Een lcdtv verspilt redelijk wat energie door elektriciteit in de backlight om te zetten in licht, om vervolgens een deel van dat licht tegen te houden met het lcd-paneel. Omdat bij een oledscherm de subpixels zelf licht uitstralen, verbruiken de delen van het scherm die zwart zijn, geen energie. In theorie kan een oled-tv dus energiezuiniger zijn dan een lcdtv. In de praktijk gaat er echter nog redelijk wat energie verloren bij de aansturing van het oledpaneel en weten sommige lcdtv's met een ledbacklight zuiniger met energie om te gaan.
Het verbruik van de E7 valt overigens reuze mee voor een grote 65"-televisie en de tv heeft dan ook energielabel A meegekregen. Met de helderheid op de maximale stand, waarbij we 324cd/m² meten, registreren we een gemiddeld verbruik van 288W. Als je 's avonds kijkt in een ruimte met gematigd licht, is een helderheid van 120cd/m² voldoende voor een goed beeld. Als we de E7 daarop afstellen, loopt het verbruik terug tot 138W gemiddeld. Met de helderheid op de laagste stand produceert het scherm nog slechts 40cd/m² aan helderheid. Dat levert alleen in een volledig verduisterde ruimte een aanvaardbaar beeld op. In deze stand verbruikt de 65" E7 78W gemiddeld.
Geluid
Naast een goed beeld levert de E7 ook een goed geluid. Het luidsprekersysteem is prominent vormgegeven in de vorm van een soundbar onder het beeldscherm. Wat vormgeving betreft lijkt deze sterk op het luidsprekersysteem van vorig jaar. Ook de geluidskwaliteit is zeer vergelijkbaar met die van de E6. Hoewel het geluid vorig jaar ontworpen was door Harman Kardon en dit jaar officieel door LG zelf, heeft het er alle schijn van dat het onderhuids exact hetzelfde audiosysteem is.
Er is nu een mogelijkheid bijgekomen om Dolby Atmos-geluid weer te geven, maar om dit surroundformaat een beetje overtuigend te laten klinken, heb je simpelweg veel meer luidsprekers nodig. Net als vorig jaar is er de mogelijkheid om het geluid te 'kalibreren' door middel van de microfoon in de Magic Remote. We hebben sterk de indruk dat we voor de gek worden gehouden, want hoewel het geluid na de meting wel wat anders klinkt, hebben we niet het gevoel dat er echt iets wordt gemeten. Als we het systeem proberen te beïnvloeden door de positie van de microfoon te veranderen of door de hoge tonen die de microfoon opneemt, te filteren met vele lagen stof, valt er geen enkel verschil in klank te bespeuren. Wat ons betreft is dit dus een nutteloze gimmick.
Dat neemt allemaal niet weg dat de soundbar van de E7 erg goed is. De luidsprekers zijn op je oren gericht en dus is het stereobeeld prachtig. Ook zijn stemmen duidelijk verstaanbaar, waardoor het systeem zelfs bij het bekijken van praatprogramma's duidelijk veel beter klinkt dan de gemiddelde televisie. Het maximale volume is behoorlijk stevig en hoewel de bassen niet heel diep gaan, worden de lage tonen overtuigend en strak ten gehore gebracht. Als je dus niet zit te wachten op een extern audiosysteem, en veruit de meeste televisies worden met de interne luidsprekers gebruikt, is de E7 een prima keuze.
Hdr
Bij het weergeven van hdr-beeldmateriaal, dus met een groot dynamisch bereik, draait het om het grote verschil tussen licht en donker. Het mag bekend zijn dat oledschermen zwart perfect kunnen weergeven en dus viel er aan de onderkant niets meer te winnen. Om de hdr-weergave te verbeteren heeft LG de maximale helderheid verbeterd. Veruit het grootste deel van deze winst zit hem in het verwijderen van het polarisatiefilter dat nodig was voor het weergeven van 3d. Liefhebbers van 3d-films kunnen dus beter voor de E6 van vorig jaar kiezen, want de 2017-modellen zijn beperkt tot het weergeven van 2d-beelden.
De behaalde winst in piekhelderheid is niet heel groot. Gemeten met een wit vlak op een zwarte ondergrond, dat 10 procent van het beeldoppervlak besloeg, kwamen we tot 884cd/m². Dat is ruwweg een derde meer licht dan bij de oledmodellen van vorig jaar. Dat lijkt een redelijke verbetering, maar door de manier waarop onze ogen helderheidsverschillen registreren, valt dit verschil in de praktijk nauwelijks op. Als je een oled-tv van vorig jaar direct naast een model van dit jaar bekijkt, is het verschil wel te zien, maar alsnog niet wereldschokkend.
De maximale helderheid loopt terug als een groter deel van het scherm verlicht moet worden. Bij een wit vlak van 25 procent schermoppervlak bedraagt deze 530cd/m², bij 50 procent 355cd/m² en bij een volledig wit scherm bedraagt de helderheid nog maar 160cd/m². Voor een goede hdr-weergave kun je dan ook het best zorgen voor zo min mogelijk omgevingslicht. In een verduisterde kamer is de hdr-weergave ongeëvenaard, doordat alle pixels afzonderlijk tot aan perfect zwart gedimd kunnen worden.
Tot nu toe hadden de oleds van LG een beetje last van black crush, waardoor de donkerste grijstinten als zwart werden weergegeven. Doordat dit alleen zeer donkere en dus bijna zwarte tinten trof, zag je er bij de meeste beelden niet veel van. Dit jaar heeft LG dit probleem aangepakt en dus is er nu in de allerdonkerste schaduwpartijen wat meer detail te zien. Ook was er in de schaduwpartijen, als je van zeer dichtbij keek, wat ruis te zien. Dit probleem is nu ook aangepakt. Hierbij is de zichtbare winst overigens nihil als je op een normale kijkafstand zit.
De oleds van LG kunnen overweg met alle gangbare hdr-formaten: hdr10, hlg en Dolby Vision. Later dit jaar komt er waarschijnlijk nog een vierde formaat van Technicolor bij en LG heeft toegezegd dat ook daarvoor ondersteuning zal worden geboden, door middel van een firmware-update. Over ondersteuning voor de onlangs aangekondigde hdr10+-standaard is nu nog niets bekend, maar een woordvoerder van LG liet ons op de CES al weten dat het Koreaanse bedrijf ernaar streeft om alle relevante hdr-standaarden te ondersteunen met firmware-updates.