Fujifilm staat er enigszins om bekend dat ze prijzige, maar kwalitatief goede lenzen maken.
Al hun lenzen zijn onderverdeeld in grofweg 3 categorieën; XC, XF en “Red Badge”.
Lenzen uit de eerste categorie (XC) zijn vrij basic uitgevoerd. Qua materialen is het vooral (hoogwaardig) kunststof en er is geen weather sealing. Daartegenover staat dat de lenzen relatief goedkoop zijn en vooral licht qua gewicht. In deze categorie zitten uitsluitend zoom-lenzen.
Lenzen uit de tweede categorie (XF) zijn meer gericht op kwaliteit. Qua materialen worden veelal metalen gebruikt, weather sealing is geen standaard, maar komt wel vaak voor, de interne opbouw zit beter in elkaar en de lenzen zijn veelal lichtsterk. Daartegenover staat dat de lenzen wat duurder zijn en ook wat zwaarder. In deze categorie zitten nagenoeg alle prime-lenzen en enkele zoom-lenzen.
De derde categorie (Red Badge) lijkt vooral in het leven geroepen te zijn voor hoogwaardige zoomlenzen, maar tegenwoordig zit er ook een prime-lens bij. Wat deze categorie kenmerkt is de uitmuntende kwaliteit over de hele zoom-range, er lijkt nergens op bespaard te zijn. Bijkomend gevolg is dat de lenzen ook groot, zwaar en prijzig zijn.
Terug naar index
De fujifilm XC 50-230 valt dus in de eerste categorie. De lensbehuizing is gemaakt van kunststof, maar voelt desondanks degelijk aan. De grote zoom-ring is van een rubberachtig materiaal, waardoor het een prettige grip heeft. Het zoomen zelf gaat redelijk soepel, maar is niet super-precies. Er lijkt enige mate van wrijving te zijn, mogelijk veroorzaakt door de kunststof delen.
Aan de voorkant van de lens treffen we een kleinere focus-ring aan welke van een hard kunststof (gelijk aan de rest van de behuizing) is gemaakt. De focusring draait prettig soepel, maar lijkt ook te maken te hebben met kunststof op kunststof wrijving. Voor mij niet zo’n probleem, aangezien ik deze telelens enkel met autofocus gebruik.
Wat wel een probleem is, is dat de lens (ondanks eerder genoemde wrijving bij het zoomen) langzaam uitschuift wanneer deze tijdens een wandeltocht naar beneden gericht is. Ik draag mijn camera tijdens het wandelen het liefst kruislings over een schouder, met de lens naar beneden gericht. Op deze manier steekt er niets uit en is het risico ergens tegenaan te stoten het kleinst. Dit risico neemt dus echter weer toe doordat de lens uitschuift.
Op 50mm meet de lens een lengte van ongeveer 12,5cm en is daarmee prettig compact, maar op 230mm komt er zo’n 7cm bij en heeft het geheel een lengte van 19cm (zonder zonnekap). De zonnekap zelf voegt daar nog eens 6cm aan toe, waardoor het geheel op maximaal 25cm komt met een diameter van 7cm.
Gelukkig heeft de lens een prettig gewicht van 425 gram, waardoor het prima reisgezelschap is. Vergeleken met vergelijkbare lenzen van andere fabrikanten is dat niets bijzonders, maar binnen het fuji-arsenaal behoort deze lens tot de lichtste.
Aangezien het een lens uit de XC serie betreft, heeft Fuji op een aantal handigheidjes moeten besparen. Zo is er geen diafragmaring en is er geen knopje om de OIS aan of uit te zetten. Gelukkig kun je een van de dials op je camera gebruiken voor diafragma, maar voor OIS moet ik toch even in het menu duiken. Geen dealbreaker, maar het zorgt er wel eens voor dat ik dit vergeet en de OIS ongewenst uit of juist aan heb staan.
Terug naar index
Hoewel het een “budgetlens” betreft, kan de OIS zo’n 3,5 stops compenseren. De vuistregel om bewegingsonscherpte van de fotograaf te voorkomen, is dat de minimale sluitertijd 1/brandpuntsafstand (full-frame eq.) moet bedragen. Stel je zoomt met deze lens in tot 105mm (160mm op full-frame), dan zou de sluitertijd zonder OIS minimaal 1/160e moeten zijn. Dankzij de OIS die 3,5 stops kan compenseren, hoeft de sluitertijd nog maar ongeveer 1/15e te zijn om toch een scherpe foto te krijgen. In de praktijk speel ik meestal op safe, maar een korte test wees uit dat die 3,5 stops compensatie niet gelogen is.
Het diafragma loopt van F/4,5 op 50mm tot F/6,7 op 230mm en is daarmee geen hoogvlieger. Vergelijkbare lenzen van andere fabrikanten doen het in dat opzicht (iets) beter. Gelukkig helpt de OIS wel een handje mee om ook met minder licht nog scherpe foto’s te krijgen, maar dankzij het kleinere diafragma, heeft de bokeh er natuurlijk wel wat onder te lijden. Het diafragma van de 50-230 is te verstellen met stapjes van 1/3 stop tot een maximum van F/22.
Op 50mm is de focus-snelheid prima, maar naarmate de zoom toeneemt, neemt deze snelheid af, om op 230mm juist vrij langzaam te zijn. Hierdoor is de lens minder geschikt voor actie-fotografie. Ik heb regelmatig gehad dat het actiemoment al voorbij was, omdat de camera nog niet gefocust was. Dit wordt nog verder versterkt wanneer er minder licht voor handen is. Ook lijkt de focus niet altijd accuraat te zijn. Dit valt wel te compenseren door vooraf scherp te stellen en een wat kleiner diafragma te gebruiken, maar maakt de lens wat minder gebruiksvriendelijk. Voor andere doeleinden zoals portret, natuur of zelfs “macro”/close-up fotografie (mbv extension tubes of vergroot-filters), is de focussnelheid minder van belang en valt er prima mee te werken.
Focus @ 50mm
Focus @ 230mm
Terug naar index
Wat je vaak ziet bij budgetlenzen is dat er sprake is van vervorming, zeker aan de uitersten van de zoomrange. Zoals we hieronder zien, is dat bij deze lens praktisch niet het geval. Er lijkt een zeer minimale vervorming op 50mm, maar dat zal in de praktijk niet opvallen. Op 230mm is er totaal geen vervorming zichtbaar.
50mm
230mm
Terug naar index
Aanvankelijk wilde ik dit onderdeel zelf testen, maar heb er uiteindelijk voor gekozen te verwijzen naar andere reviews.
Photographyblog.com
pcmag.com (scroll naar “image quality”)
Opticallimits.com
Conclusie is dat de lens over het algemeen het scherpst is vanaf F/5.6 tot F/11. Vanaf F/16 wordt de scherpte negatief beïnvloed door diffractie en F/22 kent de minste scherpte.
Terug naar index
Ik heb diverse testfoto’s gemaakt om dit zelf te testen, maar kon op geen enkele foto iets van een paarse of groene rand ontdekken. Hierdoor ben ik niet zeker genoeg van de procedure om de lens op dit vlak te beoordelen. Kijkende naar de foto’s die ik reeds eerder met deze lens gemaakt heb, kan ik niet zeggen dat ik ooit een storende CA ben tegengekomen. Afgaande op andere reviews is dit ook praktisch niet aan de orde.
Terug naar index
De lens kent 7 afgeronde diafragma bladen wat enerzijds zorgt voor mooie bokeh en anderzijds zorgt voor mooie sunstars. Het is goed te zien dat de bokeh aan de randen wat vervormd; terwijl de lichtjes in het centrum mooi rond zijn, lijken ze aan de randen op katogen. De sunstars zijn goed vertegenwoordigd; de 7 diafragmabladen resulteren in sunstars met 14 punten.
Terug naar index
Ik heb de XC50-230 (OIS II) sinds november 2017 in gebruik en het is daarmee mijn tweede lens (naast de 18-55). Hoewel het een “budget-lens” is en zeker wat nadelen kent, vind ik het een zeer prettige lens om mee te werken. Het is de lens waar ik vooralsnog de meeste foto’s mee heb gemaakt en dat zal vooral komen door de combinatie van het lage gewicht, kleine formaat, prima fotokwaliteit en prettige range. Hoewel deze lens de op-een-na langste lens is van fuji, vind ik 230mm toch aan de korte kant voor wild-/vogel fotografie. Jammer daarom dat de teleconverter van fuji niet compatibel is, dat zou em echt de ideale lens maken voor onderweg. Voor actie-fotografie is deze lens minder geschikt. De trage focusmotor is aan het tele-eind bijna onwerkbaar, je moet dan echt van tevoren de focus vastleggen wil je op tijd kunnen zijn voor het actie-moment.
Nadeel:
- Lens schuift uit door zwaartekracht wanneer naar beneden gericht tijdens lopen
- Zoomring niet erg precies te verstellen
- Autofocus niet altijd spot-on en langzaam
- Niet compatibel met Fuji’s teleconverters
Voordeel:
- 3,5 stops OIS
- Lichtgewicht
- Compact van formaat
- Geen vervorming
- Algemene fotokwaliteit
- Met 230mm de op 1 na langste telelens
Terug naar index
Hieronder enkele foto’s welke met deze lens zijn gemaakt. Puur voor een impressie van (een deel van) de mogelijkheden.
Terug naar index