Nederlanders stellen relatief veel hulpvragen over iPhones. Hoewel Apple op de Nederlandse telefoonmarkt een vast marktaandeel van rond 14 procent heeft, gaat 21 procent van de hulpvragen over de Apple-smartphone. Samsungs leveren in verhouding minder problemen op.
De cijfers over de hulpvragen komen van Qelp, het bedrijf dat namens twaalf Nederlandse mobiele providers vragen van klanten beantwoordt over smartphones. Relatief veel hulpvragen gaan over iPhones: die zorgde voor 21 procent van de hulpvragen, terwijl van de verkochte telefoons in Nederland tussen 10 en 15 procent van de verkochte telefoons door Apple is gemaakt. Samsung-telefoons zorgen voor relatief minder problemen: 29 procent van de hulpvragen gingen over Samsungs, maar de Zuid-Koreaanse fabrikant heeft een marktaandeel van rond 47 procent.
De stijging van het aantal hulpvragen aan Qelp bedraagt volgens Emerce 120 procent; in december 2012 zijn er 735.000 hulpvragen gesteld, meer dan twee keer zoveel als in december 2011. Daarmee stijgt het aantal hulpvragen sneller dan het aantal smartphones in Nederland; dat nam in dezelfde periode toe met naar schatting tussen 20 en 50 procent.
Veel van de nieuwe gebruikers kopen echter voor het eerst een smartphone en zijn vermoedelijk niet bedreven in het omgaan met de software op smartphones. Veel vragen gaan dan ook over de set-up van het toestel; de helft gaat over het instellen van mobiel internet, wifi, mms en e-mail. Dat hoeft geen verbazing te wekken; bij de set-up zijn gebruikers nog niet gewend aan hun nieuwe telefoon. Bovendien verwijzen providers naar de hulpdienst van Qelp als de instellingen van mobiel internet en mms niet direct werken.