Microsoft heeft warme banden onderhouden met de inmiddels afgezette Tunesische machthebbers. De softwaregigant zou een trainingsprogramma hebben aangeboden en broncode hebben gedeeld met Tunesische officials.
Dat blijkt uit een Wikileaks-cable die dateert van 22 september 2006 en is opgesteld door de Amerikaanse ambassade in Tunesië. Volgens het ambtsbericht wilde Microsoft voorkomen dat de Tunesische overheid op grote schaal opensourcesoftware zou gebruiken en heeft het bedrijf om die reden een trainingsprogramma aangeboden voor het bestrijden van cybercrime. Ook zou het bedrijf broncode hebben gedeeld met medewerkers van het voormalige Tunesische bewind. Verder stelt Microsoft dat zijn software veiliger is dan opensourcesoftware.
In de cable spreekt de Amerikaanse ambassade de vrees uit dat het trainingsprogramma en het delen van broncode met het regime onder leiding van Zine El-Abidine Ben Ali bijdragen tot de onderdrukking van de bevolking. Zo zouden de Tunesische opsporingsdiensten de opgedane kennis kunnen gebruiken om het internetverkeer van Tunesische burgers te monitoren. In de cable concluderen de Amerikanen echter dat voor Microsoft de 'voordelen opwegen tegen de nadelen'.
Volgens de Wikileaks-informatie heeft Microsoft zijn eerste overeenkomst met de Tunesische machthebbers in 2006 gesloten. De softwaregigant bouwde op verzoek van de machthebbers een 'innovatiecentrum', terwijl Tunesië op zijn beurt twaalfduizend licenties aankocht voor overheidscomputers. Deze hadden tot dan toe piratenversies van Windows gedraaid of waren uitgerust met opensourcesoftware.
De Tunesische regering verordonneerde verder dat overheidssystemen voortaan met Microsoft-compatibele software uitgerust moesten zijn. Daarmee werd het voormalige beleid van de Tunesische regering om alleen opensourcesoftware in te zetten, overboord gegooid.
Ook enkele andere cables uit 2006 en 2010 geven inzicht in de houding van Microsoft ten opzichte van het gebruik van opensourcesoftware door overheden. Zo liet Microsoft samen met de BSA aan de Thaise regering weten dat hun promotiecampagne voor opensourcesoftware niet effectief was in de strijd tegen piraterij. Ook was Microsoft bezorgd dat Venezuela over zou stappen naar wopensource-software.