie bij te stellen. De bediening is wat minder handig uitgevoerd. De ideale oplossing is naar mijn mening een scrollwiel in combinatie met een "Enter"-knop in combinatie met directe knoppen voor de meest gebruikte functies. Bij zowel de E66 als de G710 worden helderheid en contrast met draaiknoppen afgeregeld, voor de andere functies moet je dieper het OSD induiken. Hiervoor staan 2 navigatieknoppen (+ en -) en een Enter-knop ter beschikking. Dit werkt goed, ronduit onlogisch is echter dat je voor het omlaag scrollen in het menu de min-knop moet gebruiken, en voor andersom de plus-knop. Het went wel, maar handig is anders.
ADI verdient wel een pluim voor het feit dat het het enige OSD waarbij ook de Nederlandse taal kan worden ingesteld. We leven tenslotte in Nederland…
Dat vertaling af en toe wat brak is of inconsequent (advanced blijft gewoon advanced, de "sleep mode" heet ineens "slaapstand installen") maakt niet zoveel uit. Des te opvallender is het dat bij geen van beide monitoren een Nederlandstalige handleiding wordt geleverd.
Op het gebied van uitrustig komen de verschillen tussen de twee ADI-schermen naar voren. De G710 wordt geleverd zonder papieren handleiding maar met een CD met alle benodigde stuurprogramma's, de handleiding, een korte presentatie van het bedrijf zelf en een aantal bonus-programma's. Dit alles is (Hewlett-Packard-style) in een mooie multimedia-presentatie gegoten. Leuk en handig, omdat je alle informatie op dezelfde plek kunt vinden.
Speciale aandacht voor het Colorific®-programma dat ADI meeleverd. Hiermee schakel je de kleurenweergave van het beeldscherm gelijk aan die van de kleurenprinter, zodat je op papier ook daadwerkelijk dezelfde kleuren krijgt als op het scherm. Ik heb het programma niet kunnen testen, simpelweg omdat ik geen kleurenprinter heb, maar ik kan me voorstellen dat het best handig kan zijn.
Verder worden een netvoedingskabel en een kabel voor de microfoon meegeleverd. De microfoon werkt overigens gewoon goed, niets meer en niets minder. Conclusie: ADI levert bij de G710 een compleet pakket dat een goede en verzorgde indruk achterlaat.
Geheel anders is het bij de E66. Daarbij krijg je een handleiding…een kabel…en verder niets. Zelfs geen floppy met drivers. Nu kan het zijn dat die bij mijn exemplaar per abuis vergeten was, maar anders is het gewoon slordig. Een monitor van bijna 1200 gulden kopen en dan eerst het Internet op moeten om drivers te downloaden is niet echt elegant…
Het is mij verder een raadsel waarom ADI niet (een aangpaste versie) van de CD die bij de G710 wordt geleverd meestuurt. Zoals gezegd, dat werkt een stuk prettiger dan allerlei losse floppy's en boekjes
Gebruiksgemak en uitrusting (2)
Als laatste CTX. Het OSD is het meest uitgebreid maar niet echt handig te bedienen. Het werkt met vier knoppen. Met de eerste twee blader je door de de menu's en submenu's. Terugbladeren kan echter niet. je moet eerst helemaal naar beneden bladeren voordat je weer bij het bovenste item bent. Met de andere twee knoppen kun je de instellingen wijzigen. Ook minder handig is dat helderheid en contrast ook in het OSD ingesteld moeten worden, dit zijn immers de meest gebruikte functies.
De meegeleverde informatie bestaat uit meerdere losse bladen omtrent garantie, handleidingen voor de USB-hub en de monitor zelf, een floppy met drivers en drie kabels. Drie? Juist…drie, te weten de verplichte netvoedingskabel, een losse D-Sub-kabel (de normale 15-polige VGA-kabel) en een kabel voor de USB-hub. De PR960F heeft namelijk niet alleen een normale D15-aansluiting maar ook een (meer professionele) BNC-aansluiting voor het videosignaal. Het voordeel hiervan is dat bij BNC elke kleur zijn eigen aansluiting heeft, zodat er veel minder sprake is van signaalverstoring in de kabel. Deze kabels kosten echter nog eens rond de 60 gulden extra dus je kunt je afvragen of het wel zo zinvol is.
De USB-hub in de monitor bestaat uit 1 upstream poort en 4 downstream poorten.(2 aan de rechterzijkant, 2 aan de achterkant) De upstream wordt uiteraard aangesloten op de PC, op de downstream poorten kun je allerhande apparaten aansluiten. Mijn USB-webcam (het enige USB-apparaat dat ik op dat moment ter beschikking had) weigerde echter te werken via de USB-hub. Of dit aan de cam of aan de hub ligt kan ik helaas niet zeggen.
Een handige bijkomstigheid van de USB-aansluiting is dat je het OSD ook via USB kunt bedienen. Na installatie van de benodigde software verschijnt er een extra tabblad bij de beeldschermeigenschappen in het configuratiescherm. Alle functies van de OSD zijn zo heel makkelijk te gebruiken. Een complete vervanger van het OSD kan het echter nooit worden, want als je geen toegang hebt tot het configuratiescherm (bijvoorbeeld tijdens het spelen van spellen) heb je er niets aan. De USB-bediening neemt de noodzaak van een makkelijk te bedienen OSD dus maar voor een klein deel weg.
De uitrusting van de PR960F is compleet, ik zou echter graag zien dat CTX de informatie meer bundelt. Waarom worden de handleidingen voor USB-hub en monitor zelf niet gebundeld ? Vertaling naar het Nederlands zou ook niet verkeerd zijn, maar dat mogen meer fabrikanten zich aantrekken.
Dagelijks gebruik
Ten eerste moet ik zeggen dat geen van de monitoren mij tijdens normaal gebruik tegengevallen is. Voor dagelijks gebruik bieden ze allemaal ruim voldoende kwaliteit, als je tenminste binnen logische waarden blijft. Dat het beeld op de ADI G710 enigszins vervormd bij een resolutie van 1600x1200 is natuurlijk niet goed, maar aan de andere kant, niemand zal deze resolutie tijdens dagelijks gebruik instellen. De monitor kan het weergeven, maar daar is dan ook vrijwel alles mee gezegd.
Ik ben nogal een fan van platte beeldschermen, omdat ze een veel natuurlijker beeld geven dan klassieke bolle monitoren. Verder heb je veel minder last van reflectie en lijkt het beeld groter te zijn.
De CTX heeft als voordeel dat je ook een "breedbeeld"-resolutie kunt instellen: 1600x900. Zo kun je bijvoorbeeld DVD-films (die vrijwel allemaal breedbeeld zijn) op een wat groter formaat kijken, zonder dikke zwarte balken boven en onder. Alle schermen kunnen ook prima in een multi-monitor setup gebruikt worden. De afscherming is daar goed genoeg voor. Let wel op dat je niet dezelfde refresh-rate op beide monitoren instelt, want dan krijg je wel last van storingen. De (zijdelingse) afscherming is sowieso behoorlijk goed voor elkaar want geen van de monitoren had last van een paar niet-afgeschermde hifi-speakers op 3 cm. naast het scherm. Pas bij een burenruzieveroozakend volume was een lichte trilling waar te nemen.
Op basis van de bevindingen van de voorgaande 3 pagina's worden deze punten toegekend:
Monitor | Score (max. = 45) | CTX PR960F | 35 (78%) | ADI E66 | 30 (67%) | ADI G710 | 40 (89%) | Sony 200EST | 30 (67%) |
|
Conclusie (1)
Allereerst de totale puntenverdeling:
Monitor | Score (max. = 100) | CTX PR960F | 84 | ADI E66 | 71 | ADI G710 | 88 | Sony 200EST | 65 |
|
Uit het bovenstaande zou je zeggen dat de ADI G710 de testwinnaar is. Zo eenvoudig ligt het echter niet. Het bovenstaande zegt namelijk nog niets over de prijs-prestaties verhouding. Daarover zal ik hieronder iets zinnigs proberen te zeggen.
CTX PR960F
De adviesprijs van de PR960F is 1395 gulden. Dat is gewoon veel geld. Gelukkig houdt vrijwel geen winkel zich aan de adviesprijzen, ik hem al gezien voor F 1196,- De vraag is dus: is rond de 1200 gulden een mooie prijs voor deze monitor. En daar kan ik maar één antwoord op geven: Ja! Je krijgt veel monitor en veel prestaties voor een redelijke prijs. Naar mijn mening is het in ieder geval één van de betere monitoren in deze prijsklasse.
Grootste nadelen zijn de licht onhandige bediening en het immense formaat, maar daartegenover staat een zeer goede beeldkwaliteit.
ADI E66
De adviesprijs van de E66 bedraagt 1250 gulden en dat is, simpel gezegd, te duur. In de winkel is deze monitor te krijgen voor tussen de 1050 en 1100 gulden. De E66 is zeker geen slechte monitor, maar komt ook niet boven de middelmaat uit. Vergelijkend met de PR960F krijg je voor ongeveer 150 gulden extra een volledig vlak scherm, betere beeldkwaliteit en een USB-hub. Het enige voordeel van de E66 boven de PR960F is dat hij een stuk lichter en compacter is, maar is mijns inziens geen reden om deze monitor toch te verkiezen boven de CTX.
Conclusie (2)
ADI G710
Deze monitor verraste mij eigenlijk. Hij biedt een beeldkwaliteit die gelijk is aan die van de CTX en is daarnaast compleet uitgerust. De prijs is alleen behoorlijk hoog voor een 17": F 999,- adviesprijs. In de winkel wordt dat ongeveer F 900,-, maar dat blijft veel geld. Toch ben ik van mening dat je met deze monitor één van de betere 17"-schermen in huis haalt. Nadelen blijven het vrij onhandige formaat en de niet echt doordachte bediening.
Sony 200EST
Dit is een monitor die je eigenlijk alleen moet kopen als je een wat bekender merk wilt. Ik ben van mening dat er voor dit geld (F 899,- adviesprijs, ongeveer F 800,- in de winkel) monitoren te krijgen zijn die meer te bieden hebben. De maximale resolutie van de Sony is vrij beperkt en de beeldkwaliteit ongeveer gemiddeld. Geen aanrader dus.
Het uiteindelijke testoordeel is dat er van de 4 monitoren die hier getest zijn er twee een aanrader zijn. Ik zou ze in ieder geval zeker meenemen in de overweging als je van plan bent een 19" of 17" scherm aan te schaffen. Het zal inmiddels wel duidelijk zijn dat ik het over de CTX PR960F en de ADI G710 heb.
De andere twee monitoren zijn niet slecht, maar hebben teveel tekortkomingen. Het is niet zo dat iemand die een E66 of een 200EST heeft gekocht zich genomen hoeft te voelen, dat zeker niet. Echter, er zijn (in deze test en ook van andere merken) monitoren die meer waar voor hetzelfde (of minder) geld bieden.
Als ik zou moeten kiezen tussen de PR960F en de G710 zou ik toch de kleinere G710 nemen. De ADI-monitor is qua beeldkwaliteit gelijkwaardig maar is net even makkelijker in het gebruik. Daarbovenop komt een prijsverschil van F 400,- (adviesprijzen) en dat is me toch te veel geld voor een 2 inch groter scherm.
Informatie en adressen
Hier vind je adressen van de fabrikanten en links naar hun respectievelijke sites (klik op het logo) Ook vind je nogmaals het adres waar je het Nokia testprogramma kunt vinden.

ADI Nederland BV
Rietbaan 11
2908 LP CAPELLE aan den IJSSEL
Telefoon: 010-4519655
Fax: 010-4580279

Sony Service Center
Schipholweg 275
1171 PK Badhoevedorp
Telefoon: 020-6581888

CTX Netherlands B.V.
Kanaaldijk Noord 109A
5642 JA Eindhoven.
Telefoon: 040-2909700
Fax: 040-290970
Nokia Testprogramma
www.nokia.com/americas/displays/support/tips/ntest.html