Onlangs overleed voor de tweede keer de voeding van mijn oude netwerk-diskje. Daarmee werd een van de klussen die ik al lang op de plank had liggen ineens actueel: een nieuwe NAS-oplossing. Ik heb de afgelopen jaren bij verschillende klanten te maken gehad met allerlei storage oplossingen, van high-end SAN's met 100en TB's tot budget SANs op basis van FreeNAS. Mijn eerste gedachte ging uit naar een low-cost, low-power barebones systeem met een goede raidcontroller en een paar diskjes. Op advies van vriend Rob-met-de-computer-winkel heb ik echter ook eens de nieuwe modellen van QNAP bekeken en was erg gecharmeerd van de nieuwe TS-412. Inmiddels staat dit apparaat een weekje te snorren, een goed moment om een review te schrijven.
[img=620]Il5GtpIn[/img]
Specs
De TS-412 is een 4-schijfs SATA300 NAS, waarin zowel 2.5" als 3.5" schijven passen. Ten opzichte van het vorige model is Marvell processor vervangen door een sneller model: 1.2GHz ipv 800MHz. Het geheugen is dezelfde 256Mb gebleven. Verder is het apparaat uitgerust met 2x Gigabit, 4x USB2.0 en 2x eSATA. Het energieverbruik is 11W in rust, 26W max volgens opgave van QNAP. Waarschijnlijk is dit maximum vooral afhankelijk van het soort disken dat je erin gebruikt. In mijn geval heb ik gekozen voor een 4-tal Samsung Ecogreen 54k/32M/2Tb schijven, een compromis tussen kosten, capaciteit, snelheid en energieverbruik.
Bouwkwaliteit
Het apparaat voelt licht aan, zonder "flimsy" te zijn. Wat mij betreft een prima compromis tussen stevigheid en kosten. Het is immers geen laptop waarmee gegooid en gesmeten wordt, het apparaat zal de meeste tijd vooral rustig ergens in een hoekje staan snorren. Wel is het apparaat voorzien van een K-Lock opening, waarmee het desgewenst verankerd kan worden.
Configuratie
Installeren is een fluitje van een cent. De schijven passen netjes in de sledes, de sledes sluiten keurig in het rack. Tip: gebruik de door QNAP meegeleverde schroefjes, deze passen netjes in de verzonken gaatjes. De door Samsung meegeleverde bolkop-schroefjes lopen tegen de naastgelegen slede aan. De externe voeding inpluggen vereist even een scherpe blik: de connector moet met de platte kant verticaal worden gemonteerd (gebruikelijk is dat de vlakke kant boven of onder zit).
Het vervolg van de installatie vergt wat meer tijd. De unit boot automatisch met een DHCP adres. Daarna kan de meegeleverde QFind applicatie (zowel windows als OSX) de unit op het netwerk gevonden worden, waarna de installatie in een browserwindow verder gaat. Hoewel de software vrij up-to-date is (januari 2011) heb ik ervoor gekozen meteen een firmware update te installeren.
Hier komt een van de sterke punten van de QNAP in beeld: de beheersoftware. Het is duidelijk zichtbaar dat ze hier al de nodige iteraties in hebben zitten. De beheersoftware is overzichtelijk, responsief en logisch opgebouwd.
Ik ben verder gegaan met het inspecteren van de disken in het HDD S.M.A.R.T. menu. Per disk heb ik een rapid test uitgevoerd. Daarna heb ik een bad-block-test gestart. Daar staat hij een aantal uren op de stampen, maar het is wel een goede test van de disken. De volgende stap is het inrichten van een RAID configuratie. Ik heb gekozen voor een RAID5, waarmee 5,5Tb netto beschikbaar komt. Het formatteren en synchroniseren van de RAID array kost ook flink wat tijd, in dit geval 16 uur. Een leuk klusje om het apparaat een nacht op te laten stampen, dus. Al met al ben je dus 2 dagen verder.
Software
Wat mij met name aansprak in vergelijking met FreeNAS is de QNAP software. Die is op zich al vrij compleet met onder andere een Twonkymediaserver, mail- en webserver, mySQL server en downloadstation, maar kan worden uitgebreid met zgn. QPKG's, QNAP's eigen packaging mechanisme. Dat is weliswaar niet zo uitgebreid als een mainstream linux distributie, maar bevat wel pre-packaged versies van pakketten als Joomla, Wordpress en Tomcat.
Verder opvallend zijn de iTunes-server module en het Surveillance Station (voor registratie van beveiligingscamera beelden).
Voorzover ik heb kunnen testen werken al deze modules naar behoren. de iTunes- en Twonkyserver werken zoals verwacht, ook met de uitgebreide muziekbibliotheek die ik ze voorzet. Uiteraard heeft dat wel impact op performance: het laden van een bibliotheek met 60k+ nummers kost even wat tijd. Video's afspelen (met VLC of met een PS3) werkt prima, ook het HD materiaal. Muziek heb ik niet uitgebreid getest, voor het spelen van muziek (FLAC tot 96KHz/24bit) gebruik ik normaliter mijn MBP in combinatie met Decibel en een externe DAC.
Het inrichten van de shares is verder straightforward. Naast SMB (Samba), AFP, NFS en FTP is het ook mogelijk iSCSI koppelingen te leggen. Dat laatste is wat complexer, dus daar heb ik nog geen tijd in gestoken.
De NAS heeft verder een aantal prettige beheerfuncties. Zo is het mogelijk om automatisch SMART test te schedulen, zowel rapid als full test. Verder kunnen er administrator-alerts via e-mail worden vestuurd. Tip: gebruik geen spaties in de naam van de afzender, daar verslikt SMTP zich in. (/facepalm)
Apps
Er zijn een paar gratis apps beschikbaar voor de iPhone/iPad: QMobile en VMobile, respectievelijk om muziek en bewakingsvideobeelden af te spelen. Ik heb even met QMobile gespeeld, maar was niet bijzonder onder de indruk. Het is mogelijk om via je iOS device muziek af te spelen op een Airtunes interface. De geluidskwaliteit daarvan is echter vrij belabberd, vergeleken met dezelfde muziek via een computer/iTunes/Remote-app combinatie. Misschien een bandbreedte-effect, misschien cpu-issue, wie zal het zeggen. Ik kan me echter wel voorstellen dat de VMobile app toegevoegde waarde heeft, om op afstand de beelden van bewakingscamera's te kunnen bekijken. Bij gebrek aan een dergelijke camera heb ik dat echter niet getest. (Leest u mee, meneer QNAP? Ik wil het best proberen hoor.. ;-) )
Dit filmpje vond ik erover op youtube:
http://youtu.be/iQAadkddVFg
YMMV.
Performance
Heet hangijzer bij een NAS is natuurlijk de performance. Laat ik eerlijk zijn: ik ben niet van mijn stoel geblazen. De performance is prima, maar niet spectaculair. De sustained doorvoersnelheid is echter prima, een teken dat de beschikbare interface en verwerkingscapaciteit optimaal zijn geconfigureerd.
De QNAP heeft twee Gigabit interfaces, die in verschillende trunking-modes kunnen worden gebruikt. Dat wil zeggen dat het netwerkverkeer wordt verdeeld over beide poorten. Voorwaarde is natuurlijk dat de omliggende infrastructuur daarin meespeelt, dus goede gigabit switches zijn een voorwaarde. Als je heel goede switches hebt die 802.3ad ondersteunen (en je weet hoe je LACP moet configureren) dan kun je dat gebruiken. Mijn switches zijn wat simpeler, ik gebruik daarom balance-alb, wat staat voor adaptive load balancing. Daarbij wordt verkeer verdeeld op basis van mac-adressen: de QNAP houdt de omliggende apparatuur voor de gek door verschillende mac-adressen te melden aan verschillende peers. Simpel maar vrij effectief.
Hoe effectief? Ik heb een aantal dd-tests uitgevoerd:
Test met verschillende blocksizes
dp:Public ebes$ dd if=/dev/zero of=ddfile bs=250k count=250 && sync
250+0 records in
250+0 records out
64000000 bytes transferred in 2.586569 secs (24743202 bytes/sec)
dp:Public ebes$ dd if=/dev/zero of=ddfile bs=250k count=250 && sync
250+0 records in
250+0 records out
64000000 bytes transferred in 2.574581 secs (24858415 bytes/sec)
dp:Public ebes$ dd if=/dev/zero of=ddfile bs=1000k count=25 && sync
25+0 records in
25+0 records out
25600000 bytes transferred in 1.078073 secs (23746072 bytes/sec)
dp:Public ebes$ dd if=/dev/zero of=ddfile bs=5m count=25 && sync
25+0 records in
25+0 records out
131072000 bytes transferred in 5.694285 secs (23018167 bytes/sec)
dp:Public ebes$ dd if=/dev/zero of=ddfile bs=15m count=25 && sync
25+0 records in
25+0 records out
393216000 bytes transferred in 14.673846 secs (26797065 bytes/sec)
Voor de unix-lozen onder ons: ik creëer een aantal bestanden ("of" is "output file") op de NAS met een aantal blokken ("count") met een bepaalde grootte ("bs"). In de laatste regel maak ik een bestand met 25 blokken van 15Mb per blok, waarmee de totale bestandsgrootte 393M wordt. Met het "sync" commando zorg ik ervoor dat de caches geflushed worden, zodat de werkelijke doorvoer wordt berekend. Daarmee zien we dat de schrijfsnelheid in de ordegrootte van 26Mb/s ligt, onafhankelijk van blokgrootte of bestandsgrootte. Laat ik het zo zeggen: ik heb duurdere apparaten gezien die een stuk slechter presteerden.
In de laatste test maak ik een bestand met 25 blokken van 250Mb, totaal 6,5Gb dus. Terwijl deze actie loopt, start ik een tweede dd vanaf een andere machine. Deze is met name bedoeld om het trunken te testen.
dp:Public ebes$ dd if=/dev/zero of=ddfile bs=250m count=25 && sync
25+0 records in
25+0 records out
6553600000 bytes transferred in 311.087175 secs (21066764 bytes/sec)
[img=620]eGxW8wfo[/img]
Wat we in deze afbeelding zien is het verkeer op de beide netwerk interfaces. De eerste interface begint op ca. 25Mb/s te draaien. Op het moment dat de tweede
dd gaat draaien, zakt dit naar ca. 18MB/s, terwijl
op de tweede netwerkinterface ca. 6MB/s gaat draaien. Als de eerste
dd klaar is, stijgt de tweede interface naar bijna 8MB/s. Dat komt overeen met de maximale snelheid van de wifi interface van die machine. Dat toont een paar dingen aan: de trunking werkt en de bottleneck voor die 26MB/s ligt inderdaad in de QNAP, niet in de infrastructuur. Een prima resultaat, dus.
Bijzonderheden
De NAS heeft een paar features, waar ik nog niet mee bezig ben geweest. Dat zijn zaken als het aansluiten van printers en UPSen, maar ook een "CloudNAS" functie. Deze laatste maakt het mogelijk de NAS van buitenaf te bereiken. Deze functie lijkt rekening te houden met zaken als NAT en dynamische DNS. Zoals genoemd: niet getest.
Samenvatting
Tot zover ben ik erg tevreden over dit apparaat. Ik denk dat het niet eenvoudig is om een vergelijkbare zelfbouw NAS neer te zetten voor veel minder geld. En dan heb ik het nog niet over de tijd die gaat zitten in bouwen en configureren. Deze machine neemt veel functies over waar je tot twee jaar geleden nog een dedicated server voor neer zou zetten.