Het verwijderen van de zijpanelen onthult een zee van ruimte. De kast is groot genoeg voor een moederbord van het extended-atx-formaat. Erg veel komen de e-atx planken niet voor, maar de extra ruimte maakt het plaatsen van een normaal atx-moederbord ook eenvoudiger. Onder het moederbord is er plek voor zelfs de grootste atx-voeding.
De behuizing huisvest een tiental extern bereikbare drivebays. Bovenin zitten vier 5¼"-bays, waarvan er naar keus een of twee tot 3½"-bays omgebouwd kunnen worden. Daaronder zijn nog eens zes 3½"-drivebays geplaatst, waarvan de onderste drie worden aangesloten op een pcb die hotswap-functionaliteit biedt. Schijven die in deze bays worden geschoven, maken contact met het pcb, dat op zijn beurt weer via molex- en sata-pluggen aan respectievelijk de voeding en het moederbord wordt verbonden. De bovenste drie hdd-bays zijn wel voorzien van een quick-releasesysteem, maar missen de hotswap-elektronica. Als de sata- en stroomkabels lang genoeg zijn, kunnen harde schijven er wel vrij eenvoudig worden uitgehaald, zonder de zijkant te hoeven openen. Voor montage van de 5¼"-drives moeten de zijkanten wel worden geopend: die worden met schroeven vastgezet.
De kabels waarmee de i/o-poorten op de bovenkant van de kast op het moederbord worden aangesloten, zijn meer dan lang genoeg. De kabel voor de aan/uit-knop heeft zowel een tweepins- als een driepins-header, zodat de meeste moederborden simpel kunnen worden aangesloten. De gaten om de kabels achter het moederbord langs te leiden, zijn met een plastic rand afgewerkt, zodat de bedrading niet beschadigd raakt.
Alleen de plaat waarmee de voeding aan de achterkant wordt vastgezet bleek nog scherpe randen te hebben. Het metaal was zelfs enigszins beschadigd: bij het fotograferen ontdekten we een nare metalen splinter. Op dit smetje na is de kast prima afgewerkt: alles ziet er degelijk uit en voelt stevig aan.