Is geen kwestie van goed kunnen rekenen hoor. Gewoon een kwestie van wennen. Jij hebt vroeger toch ook kunnen wennen aan 0 t/m 9? En na 9 zet je er een 1 voor en begin je weer opnieuw: 10 t/m 19. Dan een 2 ervoor: 20 t/m 29. Enzovoorts. Totdat dat ook niet meer pas en je er weer een extra 1 voor moet zetten: 100 t/m 109, en daarna 110 t/m 119, enz.
Niet om je te leren tellen hoor, maar zo 'werkt' tellen feitelijk. En in het voorbeeld hierboven is het stelsen '10-tallig' (decimaal). Het heet 10-tallig omdat je 10 verschillende basis-tekens hebt (0 t/m 9).
Binair (2-tallig) tellen is exact hetzelfde als decimaal (10-tallig) tellen. Alleen heb je nu niet 10 verschillende tekens, maar nog maar 2: 0 en 1.
Het tellen gaat dan dus als volgt: eerst 0, dan 1. Dan 'past' het niet meer (er is niks na 1) en dus zet je er een extra 1 voor. Na 0 en 1 komt dus 10 en 11. Dan 'past' het weer niet meer en komt 100, 101, 110 en 111. Dan past het weer niet, enz.
En hiermee besluit ik mijn introductie-les in getallenstelsels met in het bijzonder het binaire stelsen.
PS: en als je het goed begrepen hebt kan je nu tellen in ieder willekeurig getallenstelsel. Octaal is 8-tallig. Hexadecimaal is 16-tallig. Tellen gaat dan als volgt: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, A, B, C, D, E, F. Waarna de tekens op zijn en je opnieuw begint met een 1 ervoor: 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 1A, 1B, 1C, 1D, 1E, 1F. Daarna 20, 21, ..., 2E, 2F. Enzovoorts

.