Inleiding
Op maandag 17 maart 2014 werd ik eigenaar van de Mac Pro (2013-model) na een wachttijd van maarliefst drie maanden. Ik kocht mijn geliefde tonnetje via SURFFspot, een ICT-webwinkel voor mensen die werkzaam zijn in het onderwijs of onderzoeksinstituten die verboden zijn aan een Hogeschool of Universiteit. Het betrof het hexacoremodel (Intel Xeon E5-1650 v2) met een persoonlijke configuratie. Die configuratie bestond uit twee D700 videokaarten, 32GB aan RAM (4 x 8GB 1866MHz DDR3 ECC) geheugen en een PCIe SSD van 1TB. Verder bestelde ik bij een exclusieve audiozaak in Tilburg nog een 30-Inch Cinema HD Display met een WQXGA schermresolutie van 2560 bij 1600 die ik vervolgens samen met mijn Mac Pro in de AppleCare gooide. De Mac Pro werd afgeleverd met MacOS 10.9 Mavericks die ik in de loop van de jaren update naar MacOS 12 Monterey. Midden januari 2020 besloot ik de hexacoreprocessor (Intel Xeon E5-1650 v2) en het geheugen te upgraden naar een dodecacore (Intel Xeon E5-2697 v2) met 128GB aan RAM (4 x 32GB 1333MHz DDR3 ECC) geheugen waarbij het geheugen vanwege technische beperkingen van het moederbord op 1066MHz draait. Die upgrade liet ik uitvoeren door de Online Macwinkel in Zaandam. De Mac Pro uit 2013 draait op een Intel Xeon E5 processor en ondersteund via Bootcamp ook Windows 8 en 10. Helaas worden Windows 7 en 11 niet ondersteund. Omdat deze Mac Pro door Apple zolang in de verkoop is geweest, namelijk van december 2013 tot en met december 2019, ondersteund het maarliefst negen MacOS besturingssystemen. De volgende besturingssystemen worden door Apple op deze Mac Pro ondersteund; MacOS 10.9 Mavericks, MacOS 10.10 Yosemite, MacOS 10.11 El Capitan, MacOS 10.12 Sierra, MacOS 10.13 High Sierra, MacOS 10.14 Mojave, MacOS 10.15 Catalina, MacOS 11 Big Sur en MacOS 12 Monterey.
De Mac Pro uit 2013 werd opgeleverd met het besturingssysteem MacOS 10.9 Mavericks en ondersteund de acht daaropvolgende besturingssystemen tot aan MacOS 12 Monterey.
De Mac Pro (2013-model) is uitgerust met twee AMD FirePro videokaarten, een PCIe SSD, zes snelle Thunderbolt 2 poorten, vier USB 3 poorten, een 1.4 HDMI poort, twee Gigabit Ethernetpoorten, twee audio-aansluitingen, een Intel processor uit de Xeon E5 serie en snel DDR 3 ECC geheugen. Verder beschikt de computer nog over bluetooth 4.0 en WiFi 5 dat staat voor 802.11 ac-technologie. De Intel Xeon processor beschikt over veertig PCIe 3 lanes met een bandbreedte van 1000MB aan data per seconde, waarvan het merendeel naar de videokaarten gaat. Iedere AMD FirePro videokaart is met zestien lanes aangesloten. Omdat het om twee videokaarten gaat blijft er nog (40 – 16 x 2) acht lanes voor de rest over. De overige componenten van de Mac Pro draait op PCIe 2 (500MB/s) wat zorgt voor zestien PCIe 2 lanes omdat er twee PCIe 2 lanes in één PCIe 3 lane gaat. Die zestien PCIe 2 lanes gaan naar de drie Thunderbolt-controllers die de rest van de computer aansturen. De zes Thunderbolt poorten krijgen de beschikking over maarliefst twaalf PCIe 2 lanes wat goed is voor maarliefst 6000MB per seconde. Wel moet die bandbreedte gedeeld worden met de HDMI-poort (PCIe 2 2x = 1000MB/s), de twee gigabitnetwerkpoorten (PCIe 2 2x = 1000MB/s), ac-WiFi kaart (PCIe 2 1x = 500MB/s) en de vier USB-3 poorten die het samen moeten doen met slechts één lane van 500MB per seconde. Dat is bij lange na niet genoeg bandbreedte voor vier USB 3 poorten omdat die de bandbreedte al per stuk gebruiken bij maximale belasting. Vandaar dat het beter is om bij deze Mac Pro de bandbreedte-intensieve apparatuur, zoals externe hardeschijven, via Thunderbolt in plaats van USB aan te sluiten. Dit omdat Thunderboltpoorten van de tweede generatie een bandbreedte hebben van maarliefst 20gbps wat neer komt op zo’n 2000MB per seconde wat al vier keer zo snel is als USB 3. De overige vier PCIe 2 (4 x 500MB/s) lines gaan naar de SSD wat een bandbreedte oplevert van maarliefst 2000MB/s. Dat is meer dan genoeg voor de door Apple meegeleverde PCIe SSD die onder optimale omstandigheden 1200 MB per seconde leest en 1000MB per seconde schrijft.
Omdat de uitbreiding van de Mac Pro (2013-model) extern moet gebeuren, grossiert de computer in aansluitingen. Van boven naar beneden: Twee audioaansluitingen, vier USB 3 poorten, zes Thunderbolt 2 poorten, twee Gigabitethernetpoorten en één HDMI 1.4 poort. De C14 stekkerpoort en de powerknop bevinden zich ook aan de achterzijde, wat in sommige gevallen wel erg lastig is. Het ongemak heeft Apple voor een groot deel verholpen door de aansluitpoorten te laten oplichten als je de Mac Pro beweegt zodat het makkelijker wordt om de kabels in te pluggen. (Foto afkomstig van site: www.apple.com/nl)
De Mac Pro uit 2013 is 25,1 centimeter hoog en 16,7 centimeter in doorsnede en weegt slechts vijf kilo. Apple heeft bij het ontwerpen van deze Mac Pro het design voorrang gegeven door de stekkerpoort en de powerknop aan de achterzijde van de cilindervormige computer te plaatsen. Apple heeft dit ongemak deels verholpen door de aansluitpoorten te laten oplichten als de Mac Pro bewogen wordt. Hierdoor wordt het inpluggen van de kabels iets gemakkelijker. De buitenkant van de Mac Pro bestaat uit een zwart glimmende cilinder van aluminium wat goed de warmte geleid. De koeling wordt geregeld door een grote ventilator die de lucht van onderen door een soort driehoekig koelunit leidt waarop de beide videokaarten en de SSD gemonteerd zitten. Het principe werkt net zoals de Power Mac Cube G4 als een schoorsteen waardoor alle inwendige onderdelen zoals de processor en de vier geheugenbanken goed gekoeld worden. Vanwege de relatief grote omvang van de ventilator die boven op de koelunit is geplaatst, kan die de Mac Pro koelen bij een relatief laag toerental. Hierdoor is de computer vrij geruisloos, ook bij intensieve belasting. Het geheel wordt gevoed door een voeding van 450 Watt. Echter bij zeer intensieve taken waarbij beide videokaarten en de processor tot het uiterste worden gedreven, kan er soms sprake zijn van koelingsproblemen. Die problemen treden ook in meer of mindere mate op als je upgrade naar MacOS 11 Big Sur of MacOS 12 Monterey. Mede omdat het voor een bijna negen jaar oude computer vrij intensieve besturingssystemen zijn die gebruikmaken van de grafische drivers Metal 2. Dat probleem heb ik opgelost met het aanschaffen van een externe thermokoeler waar ik verderop in dit review dieper op in ga.
Computerkastjeschaos
Waar ik mij bij het vernieuwde ontwerp wel een klein beetje aan erger is het feit dat alle uitbreidingen bij dit model extern moeten gebeuren. Dit resulteert na negen jaar in een waar computerkastjeschaos met de bijbehorende wirwar van draden, adapters en stekkerdozen. De hier onderstaande foto die ik van een Duitse website gehaald heb beeldt dat perfect uit.
Het grootste nadeel van het 2013-model is dat alle uitbreidingen extern moeten gebeuren. Vandaar dat Apple besloten heeft om de Mac Pro uit 2019 te ontwerpen als een modulair towermodel dat intern goed uitbreidbaar is. (Foto afkomstig van site: www.giga.de)
Gelukkig heb ik het een en ander wel netjes kunnen wegwerken. Dat neemt niet weg dat de vorige Mac Pro (aluminium computerkastmodel) op dit vlak gemakkelijker in gebruik was doordat je de uitbreidingen intern kon uitvoeren. Daardoor was die Mac Pro uit 2012 ondanks zijn grote lompe formaat een stuk mobieler dan de nieuwe kleine rondvormige Mac Pro. Mede omdat het een heel gedoe is om de juiste uitbreidingscomputerkastjes mee te nemen als je met je Mac Pro naar een ander adres wilt gaan zoals bij een computerclubavond.
De Mac Pro uit 2013 is door z’n compacte formaat een echt sieraad voor op je bureau.
Negen jaar in gebruik
Op moment van schrijven heb ik de Mac Pro (Prullenbak 2013-model) nu bijna negen jaar in mijn bezit. Qua performance is het nog steeds de perfecte machine en kan vandaag de dag nog steeds goed meekomen met de nieuwere desktopcomputers uit 2020 nadat ik het "hitteprobleem" met een externe thermokoeler heb opgelost. In de volgende paragraaf ga ik daar wat uitgebreider op in. Bij het inschakelen van de computer heb ik de thermokoeler zo getweakt dat het koelapparaatje, waar de Mac Pro bovenop staat, tegelijkertijd opstart. Hierdoor start de Mac Pro snel op en draait de zwaarste grafische programma’s. In combinatie met het 30-Inch grote beeldscherm word je helemaal in de applicatie opgezogen waar je op dat moment mee bezig bent. Mijn vorige computer, een Compaq met het besturingssysteem Windows-XP Pro (32 bitsversie) in combinatie met een Intel Pentium 4 1,4GHz processor en 1GB RAM-geheugen, heb ik ruim twaalf jaar in mijn bezit gehad. Dus mijn geliefde tonnetje kan zeker nog wel een paar jaartjes mee.
Om het milieu te sparen en mijn ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden, probeer ik zo lang mogelijk met mijn aangeschafte producten te doen. Dat geldt bij mij ook voor computers. Wat helpt is dat ik nooit voor het budgetmodel ga waardoor de hard- en software redelijk toekomstproof zijn. De in december 2001 aangeschafte Compaq PC (linker plaatje) hield er na ruim twaalf jaar plotseling mee op. Omdat het Windows-XP besturingssysteem door Microsoft vanaf 8 april 2014 niet meer ondersteund wordt, besloot ik een nieuwe computer aan te schaffen die zijn tijd ver vooruit was. Het werd uiteindelijk een Mac Pro (rechter plaatje) met toebehoren zodat ik weer een hele tijd vooruit kan.
Koelingsproblemen
Sinds mijn besturingssysteemupgrade naar MacOS 11 Big Sur begon ik te merken dat mijn Mac Pro steeds meer moeite begon te krijgen met grafisch intensieve taken. Dat geldt metname voor de modellen die uitgerust zijn met de AMD FirePro D700 videokaarten. De computer werd (te) warm en ik kreeg de indruk dat de processor ging throttleren. Ik begon daar helemaal last van te krijgen toen ik het besturingssysteem MacOS 12 Monterey installeerde. Ondanks dat het besturingssysteem MacOS 12 Monterey een zware wissel trok op mijn Mac Pro, bleef de computer wel lekker vlot draaien. Wel werd daarbij de computer erg heet en ondervond ik koelproblemen van mijn processor en mijn beide videokaarten. Om het koelprobleem van mijn Mac Pro op te lossen kocht ik online bij Speed Design, die gevestigd is in Ontario te Canada, een professionele thermokoeler. De thermokoeler is door Speed Design met de hand gemaakt en speciaal voor de Mac Pro uit hoogwaardige materialen ontworpen. Verder heb je geen extra stopcontact nodig omdat de thermokoeler via de USB-poort wordt gevoed en via een schakelaar aan- en uitgezet kan worden.
De thermokoeler die door Speed Designs uit Ontario in Canada speciaal voor de Mac Pro uit 2013 is ontwikkeld, lost het koelprobleem op die de computer ondervindt als het op MacOS Big Sur of MacOS Monterey draait. De thermokoeler wordt aangesloten op een van de USB poorten en haalt daar ook zijn voeding uit. www.speed-designs.com
De grote ventilator en het aluminium chassis van de thermokoeler zorgen voor een zeer goede warmtegeleiding waardoor het apparaatje mijn Mac Pro perfect weet te koelen, zelfs bij intensieve belasting. De koelproblemen van de Mac Pro verdwenen door de thermokoeler als sneeuw voor de zon, wat de levensduur van mijn computer ten goede komt. Het enige minpuntje is dat de ventilator in mijn ogen een beetje te veel geluid maakt, hoewel dat na een tijdje niet meer storend is. Dat de Apple Store zo’n thermokoeler voor de Mac Pro (2013-model) nooit in zijn assortiment heeft gehad, is voor mij dan ook een heel groot raadsel. Mede omdat veel Mac Pro gebruikers ernstige koelproblemen ervaren als ze upgraden naar de recentere besturingssystemen. Dat geldt helemaal voor de modellen die zijn geconfigureerd met de zwaardere videokaarten (D500 & D700) omdat de aanwezige ventilator te zwak is om ze goed te koelen als ze beiden intensief belast worden. Omdat het besturingssysteem MacOS 12 Monterey nogal grafisch opgetuigd is, vergt dat nogal wat van het systeem. Vandaar dat goed koelen een must is, als je alles uit je systeem wilt blijven halen. Verderop in deze review ga ik de resultaten beschrijven van de stresstesten waar ik mijn Mac Pro in combinatie met de thermokoeler aan heb onderworpen. Tevens ga ik na hoe mijn systeem zich vergelijkt met die nieuwe Mac Pro uit 2019.
Oude vs nieuwe processor
Mijn oude en mijn nieuwe processor verschillen aanzienlijk. In de onderstaande figuur worden de verschillen tussen mijn oorspronkelijke hexacoreprocessor (Xeon E5-1650 v2) en vervangende processor (Xeon E5-2697 v2) weergegeven.
Een productvergelijking tussen de in 2020 geplaatste dodecacore en de oude hexacore processor waarmee mijn Mac Pro uit de fabriek is geleverd. (Foto afkomstig van site: www.cpuboss.com)
De dodecacore blinkt helemaal uit in multithreading waarbij de processor het gebrek aan singlethreading ruimschoots compenseert met z’n hoge L3 cachegeheugen van maarliefst 30MB. Ik heb de upgrade naar de dodecacore gedaan omdat ik veel gebruik maak van virtuele besturingssystemen die ik laat draaien onder de applicatie Parallels desktop. Dit omdat deze applicatie beter draait op een processor met veel kernen.
Bij multithreading is de dodecacore processor zo’n tien keer sneller dan bij singlethreading processen. Bij de oude hexacore is dat vijf keer.
Quadcore vs Hexacore vs Octacore vs Dodecacore
De beste overallprocessor voor de Mac Pro uit 2013 die vanuit de fabriek besteld kon worden was de Intel Xeon E5-1680 v2, een octacore die draait op 3,0GHz met een turboboost van 900MHz. Aangezien deze processor vandaag de dag niet meer voor een gunstige prijs verkrijgbaar is, koos ik voor de dodecacore die op 2,7GHz draait en een turboboost heeft van 800MHz. Uit verschillende bronnen heb ik vernomen dat mijn Mac Pro ook overweg moet kunnen met andere processoren uit de Xeon E5 v2 familie zoals de 2690, een decacore processor die op 3,0GHz draait met een turboboost van 600MHz. Omdat ik mijn Mac Pro wel in een origineel configuratieprofiel wilde houden, koos ik daar niet voor. Daarnaast weet ik niet hoe mijn Mac Pro op zo'n afwijkende processor zal gaan reageren en of die decacore goed blijft functioneren bij toekomstige firmware en software-updates. Verder was deze E5-2690 v2 processor niet afgeprijsd en veel duurder dan de dodecacore die ik in mijn Mac Pro heb laten installeren.
De vier processors waaruit je kon kiezen bij de configuratie van de Mac Pro uit 2013. Uit de tabel komt duidelijk naar voren dat de dodecacore veruit het duurst is. In 2013 was het fabriceren van een dodecacore een heel gecompliceerd proces. Mede omdat de Xeon E5-2697 v2 2,7GHz Intels eerste 12-coreprocessor is, betaalde je daar destijds de hoofdprijs voor. Gelukkig liggen de tweedehands prijzen in 2020 een heel stuk lager. (Foto afkomstig van site: www.anandtech.com)
De tweedehands dodecacores zijn vermoedelijk zo scherp geprijsd omdat er meer van op de markt zijn omdat de E5-2697 v2 zeer gewild waren in workstations. Deze zijn nu anno 2020 allemaal afgeschreven en uit elkaar gehaald waardoor de onderdelen waaronder de processor goedkoop op de markt worden gedumpt. In mindere mate geldt dat ook voor de 32GB 1333MHz DDR3 ECC geheugenbankjes. Natuurlijk loop je bij zo'n processortransplantatie wel een klein risico omdat die dodecacore wel ruim vijf jaar zwaar in bedrijf is geweest in een professioneel gebruikt workstation. Vandaar dat ik besloten heb om dat klusje uit te besteden aan een erkent bedrijf die daarin gespecialiseerd is. Dat bedrijf, genaamd Online MacWinkel (
www.onlinemacwinkel.nl), is gevestigd in Zaandam waarbij de processor afkomstig is van OWC. Omdat OWC de processor uitgebreid test, hoef ik de eerste jaren geen problemen te verwachten. Hieronder zie je in een grafiekje hoe de vier processoren zich tot elkaar verhouden waaruit je bij de aankoopconfiguratie bij Apple kon kiezen.
De maximale turbofrequentie van de vier processoren uitgezet tegen het aantal actieve cores. Uit deze grafiek komt naar voren dat de maximale turbofrequentie van de quad-, hexa- en de octacore redelijk dicht bij elkaar liggen. De dodecacore moet het doen met een veel lagere frequentie om oververhitting van de processor te voorkomen. (Foto afkomstig van site: www.anandtech.com)
128GB RAM geheugenupgrade
Omdat ik 32GB aan werkgeheugen van mijn oorspronkelijke configuratie wat aan de weinige kant vond in combinatie met een dodecacore processor, besloot ik ook maar mijn geheugen uit te breiden. Ik liet de vier bankjes van 8GB 1866MHz DDR 3 ECC geheugen vervangen voor vier bankjes van 32GB 1333MHz DDR3 ECC geheugen door de medewerkers van Online Macwinkel die gelijktijdig de processor verving. Vanwege technische beperkingen van het moederbord draait een 32GB geheugenmodule niet op 1333MHz maar op 1066MHz. Indien het moederbord aangedreven wordt door een 12-Core processor draait het geheugen zelfs op 800MHz. Echter in MacOS 12 Monterey draait het werkgeheugen ook gewoon op 1066MHz terwijl er op mijn moederbord een Xeon E5-2697 v2 dodecacore processor geïnstalleerd zit! Hoe dat kan?, dat weet ik niet. Waarschijnlijk heeft het te maken met het feit dat het nieuwste besturingssysteem van Apple efficiënter met de beperkte bandbreedte om kan gaan. De module bandbreedte van de 32GB geheugenbankjes is slechts 10,6GB/s terwijl de bandbreedte van de 16GB, 8GB en de 4GB geheugenbankjes 14,9GB/s is. Omdat het om quad-channelgeheugen gaat, is de totale bandbreedte van de 128GB geheugenkit (4x 10,6) 42,4GB/s in plaats van (4x 14,9) 59,6GB/s bij de overige geheugenkits zoals bij de oorspronkelijke 32GB RAM setup.
Het verschil tussen snel en langzaam werkgeheugen is kleiner dan op het eerste gezicht lijkt. Uit een geheugenbenchmarktest kwam naar voren dat DDR3 1866MHz geheugen niet 50% maar slechts 5% sneller is dan DDR3 1333MHz geheugen. In de praktijk is het verschil nog kleiner omdat het cashgeheugen van de processor latentieverschillen goed weet op te vangen. (Foto afkomstig van site www.techspot.com)
Begin 2020 was de 64GB geheugenkit lastig te verkrijgen waardoor ik besloot om voor de 128GB geheugenkit te gaan. Gelukkig maskeert het enorme cashgeheugen van maarliefst 30MB van de in de Mac Pro aanwezige processor het verlies aan bandbreedte. Wat ook meespeelt is het feit dat de hogere kloksnelheid van het werkgeheugen vaak gepaard gaat met een hogere CAS (Column Address Strobe) latency. Bij DDR3 SDRAM is de kloksnelheid omgekeerd evenredig met de wachttijd, of te wel de latency. De wachttijd is de tijd die nodig is voordat de informatie gevonden wordt in het geheugen. De kloksnelheid daarentegen is de (data)doorvoersnelheid van het geheugen. Kortom hoe lager de kloksnelheid des te hoger is de wachttijd. Dat is hoogstwaarschijnlijk ook een van de redenen waarom in de praktijk de 1866MHz geheugenbankjes niet zo veel sneller zijn dan de 1333MHz geheugenbankjes. De Mac Pro maakt ook gebruik van ECC (Error Correcting Codememory) geheugen. Omdat ECC geheugen eventuele fouten in de datastroom van en naar de geheugenbankjes kan opgevangen, werkt het RAM geheugen en daarmee het gehele computersysteem stabieler wat de snelheid ten goede komt. Bij ECC geheugen worden extra bits gebruikt in de opslag zodat het niet uitmaakt als bij het uitlezen en beschrijven van het werkgeheugen een bitje spontaan wisselt van een 0 naar een 1 of andersom.
D300 vs D500 vs D700
De Mac pro uit 2013 heeft als enige Macintosh niet één maar twee videokaarten in de standaarduitvoering. Apple heeft gekozen voor de grafische techniek van de AMD FirePro generatie. Het instapmodel, met quadcore processor, wordt geleverd met twee D300 kaarten met ieder 2GB GDDR5 geheugen. Het luxemodel, met hexacore processor, wordt geleverd met twee D500 kaarten die voorzien zijn van 3GB GDDR5 geheugen. Tot slot worden het octacore en het dodecacore model standaard geleverd met twee D700 videokaarten met ieder 6GB aan GDDR5 geheugen. Omdat Apple speciaal door AMD op maat gemaakte videokaarten gebruikt, zijn deze kaarten niet door derden upgradebaar. Vandaar dat ik bij aanschaf van het hexacore model in de persoonlijke configuratie voor de D700 videokaarten heb gekozen. Dat deed ik om mijn Mac Pro meer toekomstbestendig te maken.
De AMD FirePro D300 is het equivalent van de W7000 en de AMD Fire Pro D500 is gebaseerd op de W8000 uit de Pitcoin-serie. De uitgebreidste videokaart, de AMD Fire Pro D700, is het equivalent van de W9000 van de Tahiti-XT serie van AMD. Hoewel Apple dit systeem niet gemaakt heeft om mee te gamen, is het wel mogelijk ondanks de niet optimale ondersteuning van CrossFire in combinatie met de grafische drivers Metal 2. Met CrossFire werken de twee kaarten samen en functioneert dan als het ware als een grote videokaart. Echter onder Windows (via Bootcamp) wordt CrossFire ook niet (optimaal) ondersteund.
Deze tabel geeft in een oogopslag de verschillen tussen de drie videokaarten weer. Omdat bij de standaardconfiguratie altijd twee videokaarten in de Mac Pro zitten, is het werkelijke videogeheugen het dubbele wat er in de tabel beschreven staat. (Foto afkomstig van site: www.anandtech.com)
De D300 en D500 zijn zo krachtig dat ze drie 4K schermen met een resolutie van 3840x2160p kunnen aansturen. De D300 doet dat bij twee van zulke schermen op 60Hz en eentje op 30Hz. De D500 daarentegen kan alle drie de 4K schermen met een beeldfrequentie van 60Hz aansturen. Dat komt mede door de enorme geheugenbandbreedte. De D300 heeft een geheugenbandbreedte van 160GB/s en de D500 zelfs van 240GB/s. De nog krachtiger D700 met een geheugenbandbreedte van 264GB/s kan zelfs de 4K-Resolutie bij 60Hz met een 10 bits kleurdiepte weergeven. Tien bit zorgt voor een spectrum van wel (2^10 x 2^10 x 2^10) 1.073.741.824 kleuren! Hoe dat er precies uitziet, kan ik op moment van schrijven, niet beoordelen omdat mijn huidige monitor dat niet kan weergeven. Dit omdat mijn 30-Inch Apple Cinema HD Display een kleurdiepte heeft van 8 bit bij een schermresolutie van 2560 x 1600 bij 60 Hz. Bij 8-bit worden de rode, groene en blauwe subpixels in 256 stappen aangestuurd, namelijk van 0 tot 255. Nul is hierbij volledig zwart en 255 staat voor volledig rood, groen of blauw wat een compleet wit beeld geeft. Onderlinge verschillen in helderheid tussen rood, groen en blauw zorgen voor een waaier aan kleurtinten wat goed is voor (2^8 x 2^8 x 2^8) 16.777.216 kleuren.
Inwendig bekeken
Omdat ik toch benieuwd was naar de inwendige componenten van de Mac Pro, waaronder het zeer unieke koelsysteem, ben ik aan het googelen geslagen. Uiteindelijk kwam ik op de internetsite van iFixit terecht. Het betreft een site waarin visuele reparatiehandleidingen staan waaronder een uitgebreide toolkit voor de Mac Pro uit 2013. Van deze site heb ik de hier onderstaande foto gedownload die keurig de belangrijkste onderdelen weergeeft waaruit de Mac Pro is opgebouwd. Omdat ik zelf een leek ben omtrent het “hardware” gebeuren, ga ik hier niet al te diep op in en beperk mij tot een beknopte beschrijving.
Intern bekeken heeft de Mac Pro (2013-model) wel wat weg van de Power Mac G4 Cube uit 2000. (Foto afkomstig van site: https://nl.ifixit.com)
Het unieke koelsysteem van de Mac Pro uit 2013 is afgekeken van de Power Mac G4 Cube uit 2000. Een grote ventilator boven op de cilinder zorgt voor de benodigde aanzuigende werking van koele lucht via de onderkant door een driehoekig koelunit. Hierdoor functioneert het systeem als een schoorsteen waardoor een geluidsarm en efficiënt koelsysteem ontstaat. De relatief grote ventilator draagt daaraan bij omdat het door zijn omvang af kan met lage rotatiefrequenties. Op de foto is verder te zien dat de twee videokaarten van AMD op maat voor deze computer gemaakt zijn. Dat geldt ook voor het moederbord en de voeding van 450 Watt. Het processorvoetje en de vier geheugenslots zijn wel gestandaardiseerd waardoor het geheugen en de processor wel uitbreidbaar cq upgradebaar zijn. Daarbij moet wel vermeld worden dat je heel makkelijk bij de geheugenslots kunt komen terwijl voor de toegang tot het processorvoetje nagenoeg de gehele computer gedemonteerd moet worden. Hierdoor is het upgraden van de processor alleen aan te raden voor mensen die veel ervaring met hardwarereparaties hebben.
Benchmark
Ik heb met mijn huidige systeemsetup een serie benchmarks gedraaid. Mijn systeem bestaat uit een dodecacore (E5-2697 v2) processor met 128GB aan DDR3 ECC geheugen i.c.m. 12GB aan GDDR5 videogeheugen d.m.v. twee AMD FirePro D700 videokaarten die extra gekoeld worden met een thermokoeler van Speed Design. Naast een stresstest op Geekbench 4 heb ik ook nog een benchmark gedraaid met het programma Geekbench 5 waaruit duidelijk naar voren komt dat de 2,7GHz dodecacore processor pas echt tot z'n recht komt bij multithreading. Ondanks de lagere kloksnelheid t.o.v. de hexacore (2,7GHz vs 3,5GHz) merk je die tien procent snelheidsverlies niet op bij gebruik van singlethreading programma’s. De Intel Xeon E5-2697 v2 2,7GHz processor heeft een singlecore score van 3379 en een multicore score van 30380! Bij programma’s die gebruik maken van multithreading verzet de processor tot tien keer meer berekeningen per tijdeenheid en tot 50% meer t.o.v. de Intel Xeon 55-1650 v2 3,5GHz processor! De processor die van origine in mijn Mac Pro zat.
Uit de Geekbench 4 score komt naar voren dat de ruim zes jaar oude dodecacore met gemak kan wedijveren met de huidige processoren die vandaag de dag gebruikt worden bij iMac’s in het topsegment. De Intel Xeon E5-2697 v2 2,7GHz is gewoon een beest van een processor.
Als je het van de singlecore prestaties moet hebben dan blinkt de dodecaprocessor niet uit. Desondanks kan de E5-2697 v2 toch zijn mannetje slaan als het op singlecore prestaties aankomt. Dat komt metname door het zeer hoge cashgeheugen van 30MB en de turboboost van 800 MHz. Dit heeft tot gevolg dat de processor op 3,5GHz kan gaan draaien als de processor maar 1 kern nodig heeft. Bij iedere gebruikte extra kern meer daalt de klokfrequentie met 100MHz tot een maximale turboklokfrequentie van 3,0GHz.
Ondanks de wat lage kloksnelheid van 2,7GHz weet de dodecacore in singlethreading processen toch een goede score neer te zetten van 3379. Metname het zeer ruime en snelle L3 cashgeheugen van maarliefst 30MB draagt daar een steentje aan bij. De benchmarkwaardes in de hier voorafgaande, deze en de volgende tabel zijn verkregen met het programma Geekbench 4. De benchmarktests zijn niet 1 op 1 te vergelijken met de benchmarkwaardes die verkregen zijn met het programma Geekbench 5 verderop in dit review. Dat programma test en leest de hardware op een andere manier uit dan het programma Geekbench 4.
Bij multithreading processen is deze processor echt een beest en kan hij wedijveren met de moderne workstations uit 2020! Een multicore score van rond de dertigduizend is extreem hoog en hoeft daarmee alleen de peperdure iMac Pro en het Mac Pro 2019-model voor zich te dulden. Ondanks de hoge multicore prestaties levert de processor ook nog goede singlecore waardes van rond de drieduizend op waardoor de E5-2967 van alle markten thuis is! Als je de benchmarkwaardes vergelijkt met andere computers eindigt mijn Mac Pro na de upgrade steevast bovenaan of in de hoogste regionen van de benchmarklijstjes!
Bij multithreading processen laat de dodecacore zijn ware gezicht zien en verslaat met gemak alle Macintosh computers uit de 2013-14 generatie. Met een score van 30380 kan de Intel Xeon E5-2697 v2 ook nog zeer goed meekomen met de hedendaagse workstations. Alleen de iMac Pro uit 2017 en de Mac Pro uit 2019 moet hij voor zich dulden.
Mac Pro 2013 vs Mac Pro 2019
Nu de nieuwe Mac Pro alweer enige tijd online te bestellen is, vroeg ik mij af hoe mijn Mac Pro zich tot de nieuwe 2019 modellen gaat verhouden. Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen. De nieuwe Mac Pro is een hele grote stap omhoog, hoewel het basismodel van de 2019 serie en het maximodel van de 2013 serie elkaar niet zo veel ontlopen. Je gaat pas echt in snelheid vooruit, zowel grafisch als qua processorkracht, als je minimaal het 12-Core (3,3GHz Intel Xeon W processor) model met een (Radeon Pro W5700X) 16GB GDDR6 videokaart aanschaft.
Uit de multicore benchmarktest met het programma Geekbench 5 komt naar voren dat het basismodel van de Mac Pro uit 2019 ongeveer 10% sneller is dan het vorige model uit 2013 in de maximale configuratie. Die test werd op mijn Mac Pro uitgevoerd op vrijdag 24 januari 2020 en de score is vergeleken met de in die tijd op de markt zijnde desktop Macintosh modellen.
Als je de interne uitbreidbaarheid en de performance erbij gaat betrekken, dan wint de Mac Pro uit 2019 ruimschoots van de Mac Pro uit 2013. Zo ondersteund de nieuwe Mac Pro Thunderbolt 3, 768GB DDR4 ECC-RAM (of 1,5TB DDR4 ECC-RAM voor de 24- of de 28-Core modellen), bloedsnelle NVMe-SSD’s en de nieuwste videokaarten met GDDR6 RAM-geheugen. Daarnaast zijn de 2019 modellen voorzien van de T2-chip die alle opslag versleuteld en je wachtwoorden in een soort sandbox op de chip opslaat. Verder regelt de chip het opstartproces van je Macintosh via een zogenaamde System Management Controller zodat kwaadwillenden geen kans hebben om het opstarten te infecteren met een backdoor. Ook is de nieuwe Mac Pro voorzien van maarliefst acht PCI Express uitbreidingssleuven (van de derde generatie) zodat je wat uitbreiding betreft voorlopig niet te kort komt.
Uit de singlecore benchmarktest met het programma Geekbench 5 komt naar voren dat het basismodel van de Mac Pro uit 2019 ongeveer 40% sneller is dan het vorige model uit 2013 in de maximale configuratie. Die test werd op mijn Mac Pro uitgevoerd op vrijdag 24 januari 2020 en de score is vergeleken met de in die tijd op de markt zijnde desktop Macintosh modellen.
Omdat mijn Mac Pro uit 2013 met maximale specificaties (12-Core 2,7GHz, 2xD700 videokaarten, 1TB PCIe-SSD en 128GB ECC-RAM) geconfigureerd is, zou ik niet zoveel snelheid winnen als ik ga upgraden naar het basismodel (8-Core 3,5GHz, Radeon Pro 580X 8GB videokaart, 256GB NVMe-SSD en 32GB ECC-RAM) van de 2019 serie. Om ruim zesduizend euro uit te geven, dat kost het basismodel (prijspeil 24-1-2020), vind ik op dit moment zonde van mijn geld. Mede omdat mijn Mac Pro draait op het besturingssysteem MacOS 12 Monterey die zeker nog een paar jaar veiligheidsupdates van Apple blijft ontvangen. Bij het 12-Core (>€7500) en het 16-Core (>€9000) model merk je uiteraard wel een groot snelheidsverschil. Omdat beide modellen ver buiten mijn budget vallen komen die niet in aanmerking voor mijn upgrade-overweging. Dan heb ik het nog niet eens gehad over de 24-Core (>€13500) en de 28-Core (>€15000) modellen!
Uit de grafische Metal benchmarktest met het programma Geekbench 5 komt naar voren dat het basismodel van de Mac Pro uit 2019 ongeveer 30% sneller is dan het vorige model uit 2013 in de maximale configuratie. Die test werd uitgevoerd op vrijdag 24 januari 2020 op mijn Mac Pro en de score is vergeleken met de in die tijd op de markt zijnde videokaarten voor de Mac Pro.
Na wat benchmarktesten met het programma Geekbench 5 komt mijn Mac Pro met de multicore test zeer goed uit de bus. Met een score van maarliefst 7118 komt hij heel dicht bij het basismodel van de nieuwe Mac Pro die een score heeft van 7942. Dat geldt in mindere mate voor de singlecore test die een scoringswaarde geeft van 730 (2013-model) tegen 1024 (2019-model) punten. Hetzelfde verhaal gaat op als je de videokaarten van beide modellen aan de tand voelt. Zo komt mijn Mac Pro met een waarde van 30012 tegenover een waarde van 38726 van de Mac Pro uit 2019 bij de Metal benchmarktest heel goed uit de test. Over het algemeen kun je zeggen dat het basismodel van de Mac Pro uit 2019 op processorkracht zo’n 10% bij multicore en 40% bij singlecore processen sneller is dan de Mac Pro van de vorige generatie in de maximale configuratie. Qua grafische kracht is dat ongeveer 30%. Omdat de waardes redelijk dichtbij elkaar liggen zul je het verschil bij gemiddeld gebruik niet echt merken. Dat geldt uiteraard niet als je voor de zwaardere configuraties gaat want dan zijn de verschillen in snelheid enorm en loopt de Mac Pro uit 2019 rondjes om het vorige model. Alleen als je een Mac Pro uit 2013 in de basis configuratie hebt, loont het echt om up te graden. Als de ondersteuning in de vorm van veiligheidsupdates van Apple voor mijn model rond 2025 gaat stoppen kan ik altijd nog upgraden. Tegen die tijd kan ik op de tweedehandsmarkt het 2019-model voor een wat schappelijkere prijs aanschaffen!