Met de tweede kitlens bleken de resultaten, zoals verwacht, overeen te komen met die van de NX1. Tot en met 800 iso is van degradatie van de beeldkwaliteit nauwelijks sprake en blijven de kleuren en de scherpte intact. De mate van detail die de camera en lens leveren is tot dat niveau uitstekend: scherp en goed van kleur. Vanaf 1600 iso wordt degradatie zichtbaar, al blijft de beeldkwaliteit tot en met 3200 iso zeer goed. Daarna neemt de kwaliteit snel af, mede doordat de ruisreductie bij jpeg-foto's vrij agressief is, wat ten koste gaat van scherpte, details en, in iets mindere mate, kleur. 6400 iso kan er in sommige gevallen nog wel mee door, maar 12.800, en vooral 25.600 en 51.200 iso zijn wat ons betreft een no go.
Raw
Wie het maximale uit de NX500 wil halen kan het beste in raw fotograferen. De raws van de NX500 lieten zich nog niet door Lightroom openen en een DNG-converter was niet bijgesloten, maar via RawTherapee konden we zien dat ook de raws van de NX500 nagenoeg identiek zijn aan die van de NX1. Wie zelf ruisreductie toepast, kan raw-beelden tot en met 12.800 iso nog prima gebruiken. Uiteraard wel met de kanttekening dat er op 3200 en 6400 iso meer details zichtbaar zijn en dat op een zo laag mogelijke iso schieten dus altijd de voorkeur heeft.
De raw-versie van 12.800 iso (links) ziet er nog best goed uit. De ruisreductie in de jpeg-versie (rechts) is te veel van het goede (NX1/NX500).
Een egaal grijsvlak op 3200, 6400, 12.800 en 25.600 iso (raw)
Vergeleken met de beeldkwaliteit van andere systeemcamera's in dit prijssegment valt de kwaliteit van de NX500 en NX1 in positieve zin op. Hij presteert beter dan camera's als de Sony A6000, Olympus OM-D E-10. Alleen de Fujifilm X-T1 zit op hetzelfde niveau, maar die verliest het wat betreft detaillering.
Bekijk eventueel meer testresultaten van de NX1, waarvan de resultaten vergelijkbaar zijn.