Zoals de benchmarks hebben laten zien presteert de Northwood merkbaar beter dan de Willamette, maar wonderen kun je niet verwachten van de extra 256KB L2 cache. Wat wel een klein wondertje is, is het 0,13 micron productieproces. Het is niet alleen goed voor een verlaging van de warmteontwikkeling, het heeft ook een zeer positieve invloed op de tweakbaarheid van processors.
Verder biedt het Intel de ruimte om komend jaar snellere en goedkopere processors op de markt te brengen. Vooral op het laatste zullen veel mensen staan te wachten. Hoewel de prijzen van de Pentium 4 niet meer zo hoog zijn als bij de introductie, is een Pentium 4 zeker niet goedkoop. De 2,2GHz Northwood staat momenteel voor ongeveer € 850,- in de pricewatch en de 2,0GHz variant gaat voor € 680,- over de toonbank. Een stuk hoger dan de Athlon XP 2000+ of de Athlon XP 1900+ die respectievelijk € 400,- en € 300,- moeten opbrengen.
Voor de Northwood moet dus meer geld neergeteld worden, maar het is zeker niet langer zo, dat je voor meer geld een langzamere processor krijgt. Ik heb jammer genoeg geen benchmarks van een Athlon XP 2000+ om de score mee te vergelijken, maar het zou me meer dan verbazen als deze een overgeclockte Northwood kan bijbenen. Een Athlon XP 2000+ overclocken met 10 procent is een flinke prestatie, maar de 2,2GHz Northwood draait zijn hand er niet voor om, om ruim 25 procent boven de standaardsnelheid te zitten.
Concluderend durf ik te zeggen dat de 2,2GHz Northwood de beste, maar ook de duurste processor is die de consument momenteel in de winkelwagen kan gooien.