De Pentium III - Xeon onderscheid zich op dit moment vergeleken met de Pentium III alleen op het gebied van cachegrootte en cachesnelheid: de Xeon heeft 512 tot 2Mb off-die cache op volle processor snelheid. Met de komst van de Coppermine zal ook de Xeon de overgang naar de Coppermine core maken (codenaam Cascades). Dit betekent dat de L2 cache in de chip zal zitten, wat Intel de mogelijkheid geeft om een socket versie van de Xeon te maken. Intel heeft hiervoor een apart socket in gedachte: Socket 418.
Pentium III Xeon roadmap
|
Wat de verschillen zijn tussen de Cascades en de normale Coppermine is mij niet helemaal duidelijk: beide chips hebben 256Kb on-die cache op volle processor snelheid. Het lijkt erop dat Intel de Xeon modellen met Katmai core vanwege hun grote cache geheugens blijft handhaven, hoewel er geen snellere versies zullen worden uitgebracht.
Voorlopig blijft Intel koning in het high-end x86 server segment. De Athlon's zijn weliswaar sneller in single CPU configuraties, maar bij servers is schaalbaarheid veel belangrijker en zolang de Athlon geen SMP kent komt daar weinig van terecht. Tegen de tijd dat de SMP-capable Athlon's worden geļntroduceerd zou Intel wel eens een probleem kunnen hebben, want het point-to-point EV6 bus protocol is superieur aan Intel's GTL+ bus architectuur. Bij de EV6 bus heeft elke Athlon z'n eigen 200MHz (1,6Gbyte/sec) dedicated pijp richting geheugen. Bij de GTL+ bus moeten 2 tot 4 processors vechten om bandwidth op een lijntje van 100 of 133MHz (800-1060Mbyte/sec).
Mobile Pentium III en Celeron processors
|
Op mobiel gebied zullen de zogenaamde Geyserville CPU's geļntroduceerd worden. De eerste 400, 450 en 500MHz modellen van deze lijn zullen deze maand hun opwachting maken. 600, 650 en 700MHz versies volgen in het eerste kwartaal van 2000, waarmee de mobiele CPU's vrijwel hetzelfde prestatieniveau als de normale PIII processors bereiken.