Introductie
Misschien herinneren jullie nog wel ons vergelijk van de "Tussen Generatie", waarin wij jullie vertelden over de nieuwe technieken van de ATA66 controller, en vooral hoe verschillende bedrijven dit implementeerden.
Ditmaal gaan we in op de opvolgers van de BE6, één van de 2 deelnemers uit onze vorige test. ABIT heeft ons (al enige tijd geleden, maarja, tijd is gewoon een lastig iets) de 2 directe opvolgers opgestuurd, de BE6-II en de BF6, en wij gaan die bekijken en afzetten tegen hun directe familie lid de BE6.
Wat nogal verwarring wekt is dat ABIT haar BIOS-sen altijd vernoemde naar de plank waar ie bij hoort. voor de BH6 was dat bijv de BH6KJ, voor de BE6 de BE6PL. Met de BF6 en de BE6-II ligt het iets anders... zij maken gebruik van exact het zelfde BIOS! (met de code BEHXX)
Hier kun je al een behoorlijk idee van krijgen hoeveel de planken eigenlijk al van elkaar gemeen hebben. Maar als je de layout van de borden ziet…
Abit had er bij eerdere borden al een handje van (De ZM6 en de BM6 bijv), maar deze plankjes kunnen in princiepe alaminuut met een bout omgetoverd worden tot het andere type. Over efficientie gesproken... WHOW! Op deze manier kun je je als fabrikant een hoop besparen. Als je kiest voor de BF6 houdt dat dus eigenlijk in dat je 1 PCI slot winst hebt, een slot vaarvan het signaal anders door de HPT controller gebruikt zou worden.
Laten we de specificaties er maar eens bijpakken!
Specificaties
| BE6 | BE6-II | BF6 |
PII/66Mhz & 100MHz | 233~450 | 233~450 | 233~450 |
PIII/100MHz | 450~550 | 450~600 | 450~600 |
Celeron/66MHz (PPGA en Slot1) | 266~466 | 266~500 | 266~500 |
PIII Coppermine /100 en 133 MHz | geen support* | t/m 800 | t/m 800 |
BIOS versie op moment van testen | BE6PL | BEHQJ | BEHQJ |
Chipset | i440BX | i440BX | i440BX |
HPT366 ATA/66 controller | X | X | NEE |
Ultra DMA/33 | X | X | X |
ACPI | X | X | X |
AGP 1x en 2x | X | X | X |
Aantal DIMM banken | 3 | 3 | 3 |
Maximaal geheugen | 768 | 768 | 768 |
ECC ondersteuning | X | X | X |
Softmenu | Versie II | Versie III | Versie III |
Award BIOS | Versie 4.59 | Versie 6.0 | Versie 6.0 |
ATA66 Kanalen | 2 | 2 | 0 |
ATA33 Kanalen | 2 | 2 | 2 |
PS/2 toetsen borden muis poorten | X | X | X |
Floppy poort | 1 | 1 | 1 |
Paralelle poort | 1 - ECP/EPP | 1 - ECP/EPP | 1 - ECP/EPP |
Seriele poort | 2 | 2 | 2 |
USB poort | 2 | 2 | 2 |
Format (ATX) Lengte x Breedte | 305x210 | 305x200 | 305x200 |
AMR / AGP / PCI / ISA | 0 / 1 / 5 / 2 | 0 / 1 / 5 / 1 | 0 / 1 / 6 / 1 |
Wake On LAN | X | X | X |
Wake On Ring | X | X | X |
IrDA TX/RX | X | X | X |
SBLink | X | X | X |
Hardware Monitoring | X | X | X |
Thermo sensor | X | X | X |
ATA66 kabel meegeleverd | X | X | - |
*opgemerkt dient te worden dat ABIT inmiddels WEL een BIOS heeft die het kan, en dat de Coppermine op moment van de test als een "gewone PIII" gezien werd.Doordat de borden dezelfde basis layout hebben is ABIT niet langer in staat om bij de BE6-II het 2e ISA Slot te handhaven. Heel langzaam zet ABIT dus haar drive door. Als merk dat als eerste kwam en een 1/5/2 layout, maakt nu ook eindelijk de sprong naar het laatste slot. ISA zal naar mijn schatting nu snel verdwijnen. Ik kan persoonlijk alleen maar hopen dat de verouderde inferiere 16 Bit technologie nou eindelijk eens het veld ruimt. Met een beetje geluk zal de PCI-64 technologie over een jaartje ook haar intree doen in de Thuis PC’s. Steeds meer scsi kaarten worden hiermee uitgerust, en dat heeft alleen maar voordelen. Maargoed, dat is toekomst muziek. Terug naar het HIER EN NU.
AWARD 6.0 Bios en Softmenu III
Revolutionair was het, het Softmenu van ABIT. Helemaal zonder jumpertjes kon je de processor instellen zoals je wilde. Destijds werd het een beetje voorzichtig ontvangen, maar naarmate klonen-bouwers via batch scriptjes hun machine konden instellen ipv alles apart na te lopen, en de kans op verkeerd ingestelde moederborden afnam werd het enthousiastme voor deze jumperless technologie steeds groter. Met de PII kwam ook de drive om over te klokken opdrijven, en met het nieuw ontwikkelde Softmenu II kom nog meer gedaan worden dan ooit. Ook het voltage kon worden ingesteld, en er was zelfs een optie om beveiligingen van Intel te omzeilen!
Met de komst van de PIII komt dan nu ook SOFTMENU III. En wat krijgen we nu te zien? JAWEL! Een dip-switch! Abit geeft ons nu de keuse om het Softmenu te blokkeren, zodat de plank ook gebruikt kan worden waar een beheerder niet wil dat de gebruiker aan de instellingen gaat kloten. Op dat moment is het aantal opties aan bussnelheden ook drastisch beperkt. Nou ja... voor dit bord dan, want de keuze uit 66, 75, 83, 100, 103, 112, 124 en 133 was indertijd toch al een gelukzaligheid van de bovenste plank. In de loop van een jaartje of anderhalf zijn wij toch een knap stuk veeleisender geworden...
Het Softmenu III is bruut anders. Niet langer een beperkt aantal stappen zoals in versie II: 66, 75 en 83 zijn standaard snelheden, daarna begint het met 84, en telt MHz voor MHz op tot een bus van maarliefst 200MHz (volgens de handleiding.) van de eerste waardes is de PCI devider 1/2, van 84 en opvolgende waardes mag je helemaal zelf kiezen tussen 1/2, 1/3 en 1/4. AGP mag je zoals eerder ten alletijde kiezen tussen 1 en 2/3
Andere opties in het Softmenu III menu zijn het handmatig CPU voltage EN het I/O voltage aanpassen. Tot slot heeft het CPU instellings menu van ABIT tegenwoordig ook de optie om de “In-Order Queue Depth” die bepaalt hoeveel opdrachten er mogen wachten op werwerking tussen de chipset en de CPU. Hoe hoger die waarde, hoe sneller alles is. Is het systeem echter minder stabiel, dan kun je e.e.a. verbeteren door de queue-lengte weer te verlagen.
Award heeft met haar nieuwe V6 BIOS er een waar kunststukje van gemaakt. Dit type BIOS kwam ik al eerder bij MSI tegen, en Abit heeft daar verdere uitvoer aan gegeven. Het BIOS beschikt over een vernieuwde menu sructuur met in de menu’s een help scherm waar allerhande info over het te selecteren item langs komt zeilen.
De BF6 werd geleverd met de NY-BIOS revisie. Deze revisie kent de coppermine CPU’s nog niet, maar werkt wel. (als een ordinaire PIII). Revisie QJ kent de coppermine wel, en identificeert mijn CPU dan ook onmiddellijk als een PIII-E
De BE6-II werd geleverd met de NP-BIOS revisie. Ook deze revisie kende geen Coppermine CPU’s, maar opstarten was geen probleem, en het QJ-BIOS leverde – hoe kan het ook anders – dezelfde resultaten als bij de BF6.
Bord Layout
Afgezien van de kleine afwisseling in functionaliteit dus zijn de borden verder identiek qua layout. Abit is altijd al een merk geweest voor overklokkers, en ook in dit ontwerp hebben ze er blijkbaar hun best voor gedaan weer wat extra’s te verzinnen voor ons.
Dit hebben ze gedaan in de vorm van de plaatsing van de FAN 1 en FAN 2 headers. Zoals je in de roundup van nu bijna een jaar geleden hebt kunnen lezen waren hier in het geval van de ZM6 en de BM6 al vrij ongelukkige plaatsingen voor bedacht. Nu is alles makkelijker. Bij het BP6 bord lagen ze al dicht bij elkaar, nu is het helemaal ideaal, naast elkaar aan de bovenrand tussen de geheugenbanken en de CPU in. Dat zijn al heel wat makkelijkere plaatsen voor onze uit de kluiten gewassen koelblokken. De connector voor FAN 3, de case fan zit weer op zijn logische gebruikelijke plek vlak bij de voorkant van de kast.
De aansluiting voor de Powercable zit als vanouds weer op de bizar ongelukkige plaats vlak achter de paralelle poort, maar dat is een verschijnsel waar wij met ABIT wel langzaam aan aan beginnen te wennen. De KA7, Abit's nieuwe Athlon plank heeft dat tenminste veel beter uitgewerkt.
Iets waar ik iets minder over te spreken ben is de plaatsing van de aansluitingen voor de ledjes, knoppen en speaker. Die bevind zich nl RECHT achter het enige ISA slot dat het bord rijk is. En laat ik daar met een ISA geluidskaart nou toch ruim overheen steken? Toe gegeven, wie van jullie heeft nog zo'n antiek ding liggen, maar toch is dit gewoon nodeloos irritant. Nou moet je eerst je er uitslopen, de stekkertjes er op zetten en dan de kaart er weer instoppen...
De BF6 is voorzien van 6 PCI sloten. Een droom voor een tweakers die bij het idee van uitbreiden al kwijlt... Hold your horses, want so ideaal is het allemaal nog niet. Stel dat het plan is om een enorme bridge neer te zetten in je netwerk, en je hebt 6 mooie supersnelle netwerkkaartjes gekocht... helaas, won’t do... 2 paar sloten zullen altijd een IRQ delen. Met een BX chipset heb je nou eenmaal niet voldoende PCI busmaster signalen om 6 PCI sloten onafhankelijk aan te sturen. Dus heb je 4 master PCI sloten en 2 slave sloten. Helaas is er steeds minder nut voor slave sloten. Wanneer je eens scsikaart en een busmasterd netwerkkaart samen uittest in een master slave set, ASUS SC200 en een DIGITAL DE500A, dan kun je dat gemiddeld gesproken volstrekt schudden. Een CREATIVE SBLIVE met een van eerder genoemde is bagger. Tot slot een poging met een Viper V330: maar ook nu helaas. Na heel erg veel omzetten rebooten en klussen kwam ik op 1 werkende combinatie: slot 1 tot 6 resp. NIC, NIC, VGA, SCSI, SBLive, NIC. Nouja, werkend? Het wilde booten, maar windows werken met alle kaarten functioneel... nee, dat niet.
BE6-II/BF6 IRQ’s |
PCI_IRQ1 | PCI Slot 1 | AGP Poort | |
PCI_IRQ2 | PCI Slot 2 | PCI Slot 5 | ACPI |
PCI_IRQ3 | PCI Slot 3 | ATA66 (be6-ii) of PCI Slot 6 (bf6) |
PCI_IRQ4 | PCI Slot 4 | USB | |
Irq/busmaster signalen verdeeld over de PCI -BUS
Tuurlijk, je kan nog denken aan een Voodoo 2 in SLI, maar laten we reëel zijn... perfomance gewijs is dat vandaag de dag ook niet echt meer top of the hill... toch? Ga er dus maar niet vanuit dat je de sloten allemaal gebruiken kan. Helaas is dat een beperking van de BX chipset, en ik zie momenteel maar weinig berichten die er op wijzen dat er in de toekomstige chipsets hier veel aan veranderen zal... Ik kan er niet op wachten dat we eindelijk van Alle ISA en andere Lecagy I/O zooi afzijn. Dan hebben we weer een berg IRQ's over. Lang leve PCI en USB.
De BE6-II heeft er – net als de BE6 dat had – 5, en 2 ervan zijn ook slave. Nou zul je zeggen: HEY, dan zijn er nog maar 3 PCI masters over! Yup, want die ATA66 controller moet je dus ook nog meerekenen. M.a.w.: als je denkt dat je een scsi controller in het 3e PCI slot kan stoppen terwijl de HTP366 controller is geactiveerd (een drive op die controller aansluiten activeert hem) nou, vergeet dat dan maar. Sterker nog, het is zowieso niet aan te raden een SCSI controller in dat slot te stoppen. Op een willekeurige andere plek conflicteert trouwens een DOS-ASPI driver voor mijn kaart altijd met de HTP366 controller, dus er zijn dingen waar je zondermeer last van gaat krijgen.
Benchmarks
De setup:
PIII 500-E, Standaard Retail Koelblok en Fan.
2x PC133 128MB RAM
DE500 Digital Busmasterd PCI 10/100 Ethernet Adapter
Maxtor ATA66 7200 RPM 13,5 GB Harddisk.
SB16 VE
CDRom, Aopen 40x
Matrox G400 32MB SH.
ABIT BF6 / BE6-II moederbord.De Software
Windows 98 SE
Matrox drivers versie 5.50
Direct 7.0a Update
3Dmark 2000
3Dmark 99
Winbench 99 v1.1Testen werden uitgevoerd met een tweetal pakketten:
3Dmark 2000 - Een erg mooie benchmark die vooral goed gebruik maakt van DirectX7 en AGP.
Winbench 99 - Om verdere snelheden te meten, vooral gericht op office applicaties.
De tests werden, mede dankzij de voortreffelijke overklokbaarheid van de ontvangen Coppermine zowel op 500MHz als op 666MHz uitgevoerd – inweze is het zelfs niet eerlijk om het nog overklokbaarheid te hebben... die chip is gewoon een PIII-667-EB 
Bovenstaand een grafiek waarin je de prestaties onder 3Dmark 2000 ziet. met de beste wil van de wereld zul je niet kunnen opmaken welke plank dit is. Wanneer ik de grafieken van de 3 planken naast elkaar zou zetten zou je het verschil niet kunnen zien. Vandaar slechts deze enkele grafiek met de prestaties. Veel boeiends valt er dan ook neit over te zeggen, anders dan dat de performance zeer fatsoenlijk is.
 |
Dan Winbench 99. De CPU en FPU grafieken (respectievelijk de integer en Floatingpoint berekeningen van de PIII) maken al meteen duidelijk dat die niet beinvloed worden door het bord. Logisch. Van de disk benches is ronduit geen kaas te maken. anders dan dat kennelijk de hogere Bussnelheid de controllers van de HD's dwars lijkt te zitten. Maar gezien de rest van de resultaten lijkt het programma helemaal knetter geworden te zijn. Ik beschouw deze resultaten dan ook niet als betrouwbaar. Tentijde van het schrijven van deze test waren de borden (door alle gebeurtenissen behoorlijk vertraagd) helaas niet direct meer beschikbaar, en kan ik jullie hier dus geen verdere resultaten van geven.
Overklokken
Vooraf was de PIII 500-E, een FC-PGA, op een SOLTEK SL-02A++ conversie adapter, al met het geheugen samen op de oude tegenstander van de BE6 uitgetest, de Chaintech 6ATA2. de convertor is een bijzonder degelijk geconstrueerde adapter met een halve casing die het ding perfect in een standaard retention system laat sluiten. Deze adapter heeft tevens een buttload aan jumpertjes om eventueel lastige en eigenwijze borden als de Chaintech voor het lapje te houden. Zowel de FSB (66/100/133) als het voltage 1.3~2.3V in stapjes van 0,05V kunnen worden ingesteld. De FSB is wel zo handig omdat sommige fabrikanten maar een beperkte hoeveelheid overklokken toelaten. De Chaintech laat nl. Een 66 MHz CPU niet verder gaan dan een summiere 83 MHz, en da’s wel wat weinig voor een C300A bijv. Tevens maakt het de adapter geschikt voor zowel de PPGA en FCPGA chips als voor de Cyrix Joshua CPU. Wie weet of we daar in de toekomst ook nog wat mee kunnen. Met deze convertor was de PIII 500-E het maximale uit de Chaintech te trekken met een formidabele busspeed van 152MHz, en leverde een snelheid van maarliefst 760 MHz, stabiel in windows. Slechts hitte door de heftige belasting van een 3D benchmark programma kon de CPU tot staan brengen.
Aangetoond dat eventuele instabiliteiten niet aan het geheugen of de CPU kunnen liggen, gaan we weer terug naar onze deelnemers. Om hitte nog sterker tegen te gaan heb ik, hoe primitief, wat steviger fans van een Computernerd koelrib afgetrokken en zijwaards op het koelblok gezet... de herrie is enorm, maar het werkt wel.
Wetende dat de Chaintech met 760 gewoon kon booten deden we dit ook na op de ABIT BF6. Windows Booten was geen enkel probleem, en na controle met WINCPUID dat de CPU daadwerkelijk op de ingestelde 760 MHz draaide gingen we op naar een rondje demo van 3Dmark 2000 om de CPU bus en de AGP bus een lekker te stressen. En de hele demo werd voortreffelijk afgespeeld.
Dus gaan we voor de volgende setting 800 MHz, en wederom volledige boot in Win98. De demo kapt er echter heel vlot mee. En eversince komt de melding dat een bestand corrupt is. Ook Unreal Tourney kapt er mee. Maar hij kapt er niet mee op de moederplank, maar puur omdat de G400 niet instaat is een Busspeed van 160 (en dus een AGP speed van 107 MHz bij te poten. Verrassend? Nee. Jammer? In iedergeval spijtig.
795 dan, want we willen zo snel mogelijk kunnen, en toch nog alles kunnen doen... en Ronduit voortreffelijk.

Boven de 800 wilde het bord welliswaar nog starten, maar vanaf 830 MHz (FSB 166) weigerde Windows nog te starten, en vanaf 850 MHz bleef het systeem gewoon zo dood als een pier.
De BE6-II is zoals inmiddels vaak genoeg gezegd, dus hoeveel kan ie afwijken? Nou, eerlijk gezegd, dat kan nog best afwijken door die extra controller. Extra electronica is altijd een extra destabiliserende factor. Hoe meer zooi aan boord, hoe groter de invloed van andere dingen is. 2 Overklok sessies dus, eentje MET de controller, en een zonder de controller.
Tijdens de Intensieve en bijna 12 uur durende 3Dmark test viel de machine plotseling weg, en eindigde het programma. De precieze oorzaak is niet bekend, maar de CPU was gewoon koel en kan dus geen oorzaak geweest zijn. Ik heb vervolgens de machine opnieuw met de benchmark opgestart in de hoop nu wel resultaat te krijgen. Ik denk zelf aan een op een ongelukkig punt inwerking tredende Powersafe, die naderhand uitgezet was.
Het komt vaker voor dat ABIT borden ietwat moeite hebben met de ACPI functionaliteit van Windows. Toegegeven, met het zelfde gemak zou het aan Windows kunnen liggen want ik heb nog nooit een goed en betrouwbaar werkende powersave gezien.
750 MHz werd gewoon gehaald. 760 was ook geen probleem... Bij 765 was de machine niet stabiel meer, en crashte tijdens een Demo Loop. Bij 770MHz onstonden er zelfs lees fouten via de controller, resulterend in een corrupt file. Wat zorgelijk was was dat ten tijde van de Benchmark test het systeem er bij 666 MHz al uit klapte.
De test met de ATA66 controller wees op een enorme gevoeligheid voor crashen. Hoger dan een 690MHz was het systeem niet te porren, en ook op deze snelheid was het bord vrij instabiel.
Conclusie
De handleidingen, hoewel deze keer in het Duits omdat ik deze testborden van ABIT Duitsland had gekregen, zijn zoals vertrouwd. Stevige boekjes die niet uit elkaar fladderen. Hoewel Duits niet bepaald mijn favoriete taal is, was er nog buitengewoon goed uit te komen. Plaatjes opzich spreken al prima uit wat er bedoeld wordt.
De borden presteren goed, de BF6 daarbij ietsjes beter als het om overklokken gaat. Waar dit aan te wijten is kan ik helaas niet met zekerheid zeggen. Het vermoeden wijst op een storing door de HPT366 controller, maar helaas is dit niet te bewijzen.
ABIT heeft inmiddels een verbeterde revisie op de markt gebracht, die een 133MHz bus gegarandeerd aan kan, en daarmee ook een officiele support biedt voor de PIII-B en PIII-EB. Daarnaast zijn deze borden uitgerust met een connectortje waarme je hun nieuwe Debug kaartje op het mobo aan kan sluiten. Deze debug kaarten worden - tegen eerdere berichten in - niet met het moederbord meegeleverd, maar kunnen wel los verkregen worden.
Als je goed kijkt zie je deze connector op deze borden (de oudere revisies dus) al zitten, alleen zit er een pennetje teveel op. Wanneer je deze er af haalt, werkt de Postman ook op je oudere revisie. Needless to say dat hiermee wel je garantie op het bord komt te vervallen. Bezint dus eer ge begint.
Een absoluut punt om op te merken is dat de ruimte op het bord voor een groter koel element zeer tegen valt. Als je dus denkt een stevige koel-jetser op je heet geblakerde procje te kunnen planten, dan kom je van een koude kermis thuis. De uit de kluiten gewassen Alpha koeler van Femme kwam met gemak over het 3e dimm slot heen, en verhinderde dus elke vorm van geheugen op het bordje. Deze koeler paste nog wel op de oude BE6.
All met all zijn de BE6-II en BF6 borden die de inmiddels al aanzienlijke traditie van de bejaarde i440BX chipset voortzetten. Wederom bewezen dat deze chipset zich niet zomaar door een i8x0 Rampbus set van tafel laat vegen.
Gezien de prestatie van ABIT om het maximale uit de BX chipset te persen krijgt de BF6 met haar ronduit geweldige overklokbaarheid een eindscore van 90% De BE6-II die het op sommige puntjes in stabiliteit een tikkeltje laat afweten geeft ik een 87%, omdat er toch extra functionaliteit wordt geboden met de ATA66 controller.