Rond 2014 of 2015 kwam de klad erin. Zoals vaak is er niet één moment aan te wijzen, maar waren het allemaal ontwikkelingen bij elkaar, allemaal stemmen die elkaar op een gegeven moment gingen versterken.
De eerste keer dat we het tegenkwamen in het archief van de Persgroepkranten, was een ingezonden brief in 2012, waarin een lezer pleit voor een 'smartphonevrije zondag'. "Ik lijk wel verslaafd. En niet alleen ik. De hele wereld om mij heen is gebiologeerd door de smartphone. Mensen zien niet eens waar ze lopen met dat ding in hun handen, fietsers knallen in volle concentratie op hun schermpje pardoes tegen je aan als je zelf niet uitkijkt. Maar het ergste vind ik dat ik geen tijd meer heb om ouderwets een boek te lezen. De stapel onaangeroerde literatuur groeit. Kon ik vroeger nog met een paar boeken tegelijk bezig zijn op willekeurige momenten van een etmaal, nu laat ik mezelf in beslag nemen door die kleine opdonder die ik maar niet kan negeren", aldus Jacques de Bekker uit Nijmegen.
De constatering dat apps op smartphones tot overmatig gebruik gingen leiden, dateert al van eerder. Auteurs betrokken het toen vooral op zichzelf, zoals Slate in 2009 over de aantrekkingskracht van iPhone-games en Techradar in 2010 over het overmatig gebruik van apps. De verslavende werking van smartphones was al in 2010 onderwerp van onderzoek, maar de resultaten waren niet verontrustend, vonden de onderzoekers. Ja, mensen raakten eraan verslaafd en nee, dat is niet erg. Vanaf ongeveer 2012 constateerden veel mensen het als trend.
Het begint uiteindelijk met mensen die bij elkaar of zichzelf constateren dat ze wel erg veel met hun telefoon in de weer zijn. Op redacties van mainstreammedia leidt dat vanzelf tot vragen of het een verslaving is en tot verhalen over mogelijk verslaafden. Het verschijnen van die verhalen raakte in een stroomversnelling toen media in de gaten kregen dat het apps maken niet langer een zolderkamerhobby was, maar een activiteit waarbij bedrijven de hulp inriepen van psychologen om de beste trucs te vinden om gebruikers aan zich te binden. Dat gebeurde eerst bij gespecialiseerde media als Psychology Today, maar in 2014 besprak de Britse krant The Guardian de werking van dopamine bij Candy Crush.
In de jaren daarvoor was er al een trend ontstaan van bedrijven, vooral in Silicon Valley, die psychologische trucs hadden getest en toegepast, en aanverwante bedrijven die erover gingen vertellen op congressen. De bekendste trucs bespraken we vorig jaar in een achtergrondverhaal hierover, waaronder notificaties tonen, pull-to-refresh zonder dat je van tevoren weet wat er komt en het wachten met het tonen van likes of andere beloningen.
Bedrijven willen dat zo graag, omdat ze geld verdienen met het tonen van advertenties. Hoe meer tijd je doorbrengt in hun app of game, hoe meer advertenties ze kunnen tonen en hoe meer geld ze dus verdienen. Veel mensen zijn dat gaan aanduiden als de 'attention economy'. Bedrijven verkopen onze aandacht voor hun app aan adverteerders. Het bewustzijn dat dit zo werkt, heeft in het afgelopen jaar tot veel verschillende ontwikkelingen geleid.