Door Martin Sturm

Nieuwsposter

Nieuw ict-onderzoeksinstituut officieel van start gegaan

25-03-2007 • 23:42

24

Multipage-opmaak

Kick-off evenement Nirct

Afgelopen donderdag is door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ronald Plasterk in Utrecht het officiele startschot gegeven voor het Netherlands Institute for Research on ICT (Nirict). Dit instituut moet het onderzoek van de drie Nederlandse technische universiteiten - de TU Delft, de TU Eindhoven en de Universiteit Twente - op gebied van ict samenbrengen, met als doel een belangrijke factor te worden binnen Europa.

'Het standaard beleidsverhaal in Nederland zegt dat de kwaliteit van het onderzoek goed is. Dat het wel oké is.', zo zegt Minister Plasterk in zijn toespraak tijdens de kick-off bijeenkomst van het Nirict. Hij vervolgt: 'Volgens mij behoren we niet over de breedte tot de wereldtop. Hier en daar wel, maar lang niet overal.' Het bereiken van de wereldtop op het gebied van ict-onderzoek is een van de doelen die de drie technische universiteiten willen bereiken met de oprichting van het Nirict.

Plasterk opent Nirict kick-off conferentie

In zijn toespraak verwees minister Plasterk ook naar het Angelsaksische model voor het hoger onderwijs. In Nederland is inmiddels de bachelor/master-structuur, die de afgelopen jaren is ingevoerd, op dit model gebaseerd. Volgens Plasterk zou het goed zijn als ook op het gebied van onderzoek naar onder andere Amerika en Groot-Brittannië wordt gekeken: 'Het onderzoek is daar veel sterker geconcentreerd in een beperkt aantal researchuniversiteiten. Die hebben de kritische massa om Nobelprijzen te genereren én veel bedrijvigheid om de universiteit heen aan te jagen.'

Voor veel it'ers is het academisch onderzoek op hun vakgebied een onbekend terrein en wordt het vaak als onbelangrijk gezien. Toch is het wel degelijk relevant omdat veel nieuwe technieken hun oorsprong vinden in de academische wereld. Een bekend voorbeeld is de zoekmachine van Google, die oorspronkelijk is ontwikkeld op een universiteit. Door de kleine omvang van ons land is ook op onderzoeksgebied Nederland tamelijk onbetekenend, met name doordat we relatief veel universiteiten hebben die elk hun eigen onderzoeksagenda opstellen, waardoor versnippering van het onderzoek plaatsvindt. Nederland telt momenteel dertien universiteiten, waarvan er drie technische universiteit zijn: de Technische Universiteit Delft, de Technische Universiteit Eindhoven en de Universiteit Twente.

* 3TU.Federation

Ing. Amandus LundqvistAangezien de universiteiten in Nederland, vergeleken met hun internationale concurrenten, niet zo groot zijn - de technische universiteiten in het bijzonder - is er besloten om te gaan samenwerken. De drie technische universiteiten hebben daarom begin februari officieel de 3TU.Federation opgericht. Aan de oprichting van deze federatie zijn ruim zes jaar aan gesprekken en onderhandelingen voorafgegaan voordat de drie universiteiten de stap durfden te nemen. De 3TU.Federation heeft als doel om de samenwerking tussen de drie universiteiten te bevorderen. Met name op het gebied van fondsenwerving en samenwerking met het bedrijfsleven hopen de universiteiten door de samenwerking betere resultaten te behalen.

De 3TU-federatie heeft ook als voordeel dat de universiteiten in het buitenland de mogelijkheid hebben om zich als een geheel te presenteren en waardoor ze sneller door andere instanties en instellingen serieus genomen worden. De drie universiteiten hebben samen namelijk 28.500 studenten, 5300 wetenschappers en een budget van bijna een miljard euro. De 3TU-federatie heeft daardoor gezamelijk ruim 5000 studenten meer dan de grootste Nederlandse universiteit, de Universiteit van Utrecht. Ter vergelijking: Delft heeft ongeveer 13.000 studenten, Twente 7600 en de TU Eindhoven 7500. De 3TU-federatie is overigens geen fusie tussen de drie universiteiten, zo benadrukt ing. Amandus Lundqvist, de bestuursvoorzitter van de TU Eindhoven. De 3TU-federatie zorgt ook niet voor een extra managementlaag en heeft geen eigen budget of juridische status.

Wat is het Nirict?

Als onderdeel van de 3TU.Federation zullen een aantal Centres of Excellence worden opgericht. Binnen deze centra werken de drie universiteiten samen op bepaalde onderzoeksgebieden. Op het gebied van informatie technologie is het Centre of Excellence voor Dependable ICT Systems opgericht. Om de samenwerking op een breder gebied te verbeteren, hebben de drie universiteiten echter ook besloten om het Netherlands Institute for Research on ICT op te richten.

Het Nirict bundelt onderzoek dat betrekking heeft op ict. Dit betreft niet alleen het onderzoek dat plaatsvindt op de informaticafaculteiten van de drie universiteiten, maar ook bijvoorbeeld onderzoek op het gebied van elektrotechniek, industrial design en technologiemanagement. In totaal vallen er 1200 onderzoekers onder Nirict en zal het instituut een omzet van ongeveer 75 miljoen euro realiseren. Het nieuwe ict-onderzoeksinstituut zal 60 procent van het onderzoek op it-gebied controleren, aldus de voorzitter van de organisatie ICTRegie, dat een nationale ict-onderzoeksagenda bijhoudt en het onderzoek op ict-gebied in Nederland probeert te coördineren. Daarmee is het Nirict in een keer een van de belangrijkste partijen wanneer het gaat om onderzoek op dit gebied.

Het is belangrijk om het ict-onderzoek in Nederland te bundelen, omdat het daardoor makkelijker wordt om een belangrijke speler te worden binnen Europa en gewicht in de schaal te leggen, zo stelt Plasterk. Ook het onderling uitwisselen van kennis is een belangrijk punt van Nirict. Plasterk vindt dit een goed idee, omdat door de grootte van Nederland veel kennis van buiten dit land komt, waarbij het dus belangrijk is dat die kennis snel geabsorbeerd kan worden.

* Nirict-onderdelen

Het Nirict hoopt in belangrijke mate de komende jaren de onderzoeksagenda in Nederland te kunnen bepalen. Voor de komende vijf tot acht jaar heeft het instituut al bepaald waarop de nadruk moet komen te liggen. Het idee is dat er slechts een beperkt aantal onderwerpen de nadruk krijgen op onderzoeksgebied, waardoor er betere resultaten kunnen worden behaald dan wanneer het onderzoek op de drie TU's wordt verdeeld over het brede spectrum aan onderwerpen waar het huidige it-landschap uit bestaat. Er zijn zes onderwerpen vastgesteld door het Nirict waarop het onderzoek zich zal concentreren: Broadband, Computer Networks, Multimedia, Ambient Intelligence, Security en Enterprise Information Systems. Deze zes onderwerpen vormen de pijlers voor het onderzoek. Daarnaast valt onder het Nirict het Centre of Excellence CeDICT. CeDICT wordt binnen Nirict ook wel gezien als het belangrijkste onderwerp waar de komende jaren het onderzoek op zal concentreren - een zogenaamde 'long term challenge' -, waarbij de zes eerder genoemde pijlers elk betrokken zijn.

Nirict grafiek

Om deze tamelijk abstracte onderzoeksagenda's om te zetten in praktisch onderzoek zijn er drie research labs opgericht. Zo'n lab bestaat uit een groep onderzoekers die hun onderzoek concentreren op een bepaald onderwerp, waarbij elk research lab een hoofdvestiging heeft op een van de technische universiteiten en nevenvestigingen op de andere twee universiteiten. De drie research labs zijn Laboratory for Quality Software (LaQuSo), dat zich richt op de verificatie en validatie van software, Design Labs, dat kleine bedrijven helpt om heterogene systemen te ontwerpen waarbij veel verschillende componenten zijn betrokken, en het Smart Environment Lab; dat houdt zich bezig met zogenaamde 'ambient intelligence', waarbij gedacht kan worden aan domotica (automatisering in en rond het huis).

Impressie van kick-off evenement

Afgelopen donderdag vond in de Jaarbeurs in Utrecht het kick-off evenement plaats voor het Nirict. Tijdens die evenement werd door minister Plasterk officieel het startschot gegeven voor het instituut. Ook werd de dag aangegrepen om het Centre for Dependable ICT systems officieel op te richten.

* Betrouwbare software

In een toespraak van Prof.dr.ir. Boudewijn Haverkort van de Universiteit Twente wordt toegelicht waarom is besloten tot de oprichting van CeDICT. Een van de grote problemen van de huidige ict-systemen is dat de betrouwbaarheid over het algemeen te wensen overlaat. Dit heeft diverse oorzaken, waaronder onbetrouwbare hardware, fouten van gebruikers, maar vooral omdat er fouten in de software zitten. Het CeDICT heeft dan ook als doel om de betrouwbaarheid van informatiesystemen te verbeteren door het bedenken van oplossingen voor deze problemen. Hierbij kan worden gedacht aan manieren om betere software te schrijven, maar ook aan andere oplossingen zoals hogere tolerantie voor fouten in softwaresystemen en het van te voren voorspellen van mogelijke fouten. Gastspreker Dave Parnas, van de University of Limerick in Ierland, geeft in deze context nog een ander bekend probleem in de huidige softwareontwikkelingsbranche: het ontbreken van goede documentatie. Hij pleit er dan ook voor dat it'ers een documentatiestandaard gaan gebruiken die vergelijkbaar is met de documentatiestandaarden die gebruikelijk zijn in andere vakgebieden, zoals de bouw of elektrotechniek. In die vakgebieden kan meestal alle relevante informatie uit de documentatie worden gehaald en is het niet nodig het eindproduct zelf te onderzoeken om de werking van een bepaald aspect daarvan te weten te komen. In dat voorbeeld ziet hij de broncode van de software als het eindproduct en niet als vorm van documentatie, zoals door sommige ontwikkelaars ook wel eens wordt gesteld. Ook gegenereerde documentatie, zoals bijvoorbeeld JavaDoc, dat vaak door Java-ontwikkelaars wordt gebruikt, is volgens hem ontoereikend. Hij stelt dat dit overeenkomt met het maken van foto's van een brug nadat hij gebouwd is, wat weinig nut heeft wanneer men iets wil weten tijdens de bouw. Hij pleit voor de invoering van documentatie die gebruikmaakt van bestaande wiskundige notatie, maar weet ook niet precies hoe dit in de praktijk moet worden ingevoerd.

Plasterk bekijkt opstellingTijdens het Nirict kick-off evenement wordt ook een ander aspect van de it-industrie belicht: namelijk de betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het onderzoek en de nog steeds beperkte interesse van studenten voor bètastudies. Prof.dr. Emile Aarts, vice-president research bij Philips, is van mening dat Nederland het nog helemaal niet zo slecht doet wanneer het op innovatie aankomt, maar dat voornamelijk de implementatie vaak mislukt. Met dit laatste doelt hij op het omzetten van onderzochte ideeën in concrete producten en bedrijven die deze producten op de markt brengen. Het is volgens hem fout om te verwachten dat een onderzoeker van een onderzoekspositie de stap naar ondernemerschap succesvol kan nemen. Ondernemerschap vergt namelijk een totaal andere aanpak dan onderzoek. Het probleem is dan ook niet dat er te weinig startende innovatiebedrijven zijn in Nederland, maar wel dat deze startende bedrijven niet de stap naar middelgroot formaat kunnen nemen. Volgens Aarts is ondernemerschap wel zeer belangrijk, omdat dat de enige manier is om echte innovatie te kunnen realiseren. Een goed voorbeeld waar dit wordt gestimuleerd is volgens hem de Philips High Tech Campus in Eindhoven, waar inmiddels ruim 30 'innoverende' bedrijven zijn gevestigd. Hij adviseert het bestuur van Nirict dan ook om een kantoor op deze locatie te openen. Het bestuur van Nirict reageerde hierop met de opmerking dat dit inmiddels wordt overwogen.

Demonstratie WKGemist

Tijdens het evenement werd ook per onderzoeksonderwerp toelichting gegeven op de plannen voor de toekomst en wat er valt te verwachten. Hierbij kwamen uiteraard diverse nieuwe technologieën voorbij, zoals ultrawideband voor draadloze verbindingen, technieken voor optische routers voor netwerken en beveiligingstechnieken voor internet waarbij 'shared secrets' worden gebruikt. Jonge onderzoekers toonden in de foyer hun huidige onderzoeksprojecten. Ook hier waren een aantal interessante ontwikkelingen te zien en werd de diversiteit van gebieden waar ict-onderzoek relevant is nog eens duidelijk. Zo werd bijvoorbeeld een systeem gedemonstreerd waarmee het mogelijk is om automatisch samenvattingen te maken van voetbalwedstrijden en films, en een techniek om de kleuren van video's en foto's te verbeteren, maar ook systemen die productielijnen beter moeten aansturen.

* Slotwoord

Het is duidelijk dat het onderzoek op it-gebied met de oprichting van het Nirict een positieve impuls krijgt. Het is echter afwachten wat de resultaten hiervan op lange termijn zullen zijn. Het is belangrijk dat Nederland kan concurreren met gerenommeerde onderzoekscentra zoals het Frauenhofer-instituut in Duitsland en het Inria-instituut in Frankrijk. Volgens minister Plasterk is dat met het Nirict-instituut zeker mogelijk. Wanneer er goed onderzoek wordt gedaan, zal ook het bedrijfsleven automatisch zich groeperen rond dit onderzoek. Ook het aantrekken van extra studenten voor dit vakgebied zou een stimulans moeten krijgen met de oprichting van het instituut. In het kader van het 3TU-verband is het streven om het aantal Bachelor-studenten op de drie universiteiten te verhogen met 15 procent en het aantal Master-studenten met 20 procent. De eerste stappen zijn gezet, maar de toekomst zal uitwijzen of het de juiste stappen zijn.

Reacties (24)

24
24
16
2
0
7
Wijzig sortering
Heel goed dat ze dit doen. Ik ben afgestudeerd computer science aan de TUDelft. Mijn research had te maken met het bouwen van een model om gegeven verschillende metrics, met name een door mij geschreven tool om dynamic coupling per Java class van een app te berekenen, een schatting te maken van de de kans dat die class een fout bevat. Hebben ze in dit artikel over het stimuleren van correcte software.

Een leuke vergelijking. Heb 6 maanden van mijn research in India gedaan. Daar hebben ze mijn eind verslag gepubliseerd en bereikbaar gemaakt voor elke Indiaase Universiteit. Binnen de TUDelft merk ik niets ervan. Cijfer geven, en groetjes.

Dit is dus een goed iets. Sharen van informatie tussen onderzoekers zodat het tenslotte nog iets kan betekenen en mischien inderdaad het bedrijfs leven op een positieve manier kan beinvloeden.
oh, god, wat heb jij gelijk... Wij delen onze kennis in nederland (westerse wereld?) veel te weinig. Het kost uren om een goed wetenschappelijk artikel te vinden, en de enige die je meestal kunt vinden zijn de artikelen die officieel gepubliceerd zijn in internationale tijdschriften - al het onderzoek wat gedaan word en NIET word gepubliceerd is meestal gewoon verloren zaak (en da's toch 99,9%?!?!).

Enorm zonde...
Het kan altijd beter natuurlijk, maar de richting die jij hier aangeeft is ook niet een oplossing. Dat scenario lijkt meer op microsoft die z'n documentatie beschikbaar stelt: hier heb je een vrachtlading ongestructureerde informatie, zoek het maar uit.
Het hele idee van publiceren in een wetenschappelijk tijdschrift is dat er een peer review proces over heen gaat, waardoor je (meer) verzekerd bent van een deugdelijk geschreven artikel, omdat er een andere expert heeft meegekeken. Je moet dan inderdaad wat meer werk maken van je scriptie om het om te toveren in een publiceerbaar artikel, maar dat kan best! Als we wel alles gaan erkennen wat los en vast zit is er helemaal geen controle meer op waarheid.
Overigens gelden in de ICT de journals veel minder als belangrijk en kun je beter zoeken op conference proceedings als je de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen wilt volgen, dat is de standaardplek om je vindingen bekend te maken in de ICT.
Het gevolg is weer dat hetzelfde onderzoek door een ander instituut opnieuw gedaan kan worden, met hetzelfde resultaat. Zonde van het geld en tijd.

Ik heb voor een korte stage onderzoek gedaan naar het oplossen van een stromingsmodel. Zo goed als alles wat ik geprobeerd had mislukte, en ook opgenomen in m'n verslag (je moet dan ergens over schrijven). Niet leuk voor jezelf (net alsof je geen resultaat hebt bereikt), maar ze waren er best blij mee: het probleem was toch geanalyseerd en ze wisten in ieder geval hoe ze het niet moesten doen. ;)
Hij pleit er dan ook voor dat it'ers een documentatiestandaard gaan gebruiken die vergelijkbaar is met de documentatiestandaarden die gebruikelijk zijn in andere vakgebieden, zoals de bouw of elektrotechniek. In die vakgebieden kan meestal alle relevante informatie uit de documentatie worden gehaald

Het verschil tussen bouw/electrotechniek en it is dat als er bij die eerste niet gebouwd wordt op basis van documentatie er al snel doden vallen. Bij de laatste vallen er alleen krachttermen ..
Misschien denk je te veel aan Word met zijn alom geliefde Clippy wanneer je aan software denkt.

In de realiteit is software vaak genoeg direct de oorzaak van het vernietigen van menselijk leven, bijvoorbeeld in de medische wereld [1,2,4] en luchtvaart [3,4].

[1] http://onlineethics.org/cases/therac25.html
[2] http://www.iaea.org/NewsC...therapy/dissection109.pdf
[3] http://www.rvs.uni-bielef..._and_accidents/index.html
[4] http://www.eweek.com/article2/0,4149,1544392,00.asp
Wat zijn er giga veel doden gevallen :Z

Er zijn meer doden NIET gevallen door software,
Dan dat er wel doden zijn gevallen omdat iets het begaf.

Toevallig zit ik in de luchtvaart wereld,
En in totaal zijn er ongeveer 16000 doden gevallen ( ofzo )
in het hele bestaan van de luchtvaart. Ter vergelijking, in het NEDERLANDSCHE verkeer alleen vallen al 1500 doden per jaar ofzo...

Dus wat vallen er toch veel doden door software/hardware problemen........ :z
Is elke dode die er valt dan niet één teveel? Wordt er ergens geopperd dat men, aangezien software niet betrouwbaar is, software moet weggooien?

Neen, men pleit voor een evolutie naar veiligere software, om net het aantal doden dat er vallen of, meer belangrijk nog voor bedrijven, het geld dat verloren gaat door softwarefouten, in te perken.

Dus of er nu al dan niet minder doden zijn gevallen door software doet hier helemaal niet ter zake. Het is niet omdat er nu al minder vallen door de invoering van software, dat men niet moet streven naar veiligere (in concreto, correctere) software om dit nog meer in te perken.
Ik ben me er van bewust dat software niet op dezelfde schaal mensenlevens kost als ziekten en dagelijks menselijk falen dat doen.
Gezien het verwachte publiek dat dit artikel zou lezen dacht ik dat niet te hoeven vermelden.

Mijn punt was alleen dat software-fouten wel degelijk ernstige consequenties kunnen hebben en de term 'safety critical software' niet voor niets bestaat.

Wat betreft de cijfers die je geeft; het zijn het geen gekke schattingen,
maar je wil misschien de volgende keer toch Boeing [1] en het cbs [2] raadplegen voor je in slaap valt ;)

[1] http://www.boeing.com/news/techissues/pdf/statsum.pdf , pagina 8
[2] http://www.cbs.nl/nl-NL/m...ief/2006/2006-2026-wm.htm
Ik weet niet hoe het precies zit in de medische wereld, maar weet wel redelijk hoe het zit in de luchtvaart.

In het algemeen wordt de luchtvaart gemiddeld elk jaar veiliger, grotendeels door toedoen door de komst van computers en het automatiseren van allerlei processen.

Dat een vliegtuig neerstort door gevolgen van softwarefouten komt inderdaad voor. Maar veel vaker zijn vliegtuigongelukken de oorzaak van miscommunicatie tussen apparatuur en piloot.

Ondanks dat zich allerlei nieuwe (sub-)oorzaken voordoen, wordt het per saldo steeds veiliger. Als we kijken naar de veiligheid van alle vervoermiddelen op basis van cijfers van de EU, dan is het vliegtuig op basis van het aantal kilometers het meest veilige vervoersmiddel, en op basis van tijd is het tot 600 kilometer 2de (na de trein), daarna het veiligste vervoersmiddel.

Het blijft uiteraard van groot belang dat er kritisch wordt gekeken naar alle aspecten, waar nodig en kan te verbeteren.

Een remedie heeft vaak bijwerkingen, maar doet meestal meer goed dan kwaad.
Wat er hier nu het meest dodelijk is lijkt me er niet toe doen. De grootste uitdaging van uitgebreide documentatie van IT ligt toch gewoon bij kopieergevaar. Als de documentatie echt zo uitgebreid is dat hij voor elke programmeur goed te begrijpen is, is hij net zo makkelijk om te schrijven naar een net iets andere broncode en dus te stelen. Hiertegen is software wettelijk nagenoeg onmogelijk te beschermen.

Dan hebben we het nog niet eens over de belachelijke grootte en complexiteit van de meeste software. De documentatie zou nog meer tijd op zich nemen, dan de ontwikkeling van het product.

Die uitgebreide documentatie zal dus nog wel even op zich laten wachten...
Gut, kopier gevaar.. Tja dat is nogal belangrijk vergeleken bij een mensenleven. Door die instelling, hou je innovatie en het redden van mensenlevens onnodig tegen. Door reverse enigenering valt bijna alles te kopieren of door het inhuren van die specifieke progameur zou je als nog de broncode kunnen achterhalen.

Maar de bedoeling hiervan is niet alleen het redden van mensenlevens maar meer om kennis te combineren zodat het wiel niet 1000x opnieuw moet worden uitgevonden om een uiteindelijke doel te behalen. Wat op het einde van het verhaal, mensenlevens of geld/tijd kan besparen.

En hoeveel tijd kost het nu werkelijke om het doel van jouw stukje "code" te beschrijven en waarom je dat zo gedaan hebt? Je weet toch waarom je het zo gedaan hebt, dat inzicht zou anderen kunnen helpen de volgende stap in een onderzoek te kunnen doen wat uiteindelijke tot een beter onderzoek of produkt kan leiden. Iets waar iedereen mee geholpen is. Om die zelfde reden wordt er in de medische wetenschap alles wel gedocumiteerd, wat voor veel vooruitgang zorgt. De ict wereld zou hier veel voordeel uit kunnen halen en dit is een eerste/goede stap
Documentatie kan je onder het kopje copyright gooien. Dus mensen nemen dit niet al te snel over, (trek geen vergelijking tussen downloaden ~ documenten :o ). Documentatie ontwikkeld in naam van het eigen bedrijf moet ook altijd intern (of hooguit bij de klant) blijven, lijkt me.

Verder is code steeds minder uniek te noemen. Uiteindelijk zal er ook geen rechtzaak meer om te spannen zijn, verwacht ik, op de overgebleven unieke applicaties na dan.

Waar deze nieuwe instelling het meest mee kan bereiken is het vastleggen en het internationaal promoten van bijv. documentatiestandaarden. Ook training voor het gebruik van IT apparatuur is belangrijk en aangezien we het hier ook over software voor vliegtuigen hebben:
op Discovery was zondagnacht een documentaire over een vliegtuigramp met een relatief nieuwe airbus. Er waren kinderen in een vliegtuigcabine zogenaamd het vliegtuig aan het besturen. De automatische piloot stond aan die automatisch allerlei situaties als 'stall' probeert te voorkomen. Om het verhaal een beetje in te korten: Toch kon de AP en de piloten het niet voorkomen en uiteindelijk stortte het vliegtuig neer met meer dan 80 inzittenden. Oorzaak niet alleen de kinderen die de uberhaupt in de cabine mochten komen, en het menselijk verstand van de piloten, maar ook door het langer dan 30 seconden bewegen van het roer werd de AP half uitgeschakeld. Er kwam geen duidelijk signaal naar de piloten toe, waardoor ze dit konden herkennen. De piloten hadden dit niet tijdens de training gehad. |:( En toen was het gebeurd.
Wel enorm cool dat ze David Parnas hadden voor een praatje bij de opening. Voor wie het niet weet, het is de grondlegger van (onder andere) object orientatie.
respect voor dat maar van economie heeft hij weinig begrepen.

Hij heeft het over dat er beter gedocumenteerd moet worden (true) maar de generatietooltjes voor documentatie zijn niet goed en code kan je ook niet zien als documentatie. Nu vraag ik me af wie hij denkt dat je als klant kunt werven als je software 2x zo duur is als die van andere bedrijven. Ik denk niet dat er ook maar 1 bedrijf is dat bereid is om substantieel meer te betalen omdat het beter gedocumenteerd is...

en dan dat laatste: hoe hij dit probleem op wil lossen weet hij ook niet :+. Tja ik kan zo ook een balletje opgooien en kijken welke kant het op waait. All due respect maar dit zijn echt uitspraken waar niemand wat aan heeft |:(
De realiteit is echter dat zo'n 80% van de kosten van software in onderhoud gaat zitten. Dat is geen claim maar een gemeten gemiddelde dat in veel literatuur is terug te vinden (in o.a. "Practical Software Maintenance", van Thomas Pigoski).

Daaruit blijkt weer dat zo'n 40-60% van de tijd van software onderhoud bestaat uit programmeurs die proberen te snappen wat bestaande software nou eigenlijk doet.

Oftewel: 32 tot 48% (40-60% van 80%) van de totale kosten van een gemiddeld softwareproject bestaat uit mensen die proberen te snappen waarom/hoe/etc. iets is gecodeerd.

En dan denk je dat software *duurder* wordt als mensen serieuzer gaan documenteren?
Als je kijkt naar de farmaceutische en voedselindustrie komt er geen software binnen als dit niet volledig gedocumenteerd en gevalideerd is. Zie ook de website van de FDA: http://www.fda.gov/cder/gmp/index.htm
Over het algemeen loopt deze industrie voor met dit soort veiligheidsissue's t.o.v. de andere industrieën. Je kan er dus _donder_ op zeggen dat dit over vijf jaar zeker reden is om je documentatie goe dop orde te hebben.
/offtopic: Misschien kunnen ze een AiO op goede documentatiesoftwareontwikkeling zetten :P
En ik heb er jammergenoeg niks mee te maken.
zit op de UvA met een groepje van 14 eerste jaars informatica studenten. bar weinig.

Ik vond trouwens dat in de inleiding wel had gemogen welke drie universiteiten t om gaat. de drie technische zegt mij niet heel veel. ik gok op TU twente, TU/e en TU Delft.

Verder vind ik het een goed plan, een goede stap, want nederland stelt inderdaad bar weinig voor op ict gebied. Wel jammer, want er zit volgens mij best veel potentie hier.
Maar ze willen mensen ook niet echt houden, ik ben een cum laude student, maar echt support krijgen we niet. vragen worden niet beantwoord, zelfs botweg geweigerd. (Goed daar is over geklaagd, maar veranderd toch niet) Zo houd je geen studenten, en zo gaat t niveau ook alleen maar omlaag.
Ik hoop dat ze voor de technische uni's hiermee het een en ander kunnen verbeteren.
Dit instituut moet het onderzoek van de drie Nederlandse technische universiteiten - de TU Delft, de TU Eindhoven en de Universiteit Twente - op gebied van ict samenbrengen
Het staat er ook, je moet alleen even zoeken ;)

Vaak is het probleem gewoon financiering. Een school als het MIT, daar worden miljoenen in gepompt door zowel overheden als bedrijven/particulieren. Daardoor komt er veel talent op af. Het probleem in Nederland is gewoon dat "het grote geld" niet hier is, maar in het voornamelijk in het buitenland.

Edit:
Dit was een reactie op Elephtera
Financien zijn inderdaad een probleem, maar toch minder groot dan je zou denken. Tenminste als student aan de TU heb ik wel eens een boekje open horen gaan over het salaris van onderzoekers en dat is gen kattepis.

Verder in reactie op Elephtera, heb ik het idee dat er op technische universiteiten toch zeker wel (meer) aandacht is voor talent. Bij mijn opleiding wordt je zelfs redelijk achter je kont gezeten of je toch echt niet wilt promoveren als je topcijfers haalt. Bovendien is onderzoek in het algemeen misschien belangrijker op de TUs dan bij de andere unies (heel belangrijke geldkraan).

Eigenlijk lijkt het me in Nederland ook vooral een imago probleem voor techniek en onderzoek. Niet voor niets worden de onderzoekers van alle uithoeken van de wereld gehaald, en dan ook wel van goede kwaliteit...
Toch vind ik het interessant dat ze ook onderzoek willen doen naar security, terwijl er op de betreffende universiteiten geen masters zijn voor netwerk security of in die richting. Iemand die informatica studeerd, vind ik niet geschikt om daar onderzoek in te doen.
goed initiatief, nu alleen the missing link nog: business.

Leiden Universiteit heeft een master studie genaamd "ICT in Business" Een management/business study op het gebied van ICT én Business, internationaal georienteerd.
business is erbij betrokken ;)
Voor de komende vijf tot acht jaar heeft het instituut al bepaald waarop de nadruk moet komen te liggen. Het idee is dat er slechts een beperkt aantal onderwerpen de nadruk krijgen op onderzoeksgebied, waardoor er betere resultaten kunnen worden behaald dan wanneer het onderzoek op de drie TU's wordt verdeeld over het brede spectrum aan onderwerpen waar het huidige it-landschap uit bestaat
Hiermee diskwalificeren ze zich nu al als bedrijven die miljarden per jaar investeren in R&D niet weten waar we over vijf tot acht jaar staan, maar lange termijn tussen nu en drie jaar beschouwen, hoe denkt een Nederlandse instelling met maar 1 miljard per jaar die bovendien vooral in overhead verloren gaat (wetenschappers hebben grote ego's en staan nergens voor open namelijk..) denken iets te kunnen bijdragen?
. Er zijn zes onderwerpen vastgesteld door het Nirict waarop het onderzoek zich zal concentreren: Broadband, Computer Networks, Multimedia, Ambient Intelligence, Security en Enterprise Information Systems.
Er is geen verschil tussen broadband & "computer networks" dus een dit uitsplitsen is zinloos.

"Multimedia" is een loze kreet, die al jaren een eeuw geroepen wordt maar tot op heden geen definitie kent en niet door zichzelf respecterende mensen gebruikt zal worden.

Ambient Intelligence??
Volgens wiki:
The concept of ambient intelligence or AmI is a vision where humans are surrounded by computing and networking technology unobtrusively embedded in their surroundings. See also ubiquitous computing.

Ubiquitous computing is a model of computing in which computer functions are integrated into everyday life, often in an invisible way. The model requires both small, inexpensive computers and wired and wireless ("dumb") devices connected to larger computers. A household controlled by ubiquitous computing might have remote-controlled lighting, automated sprinklers, a home entertainment center, devices to monitor the health of occupants, and a refrigerator that warns occupants about stale or spoiled food products.
Zou men vroeger multimedia hebben genoemd :)

En tot slot Security en Enterprise Information Systems.

Dat security research belangrijk is moge duidelijk zijn, echter aangezien je met je output van je research wel iets significants moet kunnen betekenen voor (liefst onze economie) samenleving moet je wel bij de partijen zitten die security kunnen verbeteren. De kans is dan ook nihil dat door security research in Nederland operatingsystems en software veiliger zal worden. Geld stoppen om bug/vulnerabilities en aanvalsvectoren te vinden is zinloos, het bied geen perspectief op structurele aanwinst voor onze samenleving en kent geen eind.

Wat EIS aangaat geldt hetzelfde. De kaarten zijn geschud, welke bijdrage zal EIS kunnen bijdragen?

Ik denk dat het aantal pijlers moeten terug brengen naar drie.
1) Industriële toepassingen
2) Consumenten toepassing
3) Innovatie

En vanuit deze pijlers een visie ontwikkelen.

Op dit item kan niet meer gereageerd worden.