Hoe zijn publiek er uitziet, weet hij niet precies. ‘We hebben nog nooit onderzoek daarnaar gedaan. Maar er zijn natuurlijk veel Van Kooten en De Bie-fans bij.’ Via mailtjes laten mensen vaak weten hoe lang ze De Bie al kennen. ‘Daar zijn ook, en dat is gevaarlijk om te zeggen als oude lul, veel jongeren bij. Die schrijven: ik ben 31 jaar, maar wil u even zeggen dat ik u al sinds die en die tijd volg.’ Bezoekersaantallen van een website zijn onvergelijkbaar met kijkcijfers, vindt hij. ‘Ik zou ook niet weten hoe je met die cijfers om moet gaan en hoe ik de inhoud van Bieslog daarop af zou moeten stemmen. Ik hoop dat men mijn manier van schrijven begrijpt, maar vaak is dat ook niet zo, dan blijkt uit reacties dat de ironie van iets ze ontgaan is.’ Mensen kunnen op Bieslog overigens alleen per mail reageren. ‘Dat wordt mij ook wel eens verweten: mensen roepen dan dat Bieslog helemaal niet interactief is. Al doe ik af en toe wel directe uitzendingen in geluid en als dat met video goed kan, ga ik dat ook doen.’ De Bie krijgt veel reacties; elke dag vindt hij circa 50 à 60 berichtjes in zijn mailbox. ‘Ik lees ze allemaal, maar ik kan ze niet allemaal beantwoorden. Kritische reacties krijgen wel bijna altijd een mailtje terug.’ De leukste reacties noemt hij die uit landen als Australië en China. ‘Dat zijn natuurlijk ook wel Nederlanders, maar dat maakt niet uit.’
Om een volledig stationnetje te maken, zou hij zijn redactie eigenlijk moeten uitbreiden. ‘Het zou natuurlijk mooi zijn als ik iemand mijn materiaal zou kunnen geven, die het vervolgens uitwerkt, waardoor ik ondertussen alweer met een volgend onderwerp bezig kan zijn. Maar dan zou ik hier ook een studiootje moeten maken. Dat soort idealen heb ik wel, hoor.’ Hij zou het liefst elke week een groot portret maken en verder gaan dan het op televisie gebeurt. Daarbij moet natuurlijk wel naar een typische internetvorm gezocht worden. Als voorbeeld noemt hij zijn alternatieve verslag op Prinsjesdag bij de troonrede van Beatrix. ‘Je kon naar Maartje van Weegen luisteren, maar je kon ook voor mij kiezen.’ Op Bieslog kon men Wim de Bie als Robert Pieter ten Bruggenbrink in het redactielokaal zien zitten, maar men kon ook het geluid van de televisie uitzetten om met zijn commentaar naar de beelden van de koningin te kijken.
Hij is nog niet van plan om ermee op te houden. ‘Natuurlijk het is zeer arbeidsintensief, maar ik heb het er graag voor over omdat het zo leuk is en ik steeds nieuwe dingen kan doen.’ Wel denkt hij af en toe met heimwee terug aan de tijd dat hij een half jaar of zelfs een jaar aan een project kon werken. ‘Dit is toch erg kortademig werk. Als ik echt het gevoel krijg dat het teveel korte baanwerk is, stop ik ermee. Maar voorlopig blijf ik toch nog hiervoor kiezen. Het is te leuk. Te leuk.’